HF 6; een netwerk is geen groep Flashcards
Sociale relaties die samenkomen in knooppunten vormen een sociaal netwerk, dat kan worden onderscheiden van andere netwerken. We kunnen die sociale relaties voorstellen als kanalen die verschillende plekken verbinden en waarlangs sociale goederen (kunnen) stromen.
netwerk
Groepen waaraan mensen refereren voor hun waarden of gedrag . Kan samenvallen met de lidmaatschapsgroep.
referentiegroep
Omvat het geheel van (sociale) relaties binnen sociale netwerken of het kapitaal aan respectabiliteit en eer (status). Hoeveelheid en samenstelling kunnen verschillen, vooral naargelang van de sociale klasse.
sociaal kapitaal
Een verzameling van personen, louter op basis van eenzelfde ‘attributioneel’ kenmerk (geslacht, leeftijd). Een gemeenschappelijk kenmerk
aggregaat (sociale categorie)
Groep waaraan richtinggevende waarden en normen voor het handelen worden ontleend. Kan samenvallen met de lidmaatschapsgroep, maar kan ook een andere groep zijn, waarvan men lid wil worden en daarop al anticipeert.
normatieve referentiegroep
Groep waarmee de eigen situatie wordt vergeleken en die soms tot gevoelens van relatieve deprivatie leidt. Het vergelijkingspunt bij referentiegroepen is niet noodzakelijk een groep in de strikte zin van het woord: het kan ook om een sociale categorie gaan (rijkeren), een abstract idee (Europa, Brussel) of een enkel individu (een popster). Het kan zelfs een geconstrueerde referentiegroep betreffen, een stuk ‘beleefde werkelijkheid’, zoals personen of gezinnen die in een tv-soap ten tonele worden gevoerd. Belangrijk, maar minder ingrijpend dan de normatieve referentiegroep.
vergelijkende/ comparatieve referentiegroep
Een gevoel van ontevredenheid dat wordt veroorzaakt doordat de eigen situatie als minder gunstig wordt gepercipieerd ten opzichte van de situatie van een ander.
relatieve deprivatie