Hindi Flashcards
vanaf
se
aksar
vaak
vaak
aksar
Zwart
Kaala
Pera (rare r)
Boom
Saman
Zaak, ding, tas enz.
Calo bahar
Let’s go outside
Pila
Geel
Nila
Blauw
Upar (calo upar)
Naar boven (let’s go up)
Niche (calo niche)
Naar beneden (let’s go down)
Mera glass
Mijn glas
Ap ook bij bv Swasti tov Sheila
Ap ook bij bv Swasti tov Sheila
Bad men
Later
Tanda
Koud
Safeet
Wit
Divaar
Muur
Kapra kapre
Kleren
Meij thori thori hindi bolta hoen (thori want betrekking op hindi), bolta want ik ben man
Meij thori thori hindi bolta hoen (thori want betrekking op hindi), bolta want ik ben man
Kabhi nahin
Nooit
Bilkul nahin
Helemaal niet
Ghar par nasjta karta hun
Ik eet ontbijt thuis
Raajan dillii kaa hai, Citraa dillii kii hai
Raajan dillii kaa hai, Citraa dillii kii hai
ii iyaan ii iyon
Verkorting i feminine
Kabhii nahiin
Nooit
Is sal
Dit jaar
Is mahine
Deze maand
Juun kaa mahiinaa
De maand juni
islie
C’est pourquio
isiilie
C’est justement pourquoi
Sharma Ji bahut bolte hain (bolte hain en niet bolta hai, dus wordt dus precies niet met een gewone hij gelijkgesteld)
Sharma Ji bahut bolte hain (bolte hain en niet bolta hai, dus wordt dus precies niet met een gewone hij gelijkgesteld)
meri mammiji khana banati hain(!) *door de ji denk ik
meri mammiji khana banati hain(!) *door de ji denk ik
