🙈 HC7 - Aangeboren doofblindheid en communicatief meervoudig beperkt Flashcards
🙈 Doofblindheid
Unieke conditie waarbij sprake is van combinatie van zowel auditieve als visuele beperking, in verschillende gradaties
Serieuze effecten met betrekking tot communicatie, informatie en mobiliteit
Heterogene groep: tijdstip van ontstaan, mate van beperkingen (slechtziend-slechthorend, slechtziend-doof, blind-slechthorend, blind-doof), bijkomende beperkingen
🙈 Aangeboren doofblindheid
Vanaf geboorte of vóór ontstaan van taalontwikkeling
🙈 Kernproblemen bij aangeboren doofblindheid
Achterstand in alle ontwikkelingsgebieden
Ontwikkeling en leren belemmerd door fragmentarisch waarnemen
Ontwikkeling en leren belemmerd door problemen in interactie en communicatie
Communicatieproblemen, zowel bij persoon met doofblindheid als bij interactiepartner
🙈 Doofblindheid in zorg voor verstandelijke beperkingen
Doofblindheid vaak niet opgemerkt
Geen doofblindspecifieke ondersteuning
Gedragsproblemen, onder andere automutilatie en stereotypisch gedrag
🙈 Video-feedbackinterventies bij doofblindheid (definitie) (Damen)
Pedagogische programma’s waarin communicatiepartners hun deelname aan interacties met kind evalueren, door deze op video te bekijken
Ook juist kijken naar wat wel goed gaat en hoe dit uit te breiden is
Moeilijk om communicatiestrategieën aan te passen aan cliënt
🙈 Video-feedbackinterventies bij doofblindheid (review) (Damen)
Doel: overzicht krijgen van video-feedbackinterventiestudies met betrekking tot personen met doofblindheid
Onderzoeksvraag 1: hoe wordt video-feedback gebruikt en wat is de theoretische basis?
Onderzoeksvraag 2: hoe worden effecten gemeten?
Onderzoeksvraag 3: wat zijn effecten van interventies?
🙈 Video-feedbackinterventies bij doofblindheid (resultaten: theoretische basis) (Damen)
Intersubjectiviteit: aangeboren zelf- en anderbewustzijn dat tot uiting komt in delen van ervaringen over objecten en gebeurtenissen tussen mensen; hoe ouder, hoe meer bewust dat ervaringen, gedachten of gevoelens kunnen delen met anderen
Zelfdeterminatietheorie: mensen hebben universele behoefte aan autonomie, verwantschap en competentie
🙈 Video-feedbackinterventies bij doofblindheid (resultaten: uitvoering) (Damen)
VF-interventie vaak gecombineerd met andere vormen, bv. informatieoverdracht, coaching on the job of modelling
Verschillende interventies uitgevoerd volgens diagnostisch model; eerst gekeken naar hulpvraag, problemen en huidige situatie
Combinatie van teamsessies met individuele sessies vaak gebruikt
Meestal geen duidelijke analyse van VF-sessie wat betreft achtergrond, rol van coach en selecteren van video’s voor coaching
Geen duidelijke verklaring voor verschillend aantal sessies
Slechts 2 interventies gericht op communicatie
🙈 Video-feedbackinterventies bij doofblindheid (resultaten: meten van effecten) (Damen)
15 kwantitatieve en 1 kwalitatieve onderzoeken
12 meervoudige single-subject experimenten
3 enkelvoudige single-subject experimenten
🙈 Voordelen van single-subject experiments (Damen)
Heterogeniteit van doelgroep, kleine aantallen (verspreid), demonstreren van best practices, valide manier om experimenteel bewijs te vinden voor praktijk, bewijs wordt groter door replicatie
🙈 Nadelen van single-subject experiments (Damen)
Generaliseerbaarheid, ongeschikt om alle onderzoeksvragen te beantwoorden
🙈 Video-feedbackinterventies bij doofblindheid (resultaten: effectuitkomsten) (Damen)
Positieve effecten in 15 studies, wel verschillen tussen cases
🙈 Video-feedbackinterventies bij doofblindheid (conclusie en aanbevelingen) (Damen)
Conclusie: VF-interventies goed bruikbaar voor alle leeftijden in verschillende settingen en met verschillende typen communicatiepartners
Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek: meer informatie over persoonskenmerken van coach en aanpak en inhoud van coachsessies
🙈 Diagnostic Intervention Model
Doel: bevorderen van harmonieuze interacties tussen doofblinde kinderen en hun opvoeders
Doelgroep: kinderen met aangeboren doofblindheid (Rolf: slechtziend en slechthorend; Ruud: blind en slechthorend)
Interventieprincipes: opvoeders leren onder supervisie van coach nieuwe vaardigheden (herkennen van individuele kindgedragingen, afstemmen van eigen gedrag op dat van kind, aanpassen van interactiecontext)
Context: thuissituatie
Uitvoeringseisen: training en tijd van coach; motivatie en tijd van cliënt; opnameapparatuur
🙈 Diagnostic Intervention Model (diagnostisch protocol)
Interventie wordt uitgevoerd volgens vast diagnostisch protocol
Vaststellen van hulpvraag
Verduidelijken van hulpvraag door assessment
Interactieanalyse: sterke punten en leerpunten; interventiedoelen in termen van interactiecategorieën
Implementatie van interventie: individuele video-feedbacksessies in combinatie met informatieoverdracht, modelling en coaching on the job
Evaluatie van interventie: verbetering van doelgedragingen en cliënttevredenheid
🙈 Diagnostic Intervention Model (conclusies)
Design: meervoudige case study
Interventie goed toepasbaar thuis, effect al na 4-5 sessies
Rolf: positieve effecten voor alle doelgedragingen, behalve goedkeurende antwoorden door moeder; meest positief in situatie zonder spelmateriaal
Ruud: positieve effecten voor alle doelgedragingen, behalve bevestigen door moeder
🙈 Layered Communication Model
Doel: communicatieniveau vaststellen en beschrijven en door middel van interventie kwaliteit van communicatie verbeteren
Doelgroep: leerlingen met aangeboren doofblindheid en hun leerkrachten; leerlingen functioneerden op 4 ontwikkelingsniveau: 8 maanden, 18-24 maanden, 12-25 maanden en 8-14 jaar
Onderliggende theorie: intersubjectiviteitstheorie
Binnen interventie kijken naar op welk communicatieniveau kind functioneert en wat daaruit blijkt als volgende stap
🙈 Layered Communication Model (observatieonderzoek)
Methode: observatieonderzoek om te kijken of gedragingen gemeten kunnen worden op 3 niveaus; 4 observatiemomenten gedurende half jaar
Meten van effecten: 8 LCM-gedragingen
Laag 1: affectieve betrokkenheid, imitatie, wederzijdse aandacht, beurtnemen; 0-9 maanden
Laag 2: gezamenlijke aandacht, benoemen van objecten (9-18 maanden)
Laag 3: symbolische communicatie, perspectiefname (18+ maanden)
Resultaten: LCM-gedragingen konden kwantitatief gemeten worden; eerste laag basis voor verdere communicatieontwikkeling; frequentie van gedragingen op tweede en derde laag differentieert wel naar communicatieniveau en dat bevestigt model
🙈 Communicatief meervoudig beperkt
Personen met meerdere stoornissen en beperkingen die in samenhang met elkaar leiden tot gecompliceerde en specifieke communicatieproblematiek
Kernprobleem: ernstige belemmeringen in waarnemen, verwerken, begrijpen of uiten van taal
Communicatiehulpmiddelen nodig (ondersteunde communicatie)
Sociale partners moeten communicatie aanpassen
🙈 KLINc
Doelgroep: jonge kinderen met CMB
Doel: bevorderen van taalontwikkeling, communicatievaardigheden en beginnende geletterdheid
Interventieprincipes: ankergestuurde instructie, ondersteunde communicatie, Reggio Emilia
🙈 Ankergestuurde instructie
Interventieprincipe van KLINc
Als concept leren, werken met thema, bv. echt ervaren wat ‘winter’ inhoudt
Authentieke leerervaring; aan den lijve ervaren wat concept betekent
Samenhangende activiteiten, verschillende invalshoeken
Herhaling, consolidering en verbreding
Netwerk van begrip in plaats van losse kennis
🙈 Ondersteunde communicatie
Interventieprincipe van KLINc
Alle voorzieningen, taalvormen en hulpmiddelen die ondersteunend werken op aanwezige of resterende communicatieve vaardigheden, mogelijkheden en behoeften van mensen met CB
Belangen: iedereen gebruikt het, stimuleert taal- en communicatievaardigheden, optimaal gebruik maken van mogelijkheden van kind en omgeving
🙈 Reggio Emilia
Interventieprincipe van KLINc
Pedagogische benadering
Herhaalde ervaringen
Aansluiten bij interesse en motivatie van kind
Co-creatie
Toegankelijke materialen en informatie
Bevorderen van zelfredzaamheid en eigen initiatief
🙈 KLINc (effectstudie)
Design: experiment met experimentele groep (N=10) en controlegroep (N=18); 3 meetmomenten per participant; variabelen (non-verbale intelligentie, taalbegrip, productieve woordenschat en productieve zinsopbouw)
Interventiegroep: 10 kinderen gebruikten taal en 10 kinderen ondersteunde communicatie
Conclusie: grotere ontwikkelingsgroei tijdens dan vóór interventie op non-verbale intelligentie, taalbegrip, productieve woordenschat en productieve zinsopbouw; sprekende kinderen meer vooruitgang dan niet-sprekende kinderen