HC.5: Verschijnselen hypo- en hyperglycemie Flashcards
Catabole processen
Gluconeogenese
Glycogenolyse
Lipolyse
Proteolyse
Ketogenese
Deze processen worden gestimuleerd door glucagon en adrenaline/cortisol
Anabole processen
Glycogenese
Lipogenese
Proteogenese
Deze processen worden gestimuleerd door insuline
Hyperglycemie
Glucose > 15 mmol/L
Symptomen
- Droge mond
- Wazig zicht
- Moeheid
- Verhoogde dorst
- Honger
- Vaak plassen
Glucose concentraties bij diabetes
Nuchter: >7,0 mmol/L
OGTT: >11,1 mmol/L
Random: 11,1 mmol/L
HbA1C: >6,5 mmol/L (47 mmol/mol)
Classificatie T1D en T2D
Type 1
- Auto-immuun reactie pancreas
- Absolute insuline deficiëntie
- Latent auto-immun diabetes of the adult (LADA)
Type 2
- Insuline resistentie
- Relatieve insuline deficiëntie
- Verminderd effect incretines
- Maturity onset diabetes of the young (MODY)
Hyperosmolair hyperglycemisch syndroom (HHS)
Het hyperosmolair hyperglykemisch syndroom (HHS) kan ontstaan bij een erg hoge bloedglucose. Bij deze ernstige hyper droogt je lichaam uit.
Behandeling HHS
Replace fluids
Correct electrolytes
Treat the cause
Replace insulin
Hypoglycemie
Glucose <4,0 mmol/L
Symptomen
- Vermoeidheid
- Zweten
- Bleek
- Verlies van coördinatie
- Geïrriteerd
- Honger
Behandeling hypoglycemie
Bij bewustzijn
- 10-25 gram glucose oraal
Bewusteloos
- 50 ml 50% glucose IV
- 1 mg glucagon SC of IM
Soort oorzaak hypoglycemie
Endogene oorzaak
–> Hoog C-peptide gehalte
Exogene oorzaak
–> Laag C-peptide gehalte
Oorzaken hypoglycemie
Mismatch voedsel en insuline
Overmatige lichamelijke activiteit
Alcohol