Hoofdstuck 5 Flashcards
Gedrag
Behavior
Bazig
Bossy
Herkennen
To recognize
Bewijs, het
A proof
Grens, de (plur. Grenzen)
Boundary
Grenzen te stellen
To set boundaries
Schuiven (schoof, geschoven)
To shove
Onder de noemer
Under the name
Stuiten op
To come accross, to stumble upon
Werkelijk
Really
Bevestigen
To confirm
Twijfel
Doubt
Inschikkelijk
Compliant / tolerant
Terecht
Rightfully
Terecht komen (kwam terecht, is terechtgekomen)
To end up
Tegenstrijdig
Contradicting
Onder andere (o. a.)
Among other
Hersenen, de
The brain
Wisselen
To exchange (money) / to switch
Overschakelen (op)
To change to
Vaststellen
To determine
Degelijk
Decent
Wel degelijk
For a fact
Aangename
Plaisant
Onaangenaam
Unpleasant
Bijbehorende
Corresponding
Opschuiven
To move over
Nauwelijks
Barely
Van de ene… naar de andere
From one… to the other…
Belangstelling
Interest / care
Bevalen
To give birth
Zich bevalen
To suit
In mijn geval
In my case
Gierige
Greddy
Nieuwsgierig
Curious
Mate, de (met)
Moderation (with)
Vasthouden
To hold on to something
Koppig
Stuborn
Meteen
Immediately
Vasthoudend
Tenacious
Bestrijden
To fight
Betreffen
To concern
Dwingen
To force
Glijden
To slide
Klinken
To sound
Kruipen
To crawl
Ruiken
To smell
Uitzenden
To send
Verlaten
To leave
Tevreden
Satisfied
Bedienen
To serve
Afstappen (op)
To approach (for people)
Afstappen van (de fiets)
To step off
Een gesprek voeren
To have a conversation
Bewonderen
To admire
Knap
Pretty
Overblijven (bleef over, is overgebleven)
To remain
Verzamelen (van)
To collect