Handelsrecht Inleiding Flashcards
1
Q
Wat zijn de gevolgen van het handelaarsbegrip?
A
-
Faillissement:
- Enkel handelaars kunnen failliet gaan.
- Vrije beroepen dus niet, want geen handelaar. Ook VZW’s kunnen nooit failliet gaan.
-
Bewijsrecht:
- Vrije bewijsregeling in handelsrecht.
- Dit geldt indien je bewijst tegen een handelaar.
-
Vermoeden van hoofdelijkheid
- Indien handelaars zich samen verbinden.
- Gewoonterechtelijke regel, maar dit is maar regel van aanvullende regel.
-
Wet betalingsachterstand:
- Geldt voor ondernemingen, niet enkel voor handelaars
2
Q
Wat wilt de dualiteit zeggen bij handelaar?
A
-
Procedurele dualiteit:
- Rechtbank voor koophandel: handelaar als verweerder.
- Rechtbank voor eerste aanleg voor de rest.
-
Materiële dualiteit
- Afwijkend handelsrecht: regels waar we afwijken van een regel in het burgerlijk recht: bv. bewijsrecht en hoofdelijkheid.
- Bijzonder handelsrecht: handelsrecht dat je niet vindt in het burgerlijk wetboek: bv. verzekeringen, faillissementen.
3
Q
Wat is de theorie van Formkaufmann?
A
- Als er een vennootschap is met rechtspersoonlijkheid dan bent je sowieso handelaar in Duitslad omwille van de vorm.
- Ook sommige entiteiten handelaar omwille van de vorm.
- Dus als je rechtspersoonlijkheid hebt, sowieso ook handelaar.
4
Q
Wat is een handelaar?
A
- 2 voorwaarden in je wetboek: Art. 1 W. Kh.
- Objectieve daden van koophandel
- Die je stelt als aanvullend of als hoofdberoep, niet louter eenmalig.
5
Q
Wat zijn subjectieve daden van koophandel?
A
- Handelsdaden omdat ze gesteld worden door een handelaar namelijk je subject.
- Dit is neit van belang voor het faillissement: een handels- als een burgerlijke schuldeiser kan het faillissement aanvragen.
- Alles wat je als een handelaar doet wordt vermoed een handelsverbintenis te zijn. Dit vermoeden is weerlegbaar: je kan aantonen dat het vreemd is aan uw beroepsactiviteit –> Zo onttrekken aan het handelsrecht.
- Voorbeeld: het Pastoorszwembadarrest uit 1973:
- Als je kan aantonen dat die objectieve daden gesteld zijn zonder winstoogmerk, dan bengt u geen handelaar.
6
Q
Wat zijn objectieve handelsdaden?
A
- Art. 2 en 3 W. Kh. = limitatieve lijst van daden van koophandel. Deze moeten ruim worden geïnterpreteerd.
- Wat zijn geen daden van koophandel:
- Vrije beroepen
- Ambachtsman: iemand die hoofzakelijk materieel werkt stelt en daarbij geen koopwaar levert: bv. schoenmaker, scharenslijper.
- Delfstoffennijverheid = louter extractie en verkoop. Als je het ook verwerkt, dan ben je handelaar dus uithalen en verkopen.
- Landbouwactiviteiten: Nbehalve als die zijn eten elders haalt om zijn brood te verdienen.
- Voorbereidende handelingen zijn geen handelaarsstellingen.
7
Q
Wat is een onderneming?
A
- Art. 1.1. WER en art. 573 Ger. W.
- Zelfstandig een economisch doel nastreven: goederen en diensten aanbieden op de markt en dit duurzaam doen om een rendement te halen.
- Onderwijs, gezondsheidszorg en sociale sector niet, want de overheid betaalt dit.
- Subjectieve daden van onderneming kan je ook gebruiken.
- Winstoogmerk is niet relevant.
- Uitzonderingen op deze zelfstandheid is de meewerkende echtgenoot: statuut van zelfstandige, maar niet van onderneming.
8
Q
Wat is gerechtelijke reorganisatie?
A
- In 2009 ingevoerd bij WCO: bescherming tegen de schuldeisers.
- Toepassingsgebied: Formkaufman, maar zonder vrije beroepen.
9
Q
Wat is een handelszaak?
A
- Elke onderneming heeft een handelszaak = geheel van activa gebruikt voor een odernemingsactiviteit.
- Houdt onbeperkte aansprakelijkheid in: art. 8 Hyp. W.
10
Q
Wat houdt de fiduciaire verhouding in bij dividenden?
A
- Hoewel iemand een meerderheid heeft en zo al de beslissingen kan nemen in de Algemene Vergadering, ook over de dividenden, moeten ze wel proportioneel worden verdeeld.
- De macht is ongelijk verdeeld, maar de opbrengsten van de macht moeten gelijk worden verdeeld;
- U heeft de bevoegdheid, maar u meg die niet enkel in uw eigen belang uitoefenen –> vennootschapsbelang ook.
- Kan in statuten worden gewijzigd.
11
Q
Wat houdt “pearsing the corporate veil” in?
A
- Doorbreken van de vennootschapssluier, de scheiding tussen 2 rechtssubjecten en de vermogensrechtelijke gevolgen die daaruit voortvloeien.
- U bent als aandeelhouder neit aansprakelijk voor de vennootschapsschulden, het is een afgescheiden vermogen (art. 7 Hyp. W).
- Uitzonderingen hierop:
- Aansprakelijkheid zaakvoerder
- Foutaansprakelijkheid
12
Q
Wat is het criterium in welke hoedanigheid iemand optreedt?
A
- Formeel criterium: u mag kiezen. De vertegenwoordiger kiest zelf welk hoedje ze opzet:
- Persoonlijk getekend: persoonlijk: Enkel MIet.
- Zaakvoerder: BVBA is gebonden. Hierbij is ze niet gebonden voor verkeerde uitvoering: immuniteit uitvoeringsagent.
- Geen materieel criterium: Dit volgt uit caviat creditor: de schuldeiser moet opletten!
- Beperkte aansprakelijkheid volgt niet uit een regel van het vennootschapsrecht, maar uit de immuniteit van de uitvoeringsagent.
13
Q
Wat houdt voorrang van vennootschapsschuldeisers in?
A
- Feitelijke voorrang (dus niet zoals art. 8 Hyp.W) die volgt uit het feit dat die rechtspersoon ervoor zorgt dat het geld via een tussenstop gaat en na betaling kan de schuldeisers kan toekomen bij de aandeelhouders.
- Aandeelhouders hebben maar een netto-recht (enkel de waarde van het aandeel), pas als er na vereffening nog geld is, kunnen ze nog geld krijgen: ze zijn achtergesteld of gesubordineerd: art. 190 W. Venn.
- Hieruit volgt dat de persoonlijke schuldeisers ook op de laatste plaats komen: pas wanneer het bij mijn aandeelhouders is, dat ik het kan executeren: je hebt nooit meer rechten dan uw schuldenaar.
14
Q
Wat houdt het vennootschapsbelang in?
A
- Een zaakvoerder moet altijd handelen in het belang van de vennootschap.
- Dit staat nergens, maar je begaat wel een onrechtmatigheid die zelfs strafrechtelijk is gesanctioneerd als je steelt van de vennootschap (art. 492bis Sw).
- Dit kan leiden tot aansprakelijkheid zaakvoerder, maar dit gebeurt maar na faillissement, uitgeoefend door de curator, dan pas wordt deze aansprakelijkheid realiteit.
15
Q
Wat zijn de functies van het kapitaal?
A
- Wettelijk minimum wat je in de doos moet stoppen: inbreng voor de beperkte aanspraklijkheid = “losgeld”
- Grens: je mag niet zorgen dat door uitkeringen je netto-actief daalt oder de grens die in je statuten staat: art. 617 W. Venn (NV)
- Uitkeringen zijn strikt geregeld: ook voor het vennootschapsbelang om misbruik tegen te gaan.