HC.7: Proefdiermodellen in het kankeronderzoek / Doen dieren ertoe? Flashcards
Muizen als proefdieren
De muis wordt voornamelijk gebruikt als model voor het bestuderen van menselijke ziekten
- De mens heeft voor 97 procent dezelfde genen als de muis
- Veel genetische defecten bij de mens die ervoor zorgen dat een bepaald eiwit niet of verkeerd wordt aangemaakt, veroorzaken bij de muis identieke problemen
- Een muis kan gemakkelijk genetisch gemanipuleerd worden
- Een muis is eenvoudig te huisvesten en plant zich snel een makkelijk voort
Proefdieren in het kankeronderzoek
Preklinisch onderzoek –> Testen van nieuwe drugs/combinatie van drugs
Tumor biologie –> Opbouw van algemene kennis
Patient-Derived Tumor Xenografts (PDTX)
Inspuiten van de tumor in een immunologisch verzwakte muis
Natuurlijke plaats of ectopisch
Tumordragend dier behandelen met geneesmiddel
Tumorgedrag: groei, regressie, relapse, resistentie
Werkt niet voor alle soorten tumoren
Mist de anti- en pro-tumor activiteit van een functioneel immuunsysteem
Genetisch gemodificeerde muizen
Gen toevoegen –> Onderzoek naar het effect van dominant negatieve mutaties (oncogenen)
Gen uitschakelen –> Onderzoek naar het effect van gendeleties (tumorsuppressor genen)
Gen vervangen of muteren –> Onderzoek naar het effect van puntmutaties
Wet op de dierproeven
In Nederland zijn dierproeven verboden, tezij:
- Het doel van de proef anders niet kan worden bereikt
- Het belang van de proef opweegt tegen het ongerief dat de proefdier wordt berokkend
- Er een vergunning is voor het verrichten van dierproeven
- Er goedkeuring is vanuit de dierexperimentencommissie
Taken de dierexperimentencommissie
Het afwegen van het lijden van het dier tegen het belang van de proef
DEC toetst ook of er sprake is van een schending van de intrinsieke waarde van het proefdier
DEC beoordeelt de proefdierkundige / methodologische opzet van experiment, waarbij onder andere wordt bekeken of er alternatieven zijn. Hierin zijn drie principes belangrijk
- Vervanging (Replacement)
- Verminderen (Reduction)
- Verfijnen (Refinement)
De vijf vrijheden van Brambell
Dieren hebben het recht
1. Vrij te zijn van dorst en honger
2. Vrij te zijn van fysiek ongerief
3. Vrij te zijn van pijn, verwondingen en ziekten
4. Vrij te zijn van angst
5. Vrij te zijn om hun natuurlijke gedrag te vertonen
Ideeëngeschiedenis proefdieren
Fase 1 –> Dieren zijn automaten
Fase 2 –> Wreedheid jegens dieren is slecht voor de menselijke moraal
Fase 3 –> Dieren doen ertoe, omwille van zichzelf