Het formulier en de agenda Flashcards
1
Q
Form
A
Het formulier
2
Q
Agenda
A
De agenda
3
Q
First name
A
De voornaam
4
Q
Last name
A
De achternaam
5
Q
Address
A
Het adres
6
Q
Postcode
A
De postcode
7
Q
House number
A
Het huisnummer
8
Q
Residence
A
De woonplaats
9
Q
Country
A
Het land
10
Q
Birthday
A
De geboortedatum
11
Q
Birthplace
A
De geboorteplaats
12
Q
Telephone number
A
Het telefoonnummer
13
Q
Signature
A
De handtekening
14
Q
Origin
A
De herkomst
15
Q
Mother tongue
A
De moedertaal
16
Q
Age
A
De leeftijd
17
Q
Nationality
A
De nationaliteit
18
Q
Passport
A
Het paspoort
19
Q
Identity
A
De identiteit
20
Q
Identification card
A
De identiteitskaart
21
Q
Dutch
A
De Nederlander
22
Q
Foreigner
A
De buitenlander
23
Q
Stranger
A
de vreemdeling - de vreemde
24
Q
Girlfriend
A
De vriendin
25
Boyfriend
De vriend
26
Single
de alleenstaande
27
Marriage
Het huwelijk
28
Girl
Het meisje
29
Boy
De jongen
30
Person
De persoon
31
Human
De mens
32
Lady
De dame
33
Woman
De mevrouw
34
Mister/Man
De heer (formal)
35
Mister/man
De meneer (informal)
36
Date
De datum
37
Day
De dag
38
Appointment
De afspraak
39
Morning
De morgen
40
Afternoon
De middag
41
Evening
De avond
42
Night
De nacht
43
Weekend
Het weekend
44
Month
De maand
45
Year
Het jaar
