HC.7 - Ritme- en geleidingsstroonissen 2 Flashcards
Vanaf hoeveel slagen is het een tachycardie?
> 100 slagen per minuut
Waar ontstaat de supra ventriculaire tachycardie (SVT)? en de ventriculaire tachycardie (VT)?
SVT origine ‘boven’ het niveau van de ventrikels
VT origine IN de ventrikels
Wat zijn de breedtes van een smalcomplex tachycardie en van een breedcomplextachycardie?
QRS breedte;
smal –> <120ms
breed – ≥120ms
Wat is de resting HR? Wat betekend dit?
resting HR 90-110
dit betekend dat het hart standaard parasympatisch geremd wordt
Welke 4 sinusknoopafwijkingen kennen we en wat zien we dan?
- Sick Sinus Syndrome (SSS)
- Sinus node re-entry (SANRT): hogere frequentie door re-entry
- Inappropriate sinus tachycardia (IST): continu verhoogde hartslag
- Postural tachycardia syndrome (POTS): verhoogde hartslag in staande positie
Geef supraventriculair vs. ventriculair (2)
- goedaardig vs kwaadaardig
- narrow complex vs wide complex
Welke supraventriculaire tachycardieën (smalcomplex) kennen we?
- alleen atria weefsel
- (inappropriate) sinustachycardie
- atriale tachycardie
- atriumfibrilleren
- atriumflutter - AV-junctie
- AVNRT (AV-re-entry)
- AVRT
Hoe kan een carotic massage helpen bij het stellen van een diagnose?
door op de carotis te duwen geef je iemand een vaagde respons –> AV-knoop vertraagd tijdelijk;
- ritmestoornis die gebruik maakt van AV-knoop zal stoppen
- ritmestoornis die in de boezem draait (zoals flutter), zal minder frequent worden doorgegeven waardoor de fluttergolven beter te zien zijn op ECG
Wat is er nodig voor een re-entry
- een vertakking (2 wegen) die later samen komen en in dezelfde richting geleiden
- een van de twee wegen moet verstoord zijn
- signaal gaat via verstoorde weg in tegengestelde richting waardoor er een cirkel wordt gemaakt
Waar kunnen re-entry’s plaatsvinden?
- rond de sinusknoop
- anatomisch obstakel (tricusspidaalklep bijv.)
- niet-anatomisch obstakel (hartinfarct of chirurgisch litteken)
- binnen de AV-knoop (fast en slow pathway)
- rond accessoire bundels (kent-bundel)
Wat is het contra-intuïtieve aan de fast en slow pathway van de AV-knoop? Wat is het gevolg?
het langzame weggetje kan snel een nieuwe prikkel doorgeleiden (omdat het weinig energie nodig heeft, dus korte refractaire periode) en het snelle weggetje kan niet snel een nieuwe prikkel doorgeleiden omdat het meer energie gebruikt en daarom langer moet ‘bijkomen’ –> hierdoor ontstaat er een window waarin het langzame weggetje al hersteld is maar de snelle niet
Wat houdt de AVRT in? –> wolf-parkinson-white (WPW)
er zijn niet twee weggetjes in de AV-knoop, maar een accessoire verbinding over de AV-klepring (niet volledige scheiding van boezem- en kamerweefsel) —> signaal gaat direct naar kamer, te herkennen aan delta-golf (langzame activatie van de kamer na P-top)
Welke ventriculaire tachycardieën (breedcomplex) kennen we?
- SVT
- abberancy –> bundeltakblock
- pre-excitation –> deltagolf - VT
- FVT
- PVF
- ventrikelfibrilleren - Pacemaker rhythm
Hoe herken je een ventriculaire tachycardie op een ECG?
- breed en abnormaal gevormd QRS-complex
- gedissocieerde p-toppen –> meer complexen dan p-toppen
ritme ontstaat in kamer