Hfst 1 Geest, Gedrag En Psychologische Wetenschap Flashcards

1
Q

Benoem De 4 stappen van de wetenschappelijke methode

A
  • hypothese ontwikkelen
  • objectieve data verzamelen
  • data analyseren
  • resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt ‘hypothese ontwikkelen” in?

A

Wat verwacht je dat eruit komt? Dit kan je pas ontwikkelen wanneer je de probleem analyse hebt gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt “objectieve data verzamelen” in,

A

Gegevens verzamelen om hypothese te toetsen

Dit kan je pas verzamelen wanneer je een onderzoeksontwerp hebt gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt ‘data analyseren’ in?

A

Gegevens bekijken om te zien of hypothese klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt ‘resultaten publiceren,bekritiseren en repliceren’ in?

A

Publiceren in een boek of blad, commentaar krijgen, onderzoek opnieuw uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de 5 soorten psychologisch onderzoek

Hint : placebo

A
  • experiment
  • corrolatieonderzoek
  • survey-onderzoek
  • natuurlijke observatie
  • gevalstudie
  • empirisch onderzoek
  • dubbel/single onderzoek
  • introspectie
  • placebo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

experiment

A

De onderzoeker controleert alle omstandigheden en manipuleert deze, inclusief de onafhankelijke variabele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

correlatieonderzoek

A

Wel een samenhang tussen verschillende zaken, bv tussen blootstelling van kinderen aan giftige verf en leerproblemen, maar geen experimenteel onderzoek, dus geen causaal verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

survey onderzoek

A

Vragenlijst naar standpunten, voorkeuren of meningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

natuurlijke observatie

A

Het object van onderzoek observeren in de natuurlijke omgeving (ipv onder kunstmatige omstandigheden in een lab)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gevalstudie

A

Onderzoek naar een klein aantal mensen of zelfs naar 1 iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Empirisch onderzoek

A

Experiment

Dingen manipuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dubbel-/single onderzoek (Goedweten)

A

Zowel de onderzoeker als de proefpersoon weet niet wie wat krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Introspectie

A

Nadenken over eigen gevoelens en gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Placebo (goedweten)

A

Nep medicijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Benoem de zes belangrijke perspectieven van de psychologie

A

-Biologisch-cognitief-behavioristische-perspectief van de gehele persoon-ontwikkelingsperspectief-sociaal cultureel

17
Q

Uitspraak van biologisch perspectief

A

De appel valt niet ver van de boom

18
Q

Het brein als een biologische computer

A

Cognitief perspectief

19
Q

Over kwijlende honden en zoekende muizen

A

Behavioristische perspectief

20
Q
  • Versprekingen, dromen en verlangens
  • eerst eten dan pas genieten van een mooi schilderij
  • individuen kunnen worden begrepen in termen van hun temperamenten en karaktertrekken
A

Perspectief van de gehele persoon

21
Q

Ik eet zoals mijn moeder, praat zoals mijn vrienden en zing op mijn eigen unieke manier

A

Ontwikkelingsperspectief

22
Q

Op welke manier we groetje iemand… Één hand, buiging, knikje, zoen of??

A

Sociocultureel perspectief

23
Q

Wat is het verschil tussen de alledaagse manier van onderzoeken en de wetenschappelijke manier van onderzoeken?

A

Mensen in het dagelijksleven kunnen allerlei conclusies trekken maar wetenschappers moeten hun verklaring kunnen verantwoorden

24
Q

Welk perspectief hoort bij de black box psychologie?

A

Behaviorisme

25
Q

Wat houdt black box psychologie in?

A

Geen innerlijke processen, maar waarneembaar gedrag

26
Q

Welke psychologen horen bij het behaviorisme?

A

Watson en skinner

27
Q

Noem een uitspraak van de behaviorisme met betrekking tot de black box

A

“De geest/psyche is een black box waarover geen uitspraken gedaan kunnen worden”

28
Q

Hoe is de humanistische psychologie ontstaan?

A

Als kritiek op de psychoanalyse en het behaviorisme

29
Q

Waar gelooft de humanistische psychologie in?

A

In de vrije wil van de mens -> groei en zelfactualisatie

30
Q

Wat doet het cognitief perspectief?

A

Die breken de black box open en gaan hier verder op in.

31
Q

Noem de big five

A
  • Open staan voor andere meningen (openess)
  • Georganiseerd (conscientieusheid)
  • Uitbundig (extraversie)
  • Meegaandheid (agreeableness)
  • Niet stabiele persoonlijkheid (neurotischem)
32
Q

Sigmund freud ontwikkelde de …..?

A

Psychoanalyse

33
Q

Welke psychologen horen bij humanistische psychologie?

A

Maslow en Rogers

34
Q

Welke onderwerpen bespreekt het sociocultureel perspectief

A

Vooroordelen, agressie, gehoorzaamheid en conformisme

35
Q

Waar richt het biologisch perspectief zich op?

A

Persoonlijkheid, voorkeuren, gedragspatronen en vaardigheden komen voort uit lichaamseigenschappen

36
Q

Neurowetenschap hoort bij het ………. perspectief

A

Biologisch perspectief

37
Q

Neurowetenschap

A

De oorzaken van ons gedrag worden gezocht in de werking van genen, hersenen, het zenuwstelsel of de hormonen.

38
Q

Psychologische verandering is het gevolg van een interactie tussen erfelijke eigenschappen en de omgeving

A

Ontwikkelingsperspectief

39
Q

Nature vs nurture

A

Ontwikkelngsperspectief