HC6: Sensorische systemen Flashcards

1
Q

sensorische systemen 3 stappen

A

detectie - verwerking - overdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorbeelden sensorische systemen

A

visueel, auditief, vestibulair, somatisch, gustatoir, olfactorisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

thalamus

A

bewust voorrang verlenen aan info

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

thalamus regelt alles behalve:

A

reuk en evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reuk gaat via

A

1e hersenzenuw naar reukschors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

evenwicht gaat via

A

cerebellum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tinitus =

A

gehooraandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

data gedreven

A

licht stimuli (lichtpuntjes interpreteren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

concept gedreven

A

complete zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

synthese/grapheme

A

je ziet iets wat iemand anders ook zo ziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

retina

A

bedekt achterzijde oogbol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gele vlek

A

meeste zenuwcellen, scherp zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

blinde vlek

A

weinig zenuwcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

in retina 3 cellen:

A

lichtgevoelig, bipolair, ganglion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

lichtgevoelige cellen

A

staafjes en kegeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bipolaire cellen

A

signalen doorgeven aan ganglioncellen

17
Q

ganglion cellen

A

axonen naar oogzenuw > hersenen

18
Q

vanaf ganglia twee routes:

A

subcorticale route, corticale systeem

19
Q

subcorticale route

A

visuele reflexen, onbewuste informatie, snel, naar hersenstam

20
Q

corticale systeem:

A

focale waarneming en identificatie, langzaam

21
Q

interhemisfeer communicatie

A

als er geen info overdracht is van linker naar rechter helft

22
Q

hierarchische processing

A

beeld wat op netvlies valt

23
Q

parallel processing

A

zien van beweging

24
Q

2 routes van parallel processing

A

dorsaal, ventraal

25
Q

dorsale route

A

waar, parietale proces, bewegingsinfo (snel, geen kleur)

26
Q

ventrale route

A

wat, temporale Cortex, object identificatie (langzaam, veel kleur, foveale input)

27
Q

agnosie

A

problemen met gezichtsherkenning

28
Q

agnosie in ventrale of dorsale route

A

ventraal

29
Q

optic ataxia

A

problemen met objecten herkennen

30
Q

optic ataxie in ventrale of dorsale route

A

dorsaal

31
Q

illisuiolaire waarnemingen

A

dingen zien die er niet zijn