Het Faillissement Flashcards

1
Q

Wat zijn de drie fases van het moderne insolventierecht?

A
  1. In eerste beweging probeert men de onderneming in moeilijkheden op te sporen en de moeilijkheden te voorkomen. Zeer disparate wetgeving.
  2. WCO: Men wil de onderneming in moeilijkheden saneren: het voorkomen van het failissement via een reorganisatie.
  3. Het Failissement: het handelsverkeer wordt gezuiverd: dit is “ultimum remedium”. Dit via een collectief beslag waarbij een curator wordt aangesteld door de rechtbank in het failissementsvonnis. Dit ook om de “going concern” waarde te behouden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt de WCO in?

A
  1. Reorganisatie door een minnelijk akkoord
  2. Reorganisatie door een collectief akkoord
    • Beide hebben tot doel om de continuïteit van de ondernemig zoveel mogelijk intact te laten en enkel saneren.
  3. Overdracht onder gerechtelijk gezag:
    • Het geheel of een gedeelte wordt vereffend door een overdracht op een wijze die minder ingrijpend is dan het faillissement.
    • De schuldenaar, onder toezicht van de rechtbank, behoudt het beheer.
    • De rechten van de schuldeisers worden daarbij ondergeschikt gemaakt aan de continuïteit van de onderneming.
  • Vaak enkel nog passiva en activa zonder going concern-waarde dus vaak gevolgd door failissement van de schuldenaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de grondbeginselen van het faillissement?

A
  • Constitutief: de gevolgen volgen uit het vonnis, niet uit het vervullen van de voorwaarden. Wel uitwerking vanaf “uur nul” op de dag van de faillietverklaring.
  • Collectief beslag en dus samenloop: de schuldeisers nemen automatisch gelijktijdig verhaal op de activa. De verhaalsrechten worden gebundeld in de fallissementsboedel met aan het hoofd de curator.
  • Fixatiebeginsel: de onderlinge rang wordt “gefixeerd” op het ogenblik van het vonnis. Hun onderlinge rang wordt bepaald op basis van de toestand op het ogenblik van de faillietverklaring.
    • Gevolg: ze kunnen hun positie neit meer verbeteren door nieuwe zekerheden of schuldvergelijking.
    • Wel nog inschrijven hypotheek of voorrecht als het geldig is verkregen voor het vonnis (art. 19 Faill. W.)
    • Geldt voor uitvoeringsmaatregelen, rechtsvorderingen kunnen nog wel worden ingesteld of doorgevoerd, maar dit meot tegen de curator gebeuren.
  • Geen absolute gelijkheid maar wel fixatie van de onderlinge rang.
  • Buitenbezitstelling van de gefailleerde: de beslagene kan niet meer vrij beschikken over de beslagen goederen (art. 16 Faill. W).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de rangorde van schuldeisers?

A
  • De “schuldeisers in de boedel”:
    • Schuldeisers zonder voorrang = “chirografaire schuldeisers”
    • Schuldeisers met een algemeen voorrecht hebben voorang op het geheel van de goederen of op een abstracte categorie daarin, ze worden uit het saldo van de bedoelgoederen bij voorrang betaald.
  • Geen “schuldeisers in de boedel”:
    • Bepaalde schuleisers hebben een zakelijk zekerheidsrecht, het goed wordt afzonderlijk vereffend en bij voorrang bestemd: het betrokken goed valt niet in de boedel.
      • Bv: hypothecaire schuldeisers, pandhoudende schuldeisers, bijzonder voorrecht.
    • Indien de schuldvordering van deze schuldeisers de waarde van hun onderpand overtreft, zijn ze voor het overschot schuldeisers in de boedel.
  • Boedelschuldeisers of schuldvorderingen van de boedel:
    • Zij zijn niet aan de samenloop onderworpen en hebben voorrang op de activa van de hele bedoel.

Rangorde:

  1. Schuldeisers met een zakelijk zekerheidsrecht (inclusief met een bijzonder voorrecht).
    • Met betrekking tot het onderpand van hun zekerheidsrecht. Zij komen voor alle boedelschuleisers, behalve voor boedelschuldeisers die hebben bijgedragen tot het behoud of de realisatie van het onderpand (bv. loon en kosten van curator wanneer deze het onderpand heeft verkocht.
  2. Boedelschuldeisers, met betrekking tot alle boedelgoederen
  3. Schuldeisers met een algemeen voorrecht, met betrekking tot het voorwerp van hun voorrecht
  4. Chirografaire schuldeisers:
    • Pondspondsgewijze worden betaald in verhouding tot de omvang van hun schuldvordering (art. 8 Hyp. W).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt het in dat er geen individuele uitvoeringsmaatregelen mogen bij het failissement?

A
  • Gevolg van het fixatiebeginsel: de schuldeisers in de bedoel hebben geen bevoegdheid meer tot individuele uitvoerinsgmaatregelen. Enkel de curator kan dit.
  • Chirografaire schuldeisers mogen niet meer individueel uitvoeren: art. 25 Faill. W.
  • Curator kan bedragen in beslag nemen van de gerechtsdeurwaarder die nog niet waren verdeeld voor het failissement.
  • Opgelet: Boedelschuldeisers kunnen wel individueel uitvoeren.
  • Ook schuldeisers met een zakelijk zekerheidsrecht kunnen in beginsel het onderpand zelf uitwinnen: ze zijn “separatisten: hun verhaalsrecht zit buiten de boedel. Dit werd echter teruggedrongen voor de going concern waarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de buitenbezitstelling van de gefailleerde in?

A
  • Bij een individueel beslag kan de beslagenen niet meer vrij beschikken over de beslagen goederen.
  • Vanaf “uur nul”: de dag van de uitspraak van het failissement: art. 16 Faill. W, zowel huidige als die hij zou verkrijgen tijdens de staat van het faillissement.
  • Geen verlies van eigendom of handelingsbekwaamheid, hij mag zijn goederen niet meer vervreemden, die moeten worden teruggebracht.
  • De gefailleerde kan zonder de curator niet meer in rechte optreden (art. 24 Faill. W), een vonnis is niet tegenwerpelijk aan de boedel. Een procedure die voor het faillissement werd ingesteld, moet verder tegen de curator worden gevoerd.
  • Definitief bij een recthspersoon: want sluiting faillissement is meteen ook sluiting vereffening en ontbinding vennootschap (art. 73 en 83 Faill. W.)
  • Buitenbezitstelling is niet volledig:
    • Natuurlijk persoon: goederen voor persoonlijk gebruik of levensonderhoud: art. 48 Faill. W.
    • Niet voor beslag vatbare sommen (art. 1409-1412 Ger. W.) vallen buiten de bedoel: art. 16.
    • De gefailleerde kan een nieuwe activiteit beginnen, deze schulden moeten bij voorrang betaald worden. De schuldeisers voor het failissement hebben enkel recht op de netto-opbrengst van deze nieuwe activiteit. Ook wat nodig is voor de normale activiteit van de nieuwe zaak mag worden afgehouden.
    • De rechten uitsluitend aan de persoon verbonden kunnen door de gefailleerde zelf worden uitgeoefend. Wel duidelijk onderscheid tussen het recht persoonlijk op te treden en het geldelijk voordeel dat voortvloeit uit de uitoefening: komt wel in de boedel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt het “Janus”hoofd in van de curator?

A
  • Dat het faillissement een collectief beslag heeft twee tegenstrijdige gevolgen:
    1. De gezamenlijke schuldeisers (vertegenwoordigd door de curator- moeten het vermogen van de gefailleerd in beginsel nemen zoals ze het aantreffen: met alle rechten en verplichtingen. Ze kunnen niet beter worden door het failissement.
      • De curator vertegenwoordigt de gefailleerde: hij oefent zijn rechten uit.
    2. De gezamenlijke schuldeisers hebben rechten die de gefailleerde zelf voor het faillissement niet zou kunnen inroepen:
      • De schuldeisers hebben niet langer een louter verbintenisrechtleijke aanspraak: ze hebben zakelijke werking gekregen: ze worden gelijkgesteld met een derde-verkrijger te goeder trouw in de zi van het zakenrecht.
      • Sommige verbintenissen veranderen van voorwerp: de boedel soms meer rechten dan de gefailleerde zelf.
      • Curator heeft herstelbevoegdheden en aansprakelijkheidsvorderingen die de gefailleerd niet had.
      • Ook bepaalde aansprakelijkheidsvorderingen die enkel bij het faillissement aan de orde zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het toepassingsgebied van het faillissement?

A
  • 2 voorwaarden: art. 2 Faill. W.
    1. De betrokkene moet handelaar zijn
    2. Hij moet op duurzame wijze opgehoude hebben te betalen en zijn krediet moet geschokt zijn.
  • Natuurlijke persoon die geen handelaar is kan niet failliet worden verklaard: wel “collectieve schuldenregeling”: art. 1675/2 Ger. W.)
  • Bij rechtspersonen: kijken naar het doel van de vennootschap in de statuten.
    • VZW kan nooit failliet worden verklaard: wel de personen die daadwerkelijk de handelsactiviteit hebben uitgeoefend: individueel.
    • Ook geen burgelijke vennootschap met handelsvorm kan niet failliet zijn.
  • Ontbinding maakt geen iende aan handelskarakter van handelsvennootschap: dus nog steeds aangifte van staking van betaling.
    • Vennootschap in vereffening: de vennootschap behoudt haar krediet, zelfs wanneer wss deficitair: wel rechterlijke drempelcontrole op aanstelling vereffenaar (art. 184 W. Venn).
    • Kan nog steeds daarna failliet worden verklaard: tot 6 maanden erna.
  • Bij onvolkomen RP: ook de vennoten bevinden zich in staat van faillissement (VOF en Comm. V): hiervoor moet elk van de vennoten hebben opgehouden te betalen.
    • Gebeurt niet van rechtswege: elk persoonlijk uitdrukkelijk.
    • Afzonderlijke boedels:
      • Een bedoel voor de vennootschap
      • Een bedoel per vennoot waar de schuldeisers van de vennootschap in samenloop komen met de persoonlijke schuldeisers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de materiele fallissementsvoorwaarden?

A
  1. Ophouden te betalen:
    • Dit betekent dat de opeisbare schulden niet worden betaald.
    • De handelaar is op een duurzame wijze opgehouden te betalen. Een voorbijgaand gebrek aan liquiditeit komt niet in aanmerking (art. 7. Faill. W)
    • Schuldenaar die op duurzame wijze zijn opeisbare schulden niet betaalt, ook al zou de vereffening positief zijn, heeft opgehouden te betalen en kan dus failliet worden verklaard. Geen vereiste dat passiva > activa.
    • Het is niet nodig dat alle schulden onbetaald zijn: kan voldaan zijn als er één belangrijke of de voornaamste niet worden betaald.
  2. Geschokt krediet:
    • ​​De schuldeisers weigeren in het algemeeen om nog krediet te verlenen. Het krediet droogt uit.
    • De onmogelijkheid om krediet te krijgen is het beste bewijs van het ophouden tot betalen.
    • Krediet is ook aan het wankelen wanneer de schulden gedeeltelijk worden uitbetaald doordat de schuldenaar geniet van schijnkrediet (door het niet te betalen van de RSZ) of onrechtmatig krediet (voorliegen van de schuldeisers).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt de eenheid van het faillissement in?

A
  • Faillite sur failitte ne vaut :
    • Er is maar 1 rechtbank bevoegd.
    • Men kan geen tweede maal failliet verklaard worden, zolang het eerste niet is gesloten.
  • Europese Insolventieverordening.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de bevoegde rechtbank voor het faillissement?

A
  • Materiële bevoegdheid:
    • De rechtbank van koophandel.
    • Ook voor alle vorderingen die rechtstreeks ontstaan uit het faillissement: art. 574, 2° Ger. W.
  • Territoriale bevoegdheid:
    • Natuurlijke persoon: gelegen in het arrondissement waarbinnen de handelaar op de dag van aangifte zijn hoofdinrichting heeft.
    • Rechtspersoon: gelegen in het arrondissement waarbinnen deze haar zetel heeft.
    • Ook als die verplaaatst als gedurende een termijn van een jaar: art. 631, §1 Ger. W: vanaf de wijziging. De rechtbank waar de zaak eerst aanhangig is, is bevoegd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat bepaalt de datum van staking van betaling?

A
  • Het failissementsvonnis bepaalt de dag waarop de gefailleerde ophield de betalen = de datum van staking van betaling (art. 12)
  • Dit is het startpunt van verdachte periode. De belanghebbenden of de curator kunnen een vordering instellen om de datum te wijzigen.
  • Algemene regel: de gefailleerde wordt geacht op te houden met betalen vanaf het vonnis van faillietverklaring.
  • Het tijdstip kan vervroegd worden wanneer deze ernstige en objectieve omstandigheden aangeeft, die aantonen dat de betalingen zijn opgehouden voor het vonnis.
  • Indien de rechtbeank beslist de datum van betaling te vervroegen, niet vroeger dan 6 maanden.
    • Uitzondering: faillissement van een meer dan 6 maanden voor de faillietverklaring ontbonden rechtspersonen: met de bedoeling nadeel te bereokken aan de schuldeisers: op de dag van het ontbindingsbesluit.
  • Indien feitelijke vereffening voor een formeel ontbindingsbesluit, de datum van staking kan teruggaan tot dat tijdstip.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de rechtsmiddelen tegen het vonnis van faillietverklaring?

A
  • Gemeenschappelijke kenmerken:
    • Art. 14 en 15 Faill. W.
    • Geen van deze schorst de uitvoerbaarheid van het vonnis, de handelaar kan dus niet beletten dat de vereffening wordt verdergezet. De curator moet dus verderdoen.
    • Beoordeling van gegrondheid: rechter moet zich plaatsen op het ogenblik van de faillietverklaring. Bij hoger beroep of verzet mag de rechter geen rekening houden met de vermogenstoestand van de gefailleerde na het vonnis.
  1. Verzet:
    • Door de verstekdoende partijen: binnen 15 dagen na betekening vonnis.
    • Hiertegen kan hoger beroep worden aangetekend.
  2. Derdenverzet:
    • Door belanghebbenden die geen partij waren in de procedure.
    • Slechts ontbankeling binnen de 15 dagen na opneming vonnis in BS.
  3. Hoger beroep:
    • Al wie partij was bij het vonnis.
    • Termijn: 15 dagen vanaf opneming uittreksel in BS of 15 dagen na vonnis indien door de gefailleerde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de aangifte en verificatie van schuldvorderingen in?

A
  • Publiciteit:
    • Publicatie in BS: art. 38 Faill. W.
    • Individueel via aangetekende brief door curator: art. 62 Faill. W.
  • Aangifte van schuldvorderingen:
    • Schuldeiser dient een titel te bekomen die hem recht geeft op een uitkering uit de boedel.
    • art. 62 Faill. W. : schuldeisers moeten aangifte doen van hun schuldvordering: indien niet of niet voldaan aan de wettelijk vereiste elementen: curator kan weigeren of beschouwen als louter chirografair.
    • Schuldeisers met voorrecht ook aangifte van hun bevoorrechte schuldvordering.
    • Schuldeisers van de boedel moeten hun schuldvordering niet aangeven.
  • Verificatie van schuldvorderingen:
    • Art. 71 Faill. W.
    • De verificatie vindt plaats in tegenwoordigheid: worden getoetst: art. 65 Faill. W.
    • Rechtbank van koophandel doet uitspraak over betwisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt de vereffening van het faillissement in?

A
  1. Optie 1: mogelijkheid summiere rechtspleging tot sluiting van het faillissement
    • De curator moet binnen 15 dagen na bedoeldbescherijving de rechtbank schriftelijk op de hoofte brengen dat het actief kennelijk ontoereikend zal zijn voor een normale vereffening.
    • De rechter kan ambsthalve, dan wel op verzoek van de curator, de sluiting van het faillissement uitspreken.
    • Als de rechter zelf iniatief neemt, moet de curator worden gehoord: art. 73 Faill. W.
    • Er gebeurt geen vereffening waarbij het actief wordt gerealiseerd en de opbrengst ervan wordt verdeeld onder de schuldeisers.
  2. Optie 2: Vereffening. Realisatie van het actief:
    • Art. 75 Faill. W.
    • Curator heeft bevoegdheid, om zonder toelating, onder toezicht van de rechter-commissaris, alle roerende goederen te verkopen, openbaar, uit de hand of bij aanbesteding.
    • Onroerend door curater, met toestemming rechter-commisaris: openbaar, met machtiging rechtbank uit de hand.
    • Curator kan, met machtiging van de rechtecommisaris dadelijk overgaan tot verkoop van activa die onderhevig zijn aan bederf en waardevermindering: art. 49 Faill. W.
    • Vergadering van schuldeisers: rekening en staat van kosten. Bij goedkeuring: kwijting ten voordele van curator. Betwisting? Rechtbank koophandel die verslag.
    • Saldo uitgeleend onder de schuldeisers = “dividend” art. 79 Faill. W. Overschot gaat naar gefailleerde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt het sluiten van het faillissement in?

A
  • Art. 73-80 Faill. W.
  • Gevolgen:
    • Einde aan bewind curator en de gefailleerde opnieuw aan hoofd van zijn vermogen.
    • Schuldeisers opnieuw hun recht om individueel rechtsvorderingen in te stellentegen de persoon en goederen (tenzij verschoonbaarheid).
  • De sluiting is definitief: heropening is niet mogelijk.
  • Ontbinding en onmiddellijke sluitng van de vereffening. Het vonnis tot sluiting wegens ontoerkend actief wordt overgemaakt aan de gefailleerde en bij uitreksel in BS.
17
Q

Wat zijn de principes van activa en passiva van de faillissementsboedel?

A
  • Universaliteit:
    • Alle goederen en schulden van de gefailleerde = 1 boedel die zo ruim mogelijk moet zijn.
    • Geen eigendomsoverdracht van gefailleerde naar faillissementsboedel.
    • Ook goederen die pas na faillietverklaring in eht vermogen gekomen zijn als diegene die terugkomen behoren tot bedoel.
    • Tot de schulden behoren ook de schulden die pas na de faillietverklaring ontstaan, tenzij het gaat om beodelschulden.
  • Curator = orgaan van de bedoel.
18
Q

Wat is de positie van separatisten op vlak van uitwinning goederen?

A
  1. Schuldeisers die houder zijn van een voorecht op roerende goederen:
    • Opnieuw daden van tenuitvoerlegging na de neerlegging eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen.
    • Belang van bedoel het vereist en op voorwaarde dat er een tegeldemaking kan worden verwacht die de bevoorrechte schuldeisers niet benadeelt, kan de rechtbank de schorsing bevelen voor max. 1 jaar (art. 26 Faill. W. )
  2. Pandhoudende schuldeiser:
    • Rechten geschorst tot aan neerlegging eerste proces-verbaal van verificatie.
    • Curator kan, met machtiging rechter-commissaris, het pand ten bate van de failliete bedoel terugvorderen door betaling schuld: art. 88 Faill. W.
      • Uitzondering: houder financiele zekerheid: art. 3 en 8 Wet Financiële zekerheden
  3. Hypothecaire schuldeisers en schuldeisers bevoorrecht op onroerend goed:
    • Kunnen na vonnis faillietverklaring neit meer starten: Allen de curator kan overgaan tot verkoop: art. 100 Faill. W.
      • Uitzondering: voor de eerst ingeschreven hypothecaire schuldeiser: deze kan het bezwaarde goed verkopen: enkel na neerlegging eerste proces verbaal. Kan ook geschorst worden.
19
Q

Wat houdt schuldvergelijking in bij faillissementen?

A
  • Vorm van zakelijke zekerheid, waarbij begunstigde zich ten belope van de compensatie bij voorrang verhaalt op de vordering die de debiteur op de begunstigde heeft.
  • Uitzonderingen waardoor wel kan worden toegepast ondanks fixatiebeginsel:
    1. Schuldvergelijking vooraf contractueel werd overeengekomen: art. 14 Wet Financiele Zekerheden
    2. Objectieve samenhang die beantwoordt aan de economsiche realiteit tussen partijen die nauw verbonden zijn: bv. schuldvergelijk bij schulden die voorvloeien uit dezelfde overeenkomst (ex eadem cause) of dezelfde raamovereenkomst of economisch samenhangend.
20
Q

Wat houdt een boedelvordering in?

A
  • “Vorderingen voor collectieve schade”
    • Alle aan de gefailleerde verschuldigde schadevergoedingen en onlichamelijke goederen.
    • Aansprakelijkheidsvorderingen van de boedel die de gefailleerde zelf neit zou hebben = boedelvordering. Dit voor handelingen die de gezamenlijke verhaalsrechten van de schuldeisers treffen.
  • Boedelvordering kan tegen schuldeiser zijn en ook tegen de gefailleerde (pauiliaanse vordering).
  • Het feit dat alle schuldeisers geleijkaardige schade lijden is neit voldoende om van collectieve schade te spreken als er geen schade is op eht niveau van de boedel = gebundelde verhaalsrechten. Voorbeeld: als de schuldeisers worden misleid vanaf de oprichting.
  • Niet vereist dat alle deelgenoten nadeel lijden, het volstaat dat de boedel schade lijdt.
21
Q

Hoe zit het met overeenkomsten afgesloten voor het failissement?

A
  • Uitgangspunt: faillissement stelt geen einde aan de overeenkomst: het gemeen contractenrecht blijft van toepssing.
  • Uitzonderingen:
    • Intuitu personae contracten: bv. art. 2003 BW.
    • Fixatiebeginsel verzet zich tegen een gdwongen uitvoering in natura tegen de bedoel, in ieder teval waar het een verbintenis tot overdracht of tot doen is.
    • De curator heeft keuzerecht om lopende overeenkomst al dan niet verder uit te voeren. Tegenpartij kan curator dwingen te beslissen in 15 dagen, geen antwoord = geacht verbroken te zijn. De termijn begint de lopen na aanmaning tegenpartij.
    • Als de curator de overeenkomst niet verder uitvoert, is dit een gemeenrechtelijke wanprestatie. De schuldeiser zal een schadevergoedinsgaanspraak hebben in de boedel.
    • Curator beslist om wel een lopende overeenkomst uit te voeren, dan heeft medecontractant recht op uitvoering: boedelschuld: art. 46 Faill. W.
    • Gefailleerde verhuurder kan een tegenwerpelijke huuroverreenkomst beëindigen wanneer de voortzetting de normale verffening zou beletten. Dit is uitzonderlijk: enkel indien noodzakelijk. Het loutere feit dat de goederen door de overeenkomst een mindere handelswaarde verkrijgen volstaat niet.
22
Q

Wat is de inhoude van het passief van de failliete boedel?

A
  1. Schuldeisers in de boedel:
    • Alle schulden die onderworpen zijn aan de regel van de gelijke verdeling, alle schuldvorderingen van niet-hypothecaire en niet-bevoorrechte schuldeisers of van schuldeisers die over een algemeen voorrecht beschikken.
    • Schuldeisers met zakelijk zekerheidsrecht zijn geen deel van de bodel, tenzij dat hun schuldvordering de waarde van hun goed overtreft: art. 95 Faill. W.
  2. Schuldeisers van de boedel:
    • Het actief van de failliete boedel wordt bezwaard met schulden van de boedel = boedelschulden.
    • Ontsnappen aan de samenloop en het fixatiebeginsel. Boedelschuldeisers kunnen individueel uitvoeren, moeten geen aangifte doen en hebben voorrang op elk goed in de bedoel.
    • Niet onderworpen aan schorsing interesten of verbod schuldvergelijking. Geen samenloop en ze zijn dus onderworpen: iura vigilantibus-beginsel: wet van de sterkste.
    • Twee soorten:
      1. Vrijwillige: voorwaarde opdat ze nog met de boedel zouden werken: bv. loon curator
      2. Onvrijwillig: voor schadevergoeding onrechtmatige daad.
    • Een schuld is een boedelschuld wanneer de curator actief verbintenissen heeft aangegaan voor het beheer van de boedel om een behoorlijk beheer van de vereffening te waarborgen: de bestaande overeenkomsten, roerende of onroerende goederen gebruik.
    • Verbintenissen die de curator voor beheer van de boedel moet stellen, maar niet doet, ook bedoelschulden: bv onrechtmatig verzuim dat schade veroorzaakt. Dus ook het gevolg van nalatig optreden curator. Er moet wel een duidelijk verband zijn tussen de nalatigheid en het beheer en de verffening.

*

23
Q

Wat houdt verschoonbaarheid in?

A
  • Art. 80 Faill. W.
  • Verschoonbaarheid geldt niet voor:
    • Onderhoudsschulden van de gefailleerde
    • De schulden voortvloeiend uit de verplichitng tot herstel schade voor overlijden of aantasting lichamelijke integriteit
    • Boedelschulden
  • Voorwaarden:
    1. “Ongelukkig zijn”: De gefailleerde is het slachtoffer geworden van omstandigheden buiten zijn wil, enkel knnelijk grove fouten zijn een weigeringsgrond.
    2. “Te goeder trouw” zowel voor als tijdens het faillissement.
      • Deze worden beide vervuld te zijn.