HF 8: Levenslang leren om in het gareel te lopen Flashcards

1
Q

Het, al dan niet onder dwang, overdragen van een cultuurpatroon – waarden, normen, doelstellingen en verwachtingen – van het ene naar het andere samenlevingsverband. Voorbeelden zijn kolonisatie (tussen landen) en verburgerlijking (tussen de burgerij en de arbeidersklasse).

A

acculturatie

van het ene samenlevingsverband naar het andere
= stedelijke opvattingen naar plattenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Maatschappelijk proces dat zorgt voor overdracht van richtinggevende en regulerende overtuigingen, waarden en normen, doelstellingen en verwachtingen. Zorgt ervoor dat nieuwkomers kunnen deelnemen aan het (grote of kleine) samenlevingsverband en draagt tegelijk bij tot het voortbestaan van een sociale of institutionele orde en tot de voorspelbaarheid van het sociaal handelen (verwachtingsverwachtingen).

A

socialisatie/ enculturatie

van een samenlevingsverband naar een individu
= burgerlijke cultuur naar arbeidersklasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het aan anderen doorgeven (soms opdringen) van de aan een cultuurpatroon eigen waarden en normen, doelstellingen en verwachtingen.

A

cultuuroverdracht

kan ofwel via socialisatie of acculturatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

leg uit the marschmallow experiment

A

instant gratification hangt samen met nurture: het is iets wat je bent, niet iets wat je wordt aangeleerd.

De wilskracht die je als kind hebt om een marshmallow wel of niet op te eten hangt samen met hoe je later op later gaan presteren, omgaat met stress,……..

DUS delay of gratification is iets dat nurture is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

paradox van socialisatie

A

socialisatie beperkt en disciplineert
maar
socialisatie versterkt en emanicipeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Informele, ‘vanzelfsprekende’ socialisatie (vaak via imitatie) binnen een primair samenlevingsverband (zoals gezin en peergroep).

A

primaire socialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leert men hoe zich te gedragen in formele omstandigheden en omgevingen. Gebeurt vooral op school en in andere organisaties (verenigingen, bedrijven). De toegang tot deze formele organisaties houdt meestal zelf een socialisatieproces in; collectieve rituelen spelen daarbij een niet te onderschatten rol. ‘Inburgering’ is een belangrijke vorm van socialisatie voor nieuwkomers van buitenlandse herkomst.

A

secundaire socialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De impliciete socialisatie in het dominante cultuurpatroon via algemene socialisatie-agenten, zoals de media (massamedia, in toenemende mate ook de sociale media). Socialiseert zowel de traditionele ‘socialisatie-agenten’ (ouders, leerkrachten) als de traditionele ‘gesocialiseerden’ (kinderen, leerlingen).

A

teriaire socialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een van de vijf types van handelen bij Merton. Wanneer mensen institutioneel aanvaarde middelen gebruiken om algemeen aanvaarde doelen te bereiken. Of ook: door de sociale druk stemmen mensen hun handelen af op de dominante spelregels; ze nemen de toegewezen sociale rollen op.

A

conformisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

leg uit experiment van ash

A

= als mensen moeten kiezen vertonen ze minder stress wanneer ze zich conformeren naar de rest van de groep

= wanneer ze onafhankelijke keuze maken zijn ze veel meer emotioneel gespannen.

groepsgrootte: toevoegen extra mensen heeft weinig invloed vanaf 4 mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leg uit conformisme volgens miligram

A

de eigen waarden en normen lijken vergeten te zijn wanneer men de de rest niet kan zien, men kan zich dus niet conformeren aan iemand.

de gehoorzaamheid is het grootst wanneer de proefpersoon wordt verzochts om een persoon schokken toe te dienen

de gehoorzaamheid verkleint wanneer wanneer de andere persoon ongehoorzaam wordt of wanneer er geen toezichthouder aanwezig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Maatschappelijk proces van beïnvloeding, waarvan degene die wordt beïnvloed en degenen die beïnvloeden zich niet altijd bewust zijn. Wordt uitgeoefend via allerlei maatschappelijke processen: socialisatie, internalisatie, collectieve rituelen, disciplinering. Wordt afgedwongen via sociale sancties.

A

sociale controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Middelen voor sociale controle.

A

sociale sanctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly