HC6: Het humane genoom en analyse van genexpressie met microarray en NGS Flashcards

1
Q

Waar bevindt zich naast de celkern nog genomisch materiaal?

A

Mitochondriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel mitochondriaal DNA aanwezig?

A

16,5 kb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel haploïd kern DNA aanwezig?

A

3000 Mb = 3 x 10^9 bp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel DNA bevat een humaan chromosoom?

A

50-250 Mb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe lang is het DNA in meter?

A

2 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel eiwit-coderende genen in het humaan genoom?

A

20.000 eiwit-coderende genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt bedoeld met het proteoom?

A

volledige set eiwitten gecodeerd door het humaan genoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel procent van het humane genoom bestaat uit coderende sequenties (Exoom)

A

1,5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn RNA-only genen?

A

Genen die niet coderen voor eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat ongeveer de helft van het humaan genoom?

A

Repetitief DNA afkomstig van transposabele elementen –> transposon activiteit verloren!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe gelijk zijn wij aan elkaar?

A

per 1000 bp is er 1 verschillend!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt bedoeld met pharmacogenomics?

A

Identificatie van mutaties die overgevoeligheid voor medicatie veroorzaken via humane genoomsequencing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly