HC.2: Diagnosestelling type 1 en type 2 diabetes mellitus Flashcards
Diabetes
Ontregeling van de bloedglucose / te hoge bloedglucose
Prediabetes
Nuchter glucose 5,6 - 6,9 mmol/L
2h plasma glucose na 75g OGTT 7,8 - 11,0 mmol/L
HbA1C 39-48 mmol/mol
Normale insuline effecten
Koolhydraat metabolisme
- Transport van glucose over membraan (spier, vet)
- Stimulatie van glycoslyse (spier, vet)
- Stimulatie van glycogeen synthese (spier, vet, lever)
- Remming van glycogenolyse en gluconeogenese (lever)
Lipiden metabolisme
- Stimuleert opbouw en opslag in vet
- Remt afbraak van vet en vrijkomen van vetzuren
Eiwit metabolisme
- Stimuleert eiwitsynthese
- Remt afbraak van eiwitten
Defecten bij diabetes
Type 1
- Pancreas maakt geen insuline (absolute insuline deficiëntie
Type 2
- Relatieve insuline deficiëntie
- Insuline resistentie (cellen reageren niet goed genoeg op insuline)
- Vermogen van de pancreas om insuline te maken neemt af in de tijd
Pathogenese van diabetes
Type 1: Cellulair mediated autoimmune destruction of B cells responsibele for insulin productie and secretion
Type 2: Hyperglycemia due to an inefficient insulin action related to insulin resistance and a relative deficiencu of insulin to beta cell dysfunction
Klinische verschillen type 1 en type 2
Type 1: jong, slank, ketonen, direct insuline behoeftig, anti-stoffen
Type 2: ouder, overgewicht, geen directie insuline behoefte
Klachten bij diabetes
Glucosurie: vermogen van de nier om glucose te reabsorberen is overbelast. De nierdrempel is overschreden
Polyurie (veel plassen): als gevolg van osmotische diurese bij glucosurie
Polydipsie (veel drinken): reactie op het toegenomen glucosurie en polyurie
Polyphagie (veel eten): reactie op verlies van calorieën
Gewichtsverlies
- Als gevolg van excretie van calorieën met de urine
- Als gevolg van afbraak van spier- en vetweefsel
- Als gevolg van vochtverlies met de urine
Slapte, moeheid; gevolg van verminderde ATP productie
Jeuk bij uitdroging
Infecties
Symptomen diabetes type 1
Symptomen starten gewoonlijk redelijk acuut
- Gewichtsverlies
- Moeheid, verlies van energie
- Jeuk
- Polyurie
- Polydipsie
- Polyfagie
- Diabetische ketoacidose
Symptomen diabetes type 2
Vaak subtiele of geen symptomen in het begin
- Toegenomen dorst
- Meer plassen
- Moeheid
- Wazig zien
- Toegenomen frequentie van infecties
Symptomen worden vaak ten onrechte aan andere oorzaken toegeschreven
Natuurlijk beloop diabetes type 1
Genetische predispositie
Ontsteking B-cellen
Prediabetes
Diabetes
Natuurlijk beloop diabetes type 2
Insuline gevoeligheid begint af te nemen. Hierdoor neemt de insuline secretie toe om de plasma glucose constant te houden
Uiteindelijk zal dit niet voldoende zijn waardoor de plasma glucose concentratie zal stijgen
Diagnostische criteria
HbA1C: >48 mmol/mol
Nuchter plasma glucose: >7,0 mmol/L
2h plasma glucose: >11,1 mmol/L
Random plasma glucose: >11,1 mmol/L
HbA1c
Geglycosyleerd hemoglobine
Rode bloedcellen hebben een levensduur van 2-3 maanden. Het HbA1C geeft het percentagen rode bloedcellen waarvan het hemoglobine geglycosyleerd is en dit weerspiegelt het gemiddelde glucosegehalte in het bloed in de voorafgaand 6-8 weken
HbA1C wordt gebruikt om het effect van de behandeling te monitoren
HbA1C streefwaarden
<53 mmol/mol: <70 jaar en >70 jaar die alleen behandeld worden met leefstijladvisering en/of metformine monotherapie
54-58 mmol/mol: patiënten >70 jaar met een ziekteduur korter dan 10 jaar
54-64 mmol/mol: patiënten >70 jaar met een ziekteduur van tien jaar of langer
Hogere streefwaarden: bij kwetsbare ouderen en mensen met een korte levensverwachting zijn HbA1C waarden tot 69 mmol/mol acceptabel
Behandeling glucose regulatie
Doel: korte en lange termijn complicaties voorkomen
- Type 2: orale medicatie mogelijk
- Type 1: altijd insuline