HC.4: IBD therapie Flashcards
behandeldoelen
inductie remissie
onderhouden remissie
voorkomen en behandelen van complicaties; afwegen risico’s en bijwerkingen
behandelplan
start therapie wordt gebaseerd op type IBD, ernst en uitbreiding van de ziekte
NB altijd stoppen met roken
step-up behandeling
5-ASA of sulfassalazine (alleen bij ulcerosa)
prednison of budenoside
immunosuppressiva
biologicals
chirurgie
medicamenteuze opties
mesalazine
steroids
calcineurin inhibitors
thiopurines
methotrexate
anti-TNF
vedolizumab
ustekinumab
tofactinib
Corticosteroïden
voor inductiebehandeling
prednison, veel bijwerkingen; hypertensie, acne, infecties, diabetes, gewichtstoename, osteoporose
oraal, intraveneus, zetpillen, klysma
budenoside; werkt topicaal, rechtszijdige colon, ileocecaal regio, minder toxisch
mesalazine
5-ASA preparaten
colitis ulcerosa; mild tot matig
zowel inductie als onderhoudstherapie
zowel oraal als lokaal
bijwerkingen; hoofdpijn, misselijkheid, uitslag, pancreatitis, paradoxale opvlamming
Interstitiële nefritis
immunosuppressiva
mercatopurine, azathioprine, methotrexaat
onderhoudstherapie; 3 maanden inwerktijd
bijwerkingen
- thiopurines; beenmergtoxiciteit, pancreatitis, griepachtige verschijnselen, leverontsteking, lymfoom
- MTX; leverontsteking, kaalheid, griepachtige verschijnselen, teratogeen
regelmatige controle bloedwaardes
biologicals
anti-TNF
vedolizumab; a4B7 antagonist
ustekinumab; anti IL12/IL23
bijwerkingen; infusie gerelateerde bijwerkingen, infecties, allergieën, TBC reactivatie, huidmaligniteiten
tofacitinib
beoordeling cardiovasculair risico voor start therapie
in principe niet in combinatie met thiopurines
na 3 dagen effect
chirurgie
colitis ulcerosa
- chirurgie curatief
- subtotale colectomie
m. crohn
- chirurgie palliatief
- ileocolische segmentale resectie