Diagnostiek en classificeren van problemen Flashcards
Voorwaarden problematische opvoedingssituatie
- De aanwezigheid van een kind of jeugdige met afwijkende disposities is geen voldoende voorwaarde voor een problematische opvoedingssituatie.
- De aanwezigheid van een kind of jeugdige met afwijkende disposities is geen noodzakelijke voorwaarde voor een problematische opvoedingssituatie.
Handelingsgerichte diagnostiek
Pameijer en Beukering
- Intakefase
- Strategiefase
- Onderzoekfase
- Indiceringsfase
- Adviesfase
intakefase
intakegesprek waarin verhaal kind, ouders, leerkracht,…
volledig duidelijk wordt
Strategiefase
= het vorige wordt omgezet naar reflectie om vervolg traject uit te stippelen →
diagnostisch plan
Onderzoeksfase
= onderzoeksvragen beantwoorden & externen bij onderzoek betrekken
Indiceringsfase
= fase van reflectie: Wat is het probleem, waar speelt probleem zich af, wat
zijn beschermende en ondersteunende factoren,…= daarmee kunnen we strategie
bijsturen,…
Adviesfase
= advies geven over een gepaste strategie naar opvang, begeleiding,… toe
Diagnoses volgens Pameijer en Beukering
- Onderkennende (wat is het probleem),
- verklarende (wat is verklaring van probleem)
- indicerende diagnostiek (wat zijn indicaties)
Diagnoses volgens De Bruyn
- Verhelderende (verhelderen waar het probleem over gaat),
- classificerende (de problemen ordenen via vb. Classificatieschema’s),
- Verklarende diagnostiek
- indicerende (indicaties naar mogelijke behandeling, begeleiding) diagnostiek
Diagnoses volgens Grietens en Hellinck
- Onderkennende (probleemverkenning),
- classificerende
- behandelingsgerichte diagnostiek
Diagnostische cyclus
De Bruyn
Vanuit anamnese (voorgeschiedenis = eerste elementen
bekijken) —> verhelderende diagnostiek —> integratie
—> classificatie —> advies/aanbevelingen
Pijlen gaan alle richtingen uit = processen lopen door
elkaar = betekent dat er verfijnd wordt en verschillende
aanpakken geprobeerd en getest worden
Classificatie definitie
het onderbrengen van een probleemherkenning in één of een aantal rubrieken van een classificatiesysteem.
Classificeren voordeel
‘orde scheppen’
Communicatie
Predicties
De wetmatigheden
- Aspecifiek : bepaalde omstandigheden en specifieke gezinssituaties leiden niet per definitie tot gedragsproblemen
- Exponentieel : naarmate meer stress- of risicofactoren => kans op het ontstaan van problemen verveelvoudigt
ICIDH centrale termen
Impairments
o Disabilities
o Handicaps
Doelstelling ICF
- Voorzien in een grondslag voor:
- Scheppen van een gemeenschappelijke taal voor:
- Mogelijk maken van een vergelijking van data tussen:
- Bieden van een systematisch codestelsel voor:
Functies
= fysiologische en mentale eigenschappen van het menselijk organisme
Anatomische eigenschappen
= positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van onderdelen van het menselijk
Stoornissen
= afwijkingen in/verlies van functies of anatomische eigenschappen
Activiteiten:
= onderdelen van iemands handelen
Beperkingen:
Beperkingen:
= moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten
Participatie:
= iemands deelname aan het maatschappelijk leven
DSM-oriented scales voor jongeren 6-18 jaar : zes schalen:
1) affectieve stoornissen
2) angststoornissen
3) aandachtsstoornissen
4) oppositioneel-opstandig stoornissen
5) gedragsstoornissen
6) somatoforme stoornissen
JFW Kok
= grondlegger orthopedagogiek
Zegt dat kind in gedrag demonstreert aan welke accenten in relatie, klimaat
scheppen en situatie het behoefte heeft om ontwikkeling (weer) vlot te krijgen
* Dit resulteert in 6 vraagstellingstypes volgens Kok = ‘wat zien we in het gedrag en beleving
van de jongeren dat een antwoord nodig heeft?’→
6 vraagstellingstypes volgens Kok
1) Vraag om emotionele ruimte bieden (R1)
2) Vraag om emotionele ruimte laten (R2)
3) Vraag om structuur (cognitieve as) = instructies geven in stapjes
4) Vraag om variatie (cognitieve as)
5) Vraag om harmoniëren (conatieve as)
6) Vraag om zelfverwezenlijking/profileren (conatieve as)
3 typen opvoedproblemen volgens De Ruyter
- Het ontbrekende verbond
- Pedagogische handelingsproblematiek
- De opvoeder belast kind
Deductief/a priori:
we hebben een theorie en vanuit die theorie gaan we diagnoses stellen =
problematisch, want je werkt weinig van onderuit: positivistisch (gemeten obv meetschalen)
Inductief:
Inductief: we vertrekken vanuit de betrokkene/deelnemer = verhaal van de betrokken
- positivistische
- positivistische (het perspectief van de observator) diagnostiek
- hermeneutische (het perspectief van de deelnemer) diagnostiek
Intentionaliteit
o handelen heeft doel & zegt iets → probleemgedrag is uitdrukking boodschap
Rationaliteit
- Rationaliteit
o Actor kan zich op minimaal niveau ervaren als een subject van handelen & staat
in relatie tot zijn handelen + zich rekenschap geven van handelen → relatie heeft
cognitief en affectief aspect
- Authenticiteit
- Authenticiteit
o Actor kan zich op één of andere manier identificeren met handelen → persoon is
in handelen in zijn geheel aanwezig = iemand is één met wat hij doet en echt
- Uniciteit
o Vanaf categorisatie wordt persoon onrecht aangedaan omdat iedereen meer is
dan wat hij deelt met anderen & iedereen heeft eigen geschiedenis