Adjective (Bijvoeglijk Naamwoord) Flashcards
Happy
Blij, gelukkig, vrolijk
Ugly
Lelijk
Annoying
Vervelend
Nice
Leuk
Good
Goed
Beautiful, pretty, wonderful
Mooi, prachtig
Tired
Moe
Yummy, tasty
Lekker, heerlijk
Bad
Slecht, niet leuk
Dirty
Vies
Boring
Saai
Quiet
Rustig | stil
Many
Veel
Very
Heel, erg
Pleasant, cozy
Gezellig
Fine
Prima, goed
Verschillende
Various
Ander
Different
Gelukkig
Fortunately
Eergisteren
The day before yesterday
Helaas
Unfortunately
Helemaal
Completely
Vaak
Often
Altijd
Always
Healthy
Gezond
Safe
Veilig
Slow
Langzaam
Fast
Snel
Volgend
following, next
Difficult
Moeilijk
Easy
Makkelijk
Difficult, heavy, strong
Zwaar
Strong
Sterk
Lovely
Lief
Dangerous
gevaarlijk
Confusing
verwarrend
Vroeger
In the past
Onmiddellijk
Immediately
Light
Licht
Meteen
Immediately
Eigenlijk
Actually
Meestal
Generally or mostly
Stubborn
Koppig
Shy
Verlegen
Sweaty
Bezweet