Hfst 8 Vormen Van Bewustzijn Flashcards

1
Q

Onbewuste

A

Het deel van de Geest waarvan een individu zich niet bewust is, maar waar zich onderdrukt de impulsen, drijfveren en conflicten we vinden die geen toegang hebben tot het bewuste
‘als die dingen toegang krijgen tot het bewuste kan dat gevaarlijk zijn’-Freud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onbewust proces

A

Proces in de hersenen dat buiten bewustzijn omgaat, bijvoorbeeld de regulering van de hartslag, de ademhaling en de controle over de intieme organen en klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bewustzijn

A

Het proces in de hersenen dat onze gedachten en onze mentale weergave van de wereld creëert (dynamisch en continu)

Het bewustzijn is datgene waar je in je hoofd mee bezig bent terwijl je dat ook realiseert

Stimulus-> aandacht -> werkgeheugen-> bewust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voor bewuste

A

Het idee dat de geest een speciale onbewuste opslagruimte heeft voor informatie waarvan we ons momenteel niet bewust zijn, maar die wel in het bewustzijn beschikbaar is (bijvoorbeeld je laatste verjaardag of Brussel is hoofdstad van België, daar ben je niet bewust maar is wel toegankelijk zodra ze in jou wordt afgegeven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het Bewuste:Seriële verwerking

A

Werkwijze waarbij slechts één ding tegelijk verwerkt kan worden

Vb: multitasken bestaat niet je schakel dan heel snel tussen verschillende taken dan lijkt het alsof je heel veel dingen tegelijk doet dus bellen en koken tegelijk gaat lastig je moet je aandacht over de verschillende activiteiten steeds verschuiven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het onbewuste: Parallelle verwerking

A

Twee of meer activiteiten vinden plaats (voor bewuste dat op meerdere plaatsen tegelijk zoekt)

Voorbeeld: onbewuste kan wel multitasken. je kunt ademhalen en je hart laten slaan tegelijkertijd. je kan ook op de laatste hap van je brood kouwe en naar de trein rennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

circadiaans ritme

A

Lichaam’s patronen die zich ongeveer elke 24 uur herhalen, bijvoorbeeld de slaap waak cyclus, we worden getraind om ons aan te passen aan de blootstelling aan licht en aan onze gewoonten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rem-slaap

A

Periode in de slaapt hij ongeveer elke 90 minuten teruggekeerd en gekenmerkt wordt door snelle, onrustige oogbewegingen gesloten oogleden plaatsvindt (rapid eye Movement).Remslaap wordt geassocieerd met dromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Non-rem slaap (rustige of normale slaap)

A

De steeds terugkomende periodes waarin de slaper geen REM (rapid eye movement)vertoond

De non-rem slaap wordt gekenmerkt door passieve hersenen in een ontspannen lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Slaap verlamming

A

Toestand waarin de slaap er niet in staat is zijn willekeurige spieren te gebruiken, met uitzondering van de spier van de ogen. Slaap verlamming treedt normaliteit op tijdens de remslaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dromen

A

Gebeurd tijdens remslaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Manifeste droom inhoud

A

Verhaallijn van de droom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Latente droom inhoud

A

Symbolische betekenis van objecten en gebeurtenissen in een droom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Activatie synthese hypothese

A

Theorie die stelt dat dromen beginnen met willekeurige elektrische activatie vanuit de hersenstam. Dromen zouden niet meer zijn dan een poging van de hersenen om deze activiteit betekenis te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Coma

A

Toestand van diepe bewusteloosheid waarin de patiënt geen normale slaap cyclus meer doormaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dag dromen

A

Activiteit of staat van bewustzijn waarbij aandacht verschuift van de onmiddellijke situatie naar herinneringen, verwachtingen, verlangens of fantasieën

17
Q

Hypnose

A

Opzettelijk veranderde bewustzijnstoestand die wordt gekenmerkt door toegenomen Beinvloeibaarheid en diepe ontspanning

18
Q

Meditatie

A

Een vorm van verander bewustzijn die meestal wordt opgeroepen door zich te concentreren op terugkerend gedrag, het aannemen van bepaalde houding en zich af te sluiten van extereme stimuli

19
Q

Slaaptekort

A

Toestand die ontstaat als je minder slaapt dan nodig is om optimaal te kunnen functioneren

20
Q

Rem rebound

A

Extra remslaap volgend op een periode van tekort aan remslaap

21
Q

Insomnia

A

Slapeloosheid, stoornis die wordt gekenmerkt door slaapgebrek, het onvermogen om snel in slaap te vallen, regelmatig wakker worden of te vroeg ontwaken

22
Q

Apnoe

A

Ademhaling stoornis waardoor iemand tijdens de slaap regelmatig stop met ademhalen

23
Q

Pavor nocturnus

A

Episode in diepe slaap waarbij iemand in angst lijkt te verkeren, hoewel de beangstigende mentale ervaring zoals een droom bij het ontwaken meestal vergeten is. Komt vaak voor bij kinderen

24
Q

Narcolepsie

A

Verstoring van de remslaap, waardoor overdag plotseling remslaap optreedt, die meestal gepaard gaat met cataplexi

25
Q

Bewustzijn restrinctie

A

Voorbeeld: als jullie dit hoofdstuk thuis aan het lezen zijn en er staat muziek op de achtergrond aan, dan kan je je niet concentreren op wat je leest wanneer je aandacht naar de muziek verschuift.

  • het perkt onze aandacht in (spotlight)
26
Q

Slaapstadia

Fase 1

A

Een overgangsfase van lichte slaap. De hartslag is langzamer. U had minder diep maar regelmatig adem. Spieren ontspannen, voelt dit stadium aan alsof je valt. Hierdoor kunt u kort weer wakker worden

27
Q

Slaapstadia

Fase 2

A

Deze fase duurt ongeveer 10-20 minuten en luidt het begin van de echte slaap in. Je bent nu compleet van de buitenwereld afgesloten en merkt bijna geen prikkels van buiten af meer op

28
Q

Slaapstadia

Fase 3

A

Het is nu 20-30 minuten geleden dat u ogen gesloten zijn. Je komt bijna in fase vier

29
Q

Slaapstadia

Fase 4

A

Deze fase staat voor de diepe slaap als je nu wakker wordt gemaakt, voelt u zich een paar minuten geestelijk in de war. In deze vierde fase van diepe slaap ze nu spieren volledig ontspannen, de bloeddruk gaat naar beneden en de hartslag en ademhaling worden langzamer. Dit is te vergelijken met de winterslaap bij sommige dieren

30
Q

Hoelang duurt elk complete cyclus?

A

90-110 minuten

31
Q

Weetje 1

A

Maar zoals jullie kunnen zien duurt de diepe slaap maar een half uur ongeveer, vervolgens ga je terug via fase drie, naar twee en kom je voor het eerst in de remslaap, deze remfase vertoont echter nauwelijks overeenkomst met de fase één: de slaper is moeilijk wakker te krijgen, er zijn snelle oogbewegingen, hartslag ademhaling en bloeddruk zijn onregelmatig, er is vrijwel geen spierspanning

32
Q

Weetje 2

A

in het eerste deel van de slaap dure periodes van de rustige slaap in vergelijking tot de remslaap relatief lang. Naar mate de nacht vordert, wordt de rustige slaap minder diep en worden de rem periodes langer

33
Q

Weetje 3

A

De normale volwassenen die geen last van slaapstoornissen heeft, wissel beide soorten slaap in vier of vijf cycli per nacht af