Hoofdstuck 1 Flashcards
En (no inversion)
And
Of (no inversion)
Or
Maar (no inversion)
But
Want (no inversion)
Because
Dus (no inversion)
So
Omdat
Because
Als
As
Toen
Then
Terwil
Whereas
Zodat
So that
Hoewel
Although
Nadat
After
Voordat
Before
Totdat
Untill
Zodra
As soon as
Jongere, de
The young person
Per
Per
Gemiddeld
Average
Tijdschrift, het
Magazine
Opvallend (opvallen, viel op, is opgevallen)
Striking
Behoefte, de - behoefte hebben aan
Need - being in need of
Voorzien in (voorzag, voorzien)
To provide
Deel, het (van)
A part
Jeugd, de
The youth
Volwassene, de
The adult
Op afstand houden (hield, gehouden)
Keep at distance
Afstand, de
Distance
Mens, de
People
Aandacht, de
The attention
Bericht, het
Message
Dromen
Dreams
Voldoening, de
The satisfaction
Netjes
Correct
[Uit]maken
To define / to matter
Althans
At least
Reden, de
The reason
Bijdragen aan (droeg bij, bijgedragen)
To contribute to
Wereld, de
The world
Ontdekken
To discover
Drijven (dreef, gedreven)
To float / to drift / to prompt
Vervolgens
Then
Overbrengen (op) (bracht over, overgebracht)
To pass on, to transfer to
Doel, het
The goal
Koppelen (aan)
To couple (with)
Stage, de
The internship
Vergoeding, de
Compensation
Inkomen, het
Income
Boeken
To book
Merken
To notice
Indruk, de - indruk maken op
The Impression - to make an impression
Beleven
To experience / to live
Uitkijken naar (keek uit, uitgekeken)
To look forward to / to look out for something