HC.3 Osmoregulatie versus volumeregulatie Flashcards
Hoeveel liter zijn het intra- en extracellulaire volume samen?
Hoeveel bevindt zich intra en hoeveel extra?
42L
2/3 intra
1/3 extra
Wat is de osmolaliteit?
Hoe kan deze geschat worden?
De moleculaire concentratie van alle in een oplossing osmotisch werkzame stoffen. Kan geschat worden als 2x plasma [Na+]
Waartoe leidt verlies van meer water dan zout?
volume deletie en hypernatriemie = verhoogde osmolaliteit
Wat is het gevolg van een verhoogde osmolalileit?
de osmoreceptoren in de hersenen worden geactiveerd en de secretie van ADH wordt gestimuleerd;
- dorst
- toegenomen water reabsoprtie verzamelbuizen
- vasoconstrictie
Waar beschermt drinken je voornamelijk voor?
een te hoge Na concentratie
Wat is natriurese?
Uitscheiding van natrium
Waar vindt de meeste Natrium transport plaats in de tubulus?
67% in de proximale tubulus
25% in de TAL
4% in de DCT
3% in de collecting duct
Waartoe leidt volume depletie?
een verlaging van het HMV, de bloeddruk en de renale hypoperfusie (NaCl aanbod macula densa) —-> activatie RAAS –> vasoconstrictie en toegenomen natrium reabsorptie
Waar bevinden zich de granulaire cellen en wat produceren ze?
ze bevinden zich rond de afferente arteriules en produceren en secreteren Renine
Waar beschermt aldosteron ons voor?
stoornissen in de kaliumbalans
Waaruit bestaat het juxtaglomerulaire apparaat?
- Macula densa: gespecialiseerde cellen van het laatste deel van de lis van Henle in de hilius van de glomerulus waaruit deze tubulus afkomstig is
- Extraglomerulaire mesangium cellen
- Renine produceren cellen rondom de afferente arteriolus
Wat zijn de 2 functies van het juxtaglomerulaire apparaat?
- productie Renine
2. tubulo-glomerulaire feedback
Op welke twee plekken werkt aldosteron? Waar zorgt het voor?
Aldosteron zorgt voor natriumreabsoprtie.
- op de NCC in de distale convuluut
- ENAC kanalen in de verzamelbuis
bij beide op een receptor in de kern zodat er meer kanalen tot expressie komen.
Waar zorgt aldosteron nog meer voor?
activatie van Natriumkalium ATP’ase en daarmee indirect voor de intracellulaire [K+] en de pH regulatie
Wat gaat voor? volumeregulatie of osmoregulatie?
volumeregulatie
In een kritieke situatie heb je liever 1L bloed met een niet-perfecte [K+] dan 0,5L met een perfecte [K+]