Het ‘Object’ van de Orthopedagogiek Flashcards

1
Q

Heilpedagogiek

A
  • Enerzijds ‘echte pedagogiek’
  • Anderzijds een tussengebied tussen geneeskunde en pedagogiek
  • Object = helen (genezen maar ook morele betekenis) van beperkingen, gedragsproblemen, leerproblemen, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kritieken op heilpedagogiek

A
  1. Heilpedagogiek lijkt zo slechts een toegepaste wetenschap, gebaseerd op psychopathologie, en geen autonome wetenschap
  2. Vele beperkingen zijn niet te genezen
  3. Orthopedagogiek is een opvoedkundige wetenschap, geen paramedische
  4. Opvoeden beoogt niet te genezen of gezond maken maar is gericht op groeien en ontwikkelen als mens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kritiek speciale pedagogiek/orthopedagogiek

A
  1. Zijn kdn met een beperking anders
  2. Zijn ‘kdn met beperking’ het object van Orthopedagogiek?
  3. Veel nadruk op het speciale i.p.v. op analogie met gewone
  4. Andere kdn (zonder beperking) behoeven misschien ook speciale opvoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Drievoudige oorsprong

A
  1. Vakgebied Onderwijs, aan kdn met een beperking
  2. Vakgebied Residentiële zorg, voor verwaarloosde kdn en jeugdige delinquenten
  3. Vakgebied Ambulante hulpverlening, aan ouders en kdn om een uithuisplaatsing te voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Orthopedagogiek als wetenschap evolueerde historisch in drie fasen

A
  1. opvoeding van het afwijkende kind
    => accent ligt op het kind met tekorten, afwijkende kind, ontwikkelingsbelemmeringen, …
  2. hulp aan het kind in opvoedingsnood
    => accent ligt op moeilijkheden bij het opvoeden van het kind met een tekort, en de oorzaak ligt nog grotendeels bij het kind met zijn tekort
  3. hulp in de problematische opvoedingssituatie
    => opvoeden is dialogisch, dus opvoedingsproblemen hebben niet alleen te maken met het kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hanselmann

A

Heilpedagogiek is de leer over de opvoeding, het onderwijs en de maatschappelijke zorg mbt alle kinderen van wie de lichamelijk-psychische ontwikkeling blijvend wordt belemmerd en dit door zowel individuele als sociale factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Paul Moor

A

othopedagogen: minder gericht op het defect maar wel op ontwikkeling
Object van de ‘Heilpedagogiek’ is de opvoeding van het kind met ontwikkelingsbelemmeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vliegenthart

A

“Het gaat om “de opvoeding van al die kdn in wie door zeer verschillende oorzaken blijvend of gedurende lange tijd zo ernstige belemmeringen in het verloop der opvoeding aanwezig zijn of te voorzien zijn dat de in de cultuurgemeenschap voor de grote massa van de jeugd gebruikelijke opvoedingsvormen niet tot een voor het kind en/of gemeenschap acceptabel resultaat voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ter Horst

A

Orthopedagogiek

is een menselijke planwetenschap die als veld van actie de POS heeft: dit is een opvoedingssituatie die zodanig leed met zich meebrengt dat men meent niet verder te kunnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

POS volgens Horst

A

= actiefveld
wordt beleefd als uitzichtloos
zonder professionele hulp niet weer perspectief-biedend

vooral OPVOEDERS in vizier gehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

elementen van POS volgen Horst

A

1.kind,
2. opvoeders,
3. omgeving van kind (direct en indirect) en
4. werkelijkheid achter omgeving van het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Grondvormen

A

aanraken, verzorging, maaltijden bereiden, feesten, erop uit trekken, werken, kdn iets leren, een gesprek voeren, bijtanken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oorzaak POS volgens Ter Horst

A

het kind (F en D werkingssfeer)
de omgeving waarmee het kind in aanraking komt (O en I werkingssferen)
de werkelijkheid achter de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

menselijke bestaanswijzen

A
  1. humane niveau
  2. fysische niveau
  3. Biotische niveau
  4. animale niveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drie horizontale relaties

A
  1. Directe omgeving (O-sfeer)
  2. Indirecte omgeving (I-sfeer)

3.Omgeving achter de werkelijkheid (bv. huwelijksrelatie van de ouders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De orthopedagogiek is volgens Kok

A

de studie van het handelen, meer in het bijzonder van het specifiek pedagogisch handelen dat een pedagogisch antwoord zoekt en geeft op de problematiek die in de opvoedingssituatie is ontstaan

17
Q

Animal educandum

A

Opvoeding in functie van het humane bestaan, zoals conceptie-voeding-rust in functie van doorgeven biologisch leven

18
Q

doel opvoeden volgens Kok

A

optimaliseren ontwikkelingsproces, zonder te weten waar dit heen leidt

19
Q

3 assen Kok

A
  1. Affectieve as (r-as), ingebed zijn in menselijk contact

2.Cognitieve as (s-v), het kunnen analyseren & flexibiliteit
Structuur en Variëren
3.Conatieve as (h-z), eigenheid

20
Q

Kritiek op ‘assen’ Kok

A

Gebrek aan betrouwbaarheid en validiteit
Communicatie andere disciplines onmogelijk
Hoe bestaande classificatiesystemen (zoals DSM, ASEBA, ….) gebruiken, hoe van DSM naar ‘beantwoorden pedagogische vraag’?

21
Q

De Fever - Integrerend Orthopedagogisch Model

A

POS is een falende afstemming tussen vraag (kind) en antwoord (opvoeders)
- opvoeders begrijpen vraag niet
- willen vraag niet begrijpen (misbruik, …)
- opvoeder kan antwoord niet geven

22
Q

Orthopedagogische hulp volgens De Fever

A

kundig de vraag lezen en een adequaat antwoord formuleren, dat wil zeggen:
1. Classificeren stoornis (wanneer stoornis)
2. Onderzoeken en analyseren verklaringsmodellen van stoornis
3. Afleiden orthopedagogische vraag

23
Q

orthopedagogisch handelen volgens de Kok

A

1e graadsstrategisch handelen
= situatiehantering (structureren versus variëren)
klimaatcreatie (koel-zakelijk versus warm)
opvoederpresentatie (sturend versus sensitief)

2e graadsstrategisch handelen
behandelen (specifieke technieken)
congruent met opvoedproces

3e graadsstrategisch handelen
= persoonlijke inkleuring van de behandeling

24
Q

stromingen opvoedingsprobleem

A
  1. Descriptieve orthopedagogiek
  2. Prescriptieve en normatieve orthopedagogiek:
25
Q

descriptieve orthopedagogiek

A

Gedragswetenschappen
Kennis en verklaren
Effectieve metoden
Opvallende kind

26
Q

Prescriptieve en normatieve orthopedagogiek:

A

Agogische wetenschappen
Hulpverlenen
Opttimaliseren van opvoedprocessen
POS

27
Q

Minimale rationaliteit

A

Ontwikkeling als persoon
basale niveau = mens als kiezer
excellente niveau = autonoom, kritisch en creatief

28
Q

Minimale moraliteit

A

Accepteert morele regels van zelfzuchtig iemand
Basisregels ivm bescherming en veiligheid

29
Q

Object Orthopedagogiek

A

de hulpverlening aan en de preventie van situaties die als interne of externe opvoedingsimpasse kunnen worden bestempeld

30
Q

Empirische cyclus

A

Observatie
inductie
deductie
toetsing

31
Q

Wisselwerking tussen hermeneutisch-interpretatieve en empirisch-analytische

A

probleemstelling
diagnose
plan
ingreep
evaluatie

32
Q

DEFINITIE ORTHOPEDAGOGIEK

A

= de wetenschappelijke studie van de preventie van en de hulpverlening aan zij die betrokken zijn of dreigen te worden betrokken bij ernstige opvoedingsproblemen

opvoedingsproblemen kunnen worden omschreven als een interne of externe opvoedingsimpasse

33
Q

Criteria orthoped zorg (Vliegenthart)

A
  1. Aard, ernst, duur stoornis/beperking
  2. Vraag of speciale middelen of technieken nodig zijn
  3. vraag naar het subj belevingsmoment door het kind
34
Q

verschuiving van kind -> gezin

A
  1. systeemtheorie
  2. hechtingstheorie
  3. onduidelijker worden opvoedingsdoelen