Het Consult Flashcards
1
Q
welke factoren beïnvloeden het consult?
A
- werkrelatie (zelfde doelstellingen? hoeveel en welke info gewenst?
- communicatievaardigheden hulpverlener (even belangrijk als vakkennis)
- eigenschappen zorgverlener (zelfde geslacht = meer teverdenheid)
- taalgebruik zorgverlener (jargon en framing)
- taal en cultuur (taalbarrière, etnische gelijkheid zorgt voor meer teverdenheid)
- patiëntgerelateerde factoren (angst, bekendheid besproken info, duidelijke hulpvraag, …)
2
Q
wat zijn de
1. beschikbaarheidsbias
2. representativiteitsbias
3. ankerheuristiek
4. confirmatiebias
5. overmoedigheidsbias
A
- Beschikbaarheidsbias: De neiging om beslissingen te baseren op informatie die gemakkelijk in gedachten komt.
- Representativiteitsbias: Beoordelen op basis van hoe representatief iets lijkt, zonder rekening te houden met de werkelijke waarschijnlijkheid.
- Ankerheuristiek: Het eerste stuk informatie (anker) heeft een onevenredige invloed op beslissingen.
- Confirmatiebias: De neiging om informatie te zoeken die bestaande overtuigingen bevestigt.
- Overmoedigheidsbias: Overmatig vertrouwen in eigen kennis of vaardigheden.
3
Q
Wat is het SPIKES model?
A
- gesprek voorbereiden
- perceptie evalueren
- hoeveel willen weten?
- info geven (slecht nieuws adhv waarschuwingssignalen, vermijden jargon, hapbaar, mogelijkheden)
- empathisch reageren
- strategie en samenvatten
4
Q
wat zijn compliantie, adherantie en concordantie in context van therapietrouw?
A
- arts opvolgen
- arts in licht overleg opvolgen
- samen met arts keuze maken
5
Q
wat zijn mogelijke factoren bij het suboptimaal gebruik van medicatie?
A
- behandelingsfactoren (bv; misverstanden, complexiteit, …)
- psychologische factoren (bv; coping)
- sociale factoren (bv; opleidingsniveau)
6
Q
hoe medicatiegebruik optimaliseren?
A
- concordantie
- inzicht
- onthouden
- ondersteuning voor blijven nemen
7
Q
5 fasen van rouwverwerking
A
- ontkenning
- woede
- onderhandeling
- depressie
- aanvaarding
8
Q
4 fasen van gefaseerde ziekte-respons model (Morse en Johnson)
A
- onzekerheid
- ontwrichting
- hertsel nastreven
- welzijnsherstelling
9
Q
3 essentiële taken biopsychosociaal aanpassingsmodel
A
- betekenis in ervaring zoeken
- controle proberen nemen
- zelfvertrouwen proberen herstelleb