HC.6: Metabool syndroom Flashcards

1
Q

Insuline resistentie

A

Een abnormale reactie op endogene of exogene insuline
Meer insuline nodig om glucose concentratie constant te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verminderde glucoseconcentratie

A

Nuchter: 6,1-7,0 mmol/L
Random: 7,8-11,1 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaken insuline resistentie

A

Abnormale insuline of insuline antistoffen
Verminderd aantal en gevoeligheid receptoren
Abnormale signaaloverdracht in de cel
Verminderd aantal glucose transporter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Metabool syndroom

A

Patiënten met metabool syndroom hebben een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen zonder de diagnose diabetes type 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Criteria metabool syndroom

A

Diagnose metabool syndroom als 3 of meer kenmerken worden gevonden
- Viscerale obesitas
- Hypertensie
- Verhoogde nuchtere glucosewaarde
- Verhoogde triglyceridespiegel
- Verlaagde hdl-spiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Risico’s metabool syndroom

A

2x verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen
5x verhoogd risico op T2D
1,5x verhoogde mortaliteit
Verhoogd risico op kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Behandeling metabool syndroom

A

Risicofactoren behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly