⛰️ HC3 - Het jonge kind Flashcards

1
Q

⛰️ Dynamic Systems Approach

A

Stepping reflex experiment

Niet alleen uitgaan van grote ontwikkelingsstappen, maar ook kleine dagelijkse veranderingen: hoe beïnvloeden deze veranderingen op lange termijn?

Interventie is gericht op activiteiten die in het hier-en-nu plaatsvinden, die veranderingen op lange termijn bewerkstelligen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

⛰️ Principes van DSA

A

Complexiteit

Dynamische stabiliteit

Iterativiteit

Zelforganisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

⛰️ Complexiteit

A

Principe van DSA

Gedrag is product van veel verschillende factoren die samenkomen

Factoren creëren wel coherent patroon binnen grenzen van taak en omgeving

Geen oorzaak-gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

⛰️ Iterativiteit

A

Principes van DSA

Gedrag dat kind nu vertoond hangt af van eerdere momenten

Nu is startpunt voor toekomstige momenten

Interventie is begrijpen hoe korte-termijnacties lange-termijnveranderingen kunnen veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

⛰️ Dynamische stabiliteit

A

Principe van DSA

Ontwikkeling is ontstaan van gedrag om doel te bereiken, afhankelijk van biologische mogelijkheden van kind

Soms is gedrag stabiel: makkelijk en gebeurt vaak

Door zelforganisatie ontstaat gedrag dat beter, fijner of sneller is

Heeft invloed op alle ontwikkelingsgebieden

Stabiliteit is niet rigiditeit

Attractor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

⛰️ Attractor

A

Hoort bij dynamische stabiliteit

Naam voor stabiele toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

⛰️ Zelforganisatie

A

Hoe goed kan kind puzzel oplossen?

Verandering op korte termijn > verandering lange termijn > verandering korte termijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

⛰️ Non-lineaire veranderingen

A

Dezelfde acties kunnen ontwikkeling op verschillende manieren beïnvloeden

Hét jonge risicokind bestaat niet

Interventies zijn hierdoor weinig specifiek, waardoor hulpverlener dienen deze te specificeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

⛰️ Applied Behavioral Analysis

A

Parapluterm voor interventies gebaseerd op behaviorisme

Kern: instructie - gedrag - beloning

Discrete Trial Training, Povital Response Training, TEACHH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

⛰️ Discrete Trial Training

A

Applied Behavioral Analysis

Vaardigheden opdelen in kleine componenten

Stap voor stap aanleren gedrag

Bij elke goede poging beloning

Kritiek: hondentraining, weinig inbreng kind, geen intrinsieke motivatie ontwikkelen, wegdrukken stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

⛰️ Povital Response Teaching

A

Applied Behavioral Analysis

Gebruikmaken van povital areas: interesses of vaardigheden die dicht bij kind liggen

Niet focus op afzonderlijke vaardigheden, zoals bij DTT; natuurlijker, minder gestructureerd, ook pogingen belonen, gebruiken van natuurlijke reinforcers, kind keuzes geven, variatie in taken

Geschikt voor kinderen van ongeveer 2-6 jaar

Vaak voorgedaan door professional en videofeedbacktraining, later zelfstandig doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

⛰️ BEER-interventie

A

Blendend E-health for children at Early Risk

Doelgroep: kinderen van 12-36 maanden

Bij zorgen omtrent contact, communicatie, flexibel gedrag of spel, zonder diagnose

Laagdrempelig; e-learningmodule met psycho-educatie; aspecten van Floorplay, VFT en PRT

Wordt nog onderzocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

⛰️ Dierondersteunde interventies (Aleksandrowicz)

A

Parapluterm: betrekken van dier bij behandeling

Onderzoek: psychosociale uitkomsten bij IB-mensen

Voorafgaand onderzoek: diverse en significante methodologische zwakheden en minimale normen voor onderzoeksontwerp; niet-Engelstalige artikelen uitgesloten, waardoor verkleining en vooroordelen

Inclusiecriteria: elke leeftijd met VB; IQ < 70

Interventie: studies waarbij dieren gebruikt als onderdeel van therapie

Resultaten: rapporten over cognitief, emotioneel, sociaal of gedragsfunctioneren in literatuur en gemeten door, door waarnemers beoordeelde of zelfgerapporteerde schalen

Studietype: kwantitatieve casestudies; RCT, QRT, gecontroleerde en ongecontroleerde onderzoeken

Resultaten onderzoek: veel op sociaal functioneren, veel op cognitief functioneren, matig op gedragsfunctioneren + weinig op emotioneel functioneren

Resultaten hoorcollege: bij IB-personen meer sociale relaties, betere concentratie en aandacht; bij ASS-personen meer sociale interactie, meer positieve emoties + betere taal en communicatie

Methodologische problemen: kleine steekproef, veel variatie, ongeschikte uitkomstmaten, geen randomisering, geen controlegroep, novelty effect, alleen Engelstalige literatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly