Hfst 5: Bewegingsstelsel Flashcards

1
Q

Wat is reuma?

A

verzamelnaam voor 200-tal acute en chronische aandoeningen die ons bewegingsstelsel (spieren, pezen, gewrichten) en het bijbehorende bindweefsel aantasten, en die niet aangeboren zijn of veroorzaakt werden door een ongeval of trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke groepen van reumatische aandoeningen zijn er?

A
  • Ontstekingsreuma of artritis
  • Systeemziekten
  • Metabool-degeneratieve aandoeningen
  • Weke-delen reuma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is artritis?

A
  • vooral in gewrichten en pezen
  • meestal met pijn, zwelling, warmte, krachtvermindering en/of stijfheid van één of meerdere gewrichten
  • kan acuut of chronisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn systeemziekten?

A
  • meestal gepaard met chronische ontsteking op bindweefselplaatsen, zoals gewrichten, al dan niet in combinatie met de huid, bloedvaten, organen (hart, nieren, longen) of de speekselklieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn metabool-degeneratieve aandoeningen?

A

vorm van kraakbeenfalen (bv. artrose). Een andere aandoening binnen deze groep is osteoporose of botontkalking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is weke-delen reuma?

A

tast de omgeving rond het gewricht aan (bv. peesaandoeningen, vormen van spierreuma, fibromyalgie …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vormen van reuma zijn er?

A
  • jicht
  • ziekte van Bechterew
  • Fibromyalgie
  • osteoporose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is jicht?

A
  • pijnlijke reumatoïde aandoening die gekenmerkt wordt door een plotse hevige
    ontsteking aan een gewricht
  • vorm van acute artritis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ontstaat jicht?

A

Sommige mensen scheiden niet genoeg urinezuur uit of produceren er te veel- > te hoog gehalte urinezuur in bloed -> kristallen vormen -> slaan neer in kraakbeen of kunnen gewrichtsholte binnendringen -> ontsteking, zwelling, roodheid en veel pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de symptomen van jicht?

A
  • extreme gevoeligheid in het gewricht;
  • zwelling en ontsteking van een gewricht;
  • glanzende, rode huid;
  • schilferende, jeukende huid rond het aangetaste gewricht;
  • snelle verergering van de pijn, meestal ’s nachts;
  • bewegingsbeperking van het getroffen gewricht;
  • koorts, nausea en braken;
  • knobbels op de gewrichten
  • op termijn: last van nierstenen of nierinsufficiëntie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt urinezuur geproduceerd in het lichaam?

A
  • ontstaat bij de afbraak van purine
  • lichaam maakt zelf ook purine aan bij de
    afbraak en vernieuwen van lichaamscellen
  • ichaam maakt meer purine aan dan
    dat we binnenkrijgen via de voeding.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waardoor kan een verhoogd urinezuurgehalte in het bloed ontstaan?

A
  • verhoogde purine-afbraak door stress, chronisch alcoholgebruik of cytostatica;
  • verhoogde cel-afbraak door tumoren, psoriasis en obesitas;
  • te veel purinerijk voedsel innemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de ziekte van Bechtrew?

A

= spondylitis ankylosans
- reumatische aandoening die een ontsteking van de gewrichten van het bekken en de wervelkolom veroorzaakt
-> veroorzaakt pijn en stijfheid en kan leiden tot een verstijving van wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat loopt er mis bij de ziekte van Bechtrew?

A
  • gezond persoon: ruimte tussen os sacrum en os ilium
  • ziekte van Bechterew: tast ontsteking de randen van gewricht aan, raken kraakbeen en bot beschadigd en wordt het kraakbeen vervangen door bot
  • vergevorderd stadium: ziekte heeft volledige verbening van het gewricht plaats gevonden en zijn het os sacrum en os ilium met elkaar vergroeid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij wie komt de ziekte van Bechtrew voor?

A

openbaart zich meestal op jonge leeftijd en komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is fibromyalgie?

A

ziektetoestand die zich uit in bewegings-apparaat (spieren en pezen) en die gekenmerkt wordt door chronische, verspreid voorkomende pijnen en spierstijfheid over het hele lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de kenmerken van fibromyalgie?

A
  • pijn vooral in nek- en schoudergordel, lage rug, bekkengordel en ledematen
  • verhoogde drukpijn op een aantal specifieke punten. Deze pijnlijke plekken, de zogenaamde ‘tender points’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is osteoperose?

A
  • bot ontkalkt bot te snel
  • proces dat in de loop van een aantal jaren in stilte plaatsvindt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke factoren kunnen aanleiding geven tot osteoporose?

A
  • leeftijd
  • geslacht
  • hormoonstatus
  • immobilisatie
  • roken
  • alcohol
  • medicatie gebruik
  • bepaalde ziektebeelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe kan immobilisatie osteoporose beïnvloeden?

A

bedlegerigheid leidt tot calciumverlies, waardoor er een versnelde botafbraak kan ontstaan; regelmatige lichaamsbeweging kan dit voorkomen door de bloedsomloop te stimuleren, hierdoor kunnen meer voedingsstoffen (zoals calcium) de botten
bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe kan het hormonenspiegel osteoporose beïnvloeden?

A

de oestrogeen/testosteronspiegel is belangrijk voor de aanmaak en instandhouding van het bot; vrouwen die al vroeg in de menopauze zitten of bij wie de baarmoeder wordt weggehaald, maken minder oestrogenen aan en hebben dus een groter risico op het ontstaan van osteoporose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de symptomen van osteoporose?

A
  • vermindering van lichaamslengte;
  • rugpijn;
  • kromme rug;
  • spontane fracturen;
  • spierpijn en spierzwakte;
  • compressiefracturen van de wervels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke maatregelen kunnen helpen bij de preventie van osteoporose?

A
  • calciumrijke voeding;
  • vitamine D;
  • lichaamsbeweging;
  • rookstop;
  • geen overmatig alcoholgebruik;
  • minderen van koffie;
  • zonlicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke onderzoeken worden er gedaan om de diagnose osteoporose te stellen?

A
  • klinisch onderzoek;
  • RX: breuken opsporen, ook osteoporotisch bot;
  • botdichtheidsmeting: meestal meet men de heupen en de lumbale wervels. Hoe lager meting, hoe groter risico op fracturen
  • bloedafname: bepaling van hormonen, calcium, vitaminen, nierfunctie, schildklierfunctie …
  • urinestaal: controle op calcium verlies via urine (= hypercalciurie).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke niet-medicamenteuze behandeling van osteoporose zijn er?

A
  • sport;
  • dieet;
  • beperking van sommige medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke medicamenteuze behandeling van osteoporose zijn er?

A
  • hormoonvervangende therapie;
  • calcium en vitamine D (bv. Sandoz Calcium®, D-vital®, Steovit® …);
  • calcitonine: natuurlijk hormoon van de schildklier dat botontkalking afremt;
  • bifosfonaten: verhinderen de botafbraak en stimuleren de productie van nieuw bot
    (bv. Actonel®,Fosamax® …)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn de symptomen van fracturen?

A
  • haematoomvorming door beschadiging van de omliggende bloedvaten;
  • zwelling ten gevolge van de haematoomvorming;
  • spierspasmen in de omliggende spieren;
  • pijn bij manipulatie
  • abnormale stand van het bot;
  • lengteverschil van het lidmaat ten opzichte van het andere;
  • een dof gevoel of tintelingen in de buurt van de breuk ten gevolge van schade aan de omliggende zenuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hoe kan men fracturen indelen naar de relatie t.o.z. van de omliggende weefsels?

A
  • Gesloten fractuur: de huid is intact en het bot is niet zichtbaar;
  • open fractuur: de huid is niet intact en het bot is duidelijk zichtbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hoe kan men fracturen indelen naar ernst van de breuk?

A
  • Volledige breuk: het bot is volledig gebroken;
  • onvolledige breuk: het bot is slechts gedeeltelijk gebroken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Hoe kan men fracturen indelen naar de breuklijn?

A
  • Transversale breuk: de breuklijn is horizontaal
  • longitudinale breuk: de breuklijn is verticaal
  • schuine breuk zonder verplaatsing: de breuklijn loopt schuin en het bot is nog steeds gepositioneerd op dezelfde plaats
  • schuine breuk met verplaatsing: de breuklijn loopt schuin en het bot is niet meer gepositioneerd op dezelfde plaats
  • spiraalbreuk: de botten zijn gedraaid
  • comminutieve breuk: het bot is versplinterd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Waarop gaat gaat men letten bij het uitwendig onderzoek bij fracturen?

A
  • zwelling;
  • pijn;
  • sensibiliteit;
  • mobiliteit;
  • abnormale stand van het lichaamsdeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Hoe gaat men bevestigen dat er een fractuur is?

A
  • RX-opname -> beeld krijgen van de soort fractuur
  • zware impact op lichaam: ook een CT-scan vragen -> meer gedetailleerd beeld van de breuk en de omliggende weefsels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Welke behandelingen zijn er bij fracturen?

A
  • gipsverband
  • operatie
  • rust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Welke vragen moet men stellen om de juiste behandeling voor fracturen te vinden?

A
  • Welk bot is gebroken?
  • Wat voor soort breuk is het?
  • Zit de breuk in een gewricht?
  • Zijn er andere weefselbeschadigingen in de buurt van de breuk?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hoe werkt een gipsverband?

A
  • nodig om bot in correcte positie te
    houden
  • Als bot verplaatst -> arts bot eerst reduceren of in correcte positie plaatsen
  • steeds gesloten reductie waarbij huid intact is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Waarom wordt een open gipsverband gebruikt?

A
  • eerste uren/dagen na de breuk kan zwelling optreden
  • kan meer open staan wanneer zwelling zou toenemen
  • eerste 48 uur lidmaat in hoogstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Hoe lang blijft een gipsverband ter plaatse?

A
  • open: tot zwelling is afgenomen
  • gesloten: afhankelijk van fractuur -> bekijken na RX
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Hoe wordt een gipsverband aangelegd?

A
  • gipskous aangelegd -> huid beschermen
  • circulair dikke laag met wattenverband aangelegd -> drukletsels voorkomen
  • het gipsverband wordt aangelegd -> eerst natgemaakt om circulair te kunnen aanbrengen -> Door drogen van verband zal hardheid optreden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat zijn de nadelen van een gipsverband?

A
  • jeuk en geurhinder
  • men kan eventuele infecties van dit letsel niet observeren
  • veroorzaakt immobiliteit en een verhoogde zorgvraag
  • Door het niet gebruiken van een aantal spieren zal spierdystrofie optreden
  • immobilisatie van onderste ledematen bestaat een verhoogde kans op een diepe veneuze trombose
40
Q

Wanneer kiest men voor een operatie bij een fractuur?

A

Wanneer een fractuur ernstig verplaatst is of als een immobilisatie onvoldoende kans biedt op goed herstel

41
Q

Welke mogelijke operaties zijn er bij fracturen?

A
  • Plaatsen van een pen
  • via platen en schroeven zal de arts het bot fixeren
  • via een externe fixateur
42
Q

Hoe verloopt een operatie met het plaatsen van een pen?

A

hierbij plaatst de arts een nagel doorheen het beenmerg. De pen wordt vervolgens met dwarse schroefjes vastgezet

43
Q

Hoe verloopt een operatie met het plaatsen van een platen en schroeven?

A

De plaat wordt op het bot vastgemaakt en gefixeerd met schroeven

44
Q

Hoe verloopt een operatie met het plaatsen van een externe fixateur?

A

Wanneer huid en spieren ernstig beschadigd zijn of wanneer een breuk uit veel verschillende componenten bestaat, kan de arts ervoor kiezen om tijdelijk de breuk te fixeren aan de buitenzijde. Hierbij wordt een extern fixatie mechanisme geplaatst

45
Q

Wat wordt er gedaan wanneer een operatie nog niet direct mogelijk is door bijvoorbeeld anticoagulantia?

A
  • breuk toch al te stabiliseren
    -> door aanleggen van huidtractie
    -> verband aangelegd met gewicht aan een systeem van katrollen Door het gewicht zullen de gebroken botten op één lijn gebracht worden
46
Q

Bij welke fracturen verkiest men voor rust als behandeling?

A

aan de clavicula, de ribben en de tenen

47
Q

Wat zijn de mogelijke complicaties na de behandeling van een botbreuk?

A
  • Vertraagde genezing door infectie van het bot of verminderde doorbloeding
  • pseudoartrose of het niet vastgroeien van de botdelen
  • een afwijkende stand bij een niet goed gelukte repositie
  • zenuwuitval, tintelingen, krachtsverlies en functieverlies kan optreden door verhoogde druk op de zenuwen
  • infectie van de chirurgische wonde
  • posttraumatische algo(neuro)dystrofie of complex regionaal pijnsyndroom
48
Q

Wat is CRPS?

A

= complex regionaal pijnsyndroom
- reactie die kan optreden na een breuk of operatie aan arm of been -> onvoorspelbare reactie van zenuwen en bloedvaten op de verwonding

49
Q

Wat zijn de symptomen van CRPS?

A
  • Pijn (die bij inspanning toeneemt);
  • een gezwollen lichaamsdeel;
  • verschil in huidtemperatuur (warm bij een warme dystrofie, koud bij de koude dystrofie);
  • huidverkleuring van het aangedane gebied (rood of blauw);
  • verminderde beweeglijkheid en pijn bij het aanraken van de huid
50
Q

Welke behandelingsvormen zijn er voor CRPS?

A
  • er kan rust van het aangedane lichaamsdeel worden geadviseerd. Daarbij kan een speciale spalk of brace worden aangelegd met stelselmatige opbouw van kinesitherapie;
  • voor de bestrijding van de pijn worden pijnstillers voorgeschreven
  • door chronische pijnklachten kan de zorgvrager doorverwezen worden naar een psycholoog
  • gemiddeld zal 80 à 90% van de zorgvragers met CRPS genezen
51
Q

Welke soorten heupfracturen zijn er?

A
  • intracapsulaire fractuur
  • extracapsulaire fractuur
52
Q

Wat is een intracapsulaire fractuur?

A
  • breuk ter hoogte van de hals van femur
    = femurhalsfractuur
  • breuklijn bevindt zich ter hoogte van de femurnek of heupkop
53
Q

Wat is een extracapsulaire fractuur?

A

breuklijn in bovenste 5 cm van femur

54
Q

Wat zijn de mogelijke behandelingen voor een intracapsulaire fractuur?

A
  • een totale heupprothese (THP)
  • een bipolaire heupprothese (BHP)
55
Q

Wat is een totale heupprothese?

A

hierbij zal men zowel de heupkop en heupkom vervangen. Er wordt een nieuwe steel in de femurhals geplaatst en een metalen heupkom

56
Q

Wat is een bipolaire heupprothese?

A

hierbij zal men enkel de heupkop vervangen. De heupkom blijft behouden. Er wordt een nieuwe steel in de femurhals geplaatst

57
Q

Wat zijn de mogelijke behandelingen van een extracapsulaire heupfractuur?

A
  • Bij oudere zorgvragers met een trager herstel zal men een pen plaatsen in de femur gefixeerd door schroeven
  • bij jongere zorgvragers die een heupfractuur hebben opgelopen bv. ten gevolge van een ongeval, zal men kiezen voor een fixatie met plaat en schroeven
58
Q

Wat zijn de mogelijke complicaties van heupfracturen?

A
  • DVT
  • luxatie
  • infectie
59
Q

Wat is een luxatie?

A

= ontwrichting
- scheiding van normale samenhang tussen onderdelen van een gewricht
- treedt op als de 2 botten geen contact meer met elkaar maken -> Eén van de botten is dan ‘uit de kom’

60
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van luxaties?

A
  • trauma: grote kracht op één van de twee botten in een gewricht, bv. hard vallen;
  • eerdere luxatie;
  • postoperatief: na plaatsen van bv. een heupprothese
  • hyperlaxiteit: te grote beweegelijkheid van gewrichten door slapheid van kapsels en gewrichtsbanden (ligamenten);
  • gewrichtsaandoening bv. reumatoïde artritis
  • luxatie van de heup kan vanaf de geboorte al bestaan (aangeboren heupdysplasie)
61
Q

Wat zijn de symptomen van een luxatie?

A
  • abnormale verhouding tussen de gewrichtsdelen (de kop en de kom);
  • ernstige pijn in het betreffende gewricht met een sterk verstoorde functie;
  • distorsie van het getroffen gewricht;
  • contusie van het getroffen gewricht;
  • zwelling rond het gewricht;
  • hematoom rond het gewricht;
  • soms contact van gewricht met buitenwereld (open luxatie);
  • soms overrekking van zenuwen;
  • soms circulatiestoornissen
62
Q

Wat is de behandeling van een luxatie?

A
  • reductie van het geluxeerde gewricht onder algemene narcose met eventueel gebruik van spierverlammende geneesmiddelen
  • na reductie: getraumatiseerde gewricht geïmmobiliseerd
63
Q

Wat zijn menisci?

A

verdelen druk in het kniegewricht -> schokdempende functie

64
Q

Wat gebeurd er bij een meniscusletsel?

A
  • er ontstaat plots een scheur in de binnenste of buitenste meniscus
  • ontstaat vaak na verkeerd uitvoeren van een beweging van de knie. Er zal een knappend geluid of gevoel waargenomen worden waarna klachten zullen ontstaan.
65
Q

Wat zijn de symptomen van een meniscusletsel?

A
  • zwelling van de knie;
  • pijn bij het volledig buigen en strekken van de knie;
  • een voel- en hoorbare klik in de knie;
  • het gevoel hebben van door de knie te “zakken”;
  • bij een groot meniscusletsel zal soms een volledige blokkade van de knie voorvallen
    waardoor men de knie niet meer zal kunnen buigen of strekken
66
Q

Hoe wordt de diagnose van een meniscusletsel gesteld?

A

gesteld aan de hand van een uitwendig onderzoek aangevuld met een NMR-scan. Hierbij zal men een gedetailleerd beeld krijgen van het kniegewricht

67
Q

Wat is de niet-operatieve behandeling van een meniscusletsel?

A
  • Bij zorgvragers ouder dan 35 jaar zal men gedurende 3-6 maanden conservatief behandelen om een operatie te vermijden.
  • De behandeling zal erin bestaan het kniegewricht sterker te maken door middel van kinesitherapie
68
Q

Wat is de operatieve behandeling van een meniscusletsel?

A

Wanneer blokkade van knie/ conservatieve behandeling geen beterschap -> operatie: via arthroscopie de beschadigde meniscus hechten, shaven of knippen

69
Q

Wat is de revalidatie na een operatie bij een meniscusletsel?

A
  • gedurende 2 weken de knie ontlasten door het gebruik van krukken
  • Gedurende 6 weken de knie niet verder buigen dan 90°
  • pas 3 maand postop volledig hurken
70
Q

Wat is lumbago?

A

= “pijn in de lenden” -> lumbale spierpijn
- pijn die zowel het bewegen als de houding zal belemmeren
- acute lumbago geneest meestal binnen de 8 weken en zal zelden overgaan tot chronische lumbago

71
Q

Hoe veel komt lumbago voor?

A

25% van de bevolking tussen 18 en 75 jaar bezoekt wel eens een arts met een lumbagoproblematiek. 12% moet hierdoor zijn werkactiviteiten stilleggen

72
Q

Wat zijn de oorzaken van lumbago?

A
  • Facetarthropathie -> door een verkeerde beweging uit te voeren of gedurende lange tijd de spieren te overbelasten
  • Zwakke buik- en rugspieren
73
Q

Wat is Facetarthropathie?

A

facetgewricht is het achterste kleinste gewrichtje van een wervel dat ervoor zorgt dat de wervels goed op elkaar steunen Bij een lumbago bevinden deze gewrichtjes zich in subluxatie wat pijn en een verhoogde spierspanning veroorzaakt

74
Q

Wat zijn de symptomen van lumbago?

A

Er is plots een zeer hevige pijn lumbaal en rondom het bekken. De pijn zal erger worden bij buigen, tillen en langdurig zitten. In ernstige mate zal de pijn ook uitstralen naar de bil en benen

75
Q

Wat is de behandeling van lumbago?

A
  • adequate analgesie -> pijnbestrijding
  • Blijven bewegen
  • Warmte kan de rugspieren doen ontspannen waardoor spontaan
    herstel binnen enkele dagen zal gebeuren
  • preventief buik- en rugspieren te trainen zodat een natuurlijke gordel ontstaat
  • Rugschool of kinesitherapie
76
Q

Wat is een dicushernie?

A

Wanneer er een scheur komt in verhard omhulsel van discus, kan de geleiachtige massa van de discus zich een weg vormen naar buiten. Wanneer deze massa op een zenuw drukt, veroorzaakt dit pijn

77
Q

Wat is een bulging disk?

A

Hierbij puilt de discus wel uit maar deze is nog intact

78
Q

Wat is de prevalentie van een discus hernia?

A
  • 90% ontstaan in lumbale wervels -> Vaak tussen L4-L5 of L5-S1 -> zwaartepunt ligt volledig op deze regio
  • 10% ontstaat cervicaal
79
Q

Wat zijn de symptomen van een lumbale hernia?

A
  • Pijn in de onderrug;
  • uitstralingspijn in het been en/of de voet;
  • paresthesieën in het been en/of de voet;
  • slapend gevoel in het been en/of voet;
  • gevoelsstoornissen in de stuit en heup;
  • spierzwakte;
  • in extreme gevallen verlamming van het been
80
Q

Wat zijn de symptomen van een cervicale hernia?

A
  • Nekpijn;
  • pijn in de schouders;
  • hoofdpijn;
  • duizeligheid;
  • uitstralingspijn in de arm;
  • krachtsverlies in de arm en/of hand;
  • paresthesieën in de arm en/of hand;
  • gevoelsstoornissen in de arm en/of hand;
  • in extreme gevallen verlamming van de arm
81
Q

Wat is de conservatieve behandeling van een hernia?

A

80 à 90% van de van de symptomen verdwijnt binnen enkele weken. Adequate analgesie in combinatie met aangepaste activiteiten zullen de pijn verlichten aangevuld met kinesitherapie in eerste fase

82
Q

Wat is een infiltratie bij een hernia?

A

Bij uitstralingspijn in de arm of het been kan via een gerichte injectie lokale verdoving en corticoïden toegediend worden rondom de zenuwwortel -> betrokken zenuw proberen ontzwellen -> vermindering van symptomen -> kan 2-3 maal herhaald worden binnen korte termijn

83
Q

Wat is de heelkundige behandeling van een discushernia?

A
  • Een lumbale discectomie
  • posterieure fusie
  • anterieure fusie
  • cervicale fusie
  • cervicale foraminotomie
84
Q

Wat is een lumbale discectomie? (hernia)

A

de uitstulping wordt hierbij weg “geknabbeld” waardoor de zenuw terug vrij komt te liggen. Dit via een insnede in rug

85
Q

Wat is een posterieure fusie? (hernia)

A

hierbij wordt via de rug discus verwijderd. Er wordt een kooi geplaatst met crista-ent. Hierdoor zullen de 2 wervels aan elkaar vastgroeien. Deze ingreep wordt ook vaak PLIF of posterieure lumbale interbody fusie

86
Q

Wat is een anterieure fusie? (hernia)

A

Hierbij zal men dezelfde techniek toepassen als bij de posterieure fusie maar via de buik. We spreken hier over een ALIF of anterieure lumbale interbody fusie;

87
Q

Wat is een cervicale fusie? (hernia)

A

via een insnede in de hals zal dezelfde techniek toegepast worden zoals bij een lumbale fusie

88
Q

Wat is een cervicale foraminotomie? (hernia)

A

Hierbij wordt een kleine insnede gemaakt in de hals en wordt een zijdelings gelegen hernia verwijderd. Het zenuwkanaal waarlangs de zenuw loopt wordt verbreed maar de discus zelf blijft intact.

89
Q

Wat is scoliose?

A

een laterale kromming van de wervelzuil (een laterale asafwijking). De kromming kan zowel naar links of naar rechts zijn. Daarnaast draait bij scoliose de wervelkolom om haar as. De verdraaiing van de wervelkolom veroorzaakt op thoracaal niveau een bochel (gibbus) van de ribben

90
Q

Wat is functionele scoliose?

A
  • verkromming van de ruggenwervel ten gevolge van een houdingsfout;
  • is volledig corrigeerbaar;
  • bv.: lengteverschillen van de onderste ledematen, zichtbaar hierbij is bekkenscheefstand
91
Q

Wat is structurele scoliose?

A
  • misvorming van de ruggewervels;
  • is niet volledig corrigeerbaar;
  • 2 soorten: niet-idiopatische scoliose, idiopatische scoliose
92
Q

Wat zijn de eigenschappen van niet-idiopatische scoliose?

A
  • duidelijke oorzaak
  • verschillende groepen:
    ▪ neuromusculaire groep (bv. bij spierdystrofie);
    ▪ aandoeningen van het bindweefsel;
    ▪ congenitale wervelafwijkingen
93
Q

Wat zijn de eigenschappen van idiopatische scoliose?

A
  • geen gekende oorzaak
  • meest voorkomende;
  • komt meer voor bij meisjes
94
Q

Wat zijn de symptomen van scoliose?

A
  • bewegingsbeperking van wervelkolom;
  • asymmetrie ter hoogte van schoudergordel: verschillende hoogte van de schouders;
  • een gekanteld bekken;
  • niet boven bekken gecentreerd hoofd;
  • ongelijke afstand tussen armen en lichaam (de ene arm is verder van het lichaam verwijderd dan de andere arm);
  • pijn en vermoeidheid;
  • volumeverlies van de longen;
  • gibbus thoracaal
95
Q

Wat is de behandeling van scoliose van 20°/ lichte vorm van scoliose?

A
  • regelmatige controles om te zien hoe de scoliose zich ontwikkelt;
  • kinesitherapie:
    o om de lichaamshouding te verbeteren;
    o om de spieren van de rug te leren aanspannen;
    o om te voorkomen dat de scheefgroei verergert
96
Q

Wat is de behandeling van scoliose van 20° tot 40°?

A
  • een brace: korset van kunststof, soms met een metalen beugel eraan;
    o brace geeft tegenkracht aan verkromming in de ruggengraat;
    o zolang zv groeit, kunnen verkromming en draaiing verergeren -> brace gedragen tot jongere is uitgegroeid;
    o is kromming minder ernstig -> soms genoeg om brace alleen ‘s nachts
    o bij ernstige scoliose moet korset ook overdag aan Bij volwassene geeft korset vooral ondersteuning en verlicht pijn;
    o de scoliose kan na de groei niet meer gecorrigeerd worden met een brace
97
Q

Wat is de behandeling van scoliose vanaf 40°?

A
  • operatieve behandeling:
    o tijdens ingreep duwt chirurg wervel-kolom voorzichtig in juiste positie Met metalen staven en schroeven -> gecorrigeerde stand vast -> beste moment voor operatie is aan einde groeiperiode
    o operaties op latere leeftijd zijn ook mogelijk, maar risico’s zijn dan groter en resultaat vaak minder goed;
    o sommige scoliosepatiënten hebben meerdere operaties nodig;
    o kinderen met een ernstige scoliose die nog niet geopereerd kunnen worden, krijgen soms een correctiegips;
    o ook na operatie soms tijdelijk gipsverband aangelegd