HC.4: Functie en anatomie van het oog Flashcards
Conjunctiva en kapsel Tenon
Bedekt sclera, moet geopend worden om oogspieren en sclera te bereiken
Limbus
Overgang cornea-sclera
Cornea
Heldere centrale koepel van ca. 0.5 mm dikte die als vaste en sterkste lens van het oog werkt
Voorste oogkamer
Collabeert bij perforatie cornea, bevat kamerwater, in kamerhoek wordt kamerwater via trabekelsysteem afgevoerd
Iris
Diafragma met pupil als centrale opening
Corpus ciliare
Irisbasis achter de iris, produceert kamerwater, sterk doorbloed
Lens
Deels voor accommodatie, omgeven door lenskapsel, opgehangen aan corpus ciliare met zonulavezels, geïsoleerd van immuunsysteem, gevoed door kamerwater
Pars plana
Ca. 3-4 mm. posterior van limbus, intra-oculair gedeelte tussen corpus ciliaire en retina: deel waar doorheen achtersegment operaties worden uitgevoerd
Glasvocht
Geleiachtige structuur, adhesies aan perifere retina, macula en papil
Retina
Lichtperceptie, met centraal in de macula vooral kegels, naar perifeer meer staven. Staven gevoeliger voor licht, kegels voor kleuren. Retina wordt door pompen retinale pigment epitheel aan de wand gezogen. Retinale pigment epitheel is een monolayer en regenereert visueel pigment
Traanopbouw
Tranen zijn opgebouwd uit mucus, water en oliefilm
- Conjunctiva produceert mucus
- Traanklier: lateraal superior achter orbitarand en deel in ooglid, produceert vooral reflex tranen
- Klieren van Krause en Wolfring: binnenzijde oogleden, produceren traanvocht
- Klieren van Meibom in oogleden produceren oliefilm
Traanafvoer
Afvoer tranen actief via traanpunten, canaliculi, traanzak en traanbuis door canalis nasolacrimalis in neusholte onder onderste concha
Oogleden
Spleetopening door mediale en laterale ligament waardoor verbinding orbitarand met tarsaalplaten superior en inferior. Worden geopend met m. levator palpebrae, worden gesloten met m. orbicularis oculi. De oogleden bevatten o.a. klieren van Meibom en traanafvoer
Oogspieren
6 oogspieren: 4 recht en 2 schuin
- Innervatie merendeels n. oculomotorius
- Overig door n. abducens
Sensorische innervatie
Trigeminus 1e tak: n. ophthalmicus
- Sensorische innervatie van het oog, de traanklier, het voorhoofd, neusbrug en rug
- De traanklier wordt gestimuleerd door parasympatische vezels vanuit een vertakking van de n. facialis
Arteriële vascularisatie
Vrijwel alles via a. ophthalmica: aftakking van a. carotis interna
Opsplitsing naar a. centralis retinae en ciliair arteriën
Mediaal veel aftakkingen naar s. ethmoidalis
Veneuze vascularisatie
Drainage mediale deel huid oogleden en neus via orbita naar o.a. sinus cavernosis
Belangrijke doorgangen
Alles wat van belang is voor zicht gaat door Canalis opticus
Alles van belang voor beweging gaat door Fissura orbitalis superior
Fissura orbitalis inferior
Van belang traanafvoer: Canalis nasolacrimalis