HC.2 Waterreabsorptie Flashcards
1
Q
De natriumconcentratie = de osmolaliteit, maar die wordt niet geregeld door hoeveelheid natrium. Waardoor wel?
A
de hoeveelheid water
2
Q
Hoe heet het antidiuretisch hormoon (ADH) ook wel?
A
vasopressine
3
Q
Wat doet ADH?
A
verhoogt in de MCD (verzamelbuis) de UT1 en AQP2 –> maakt celwand doorlaatbaar voor water dmv aquaporines
4
Q
Wat is de belangrijkste aquaporine? waar bevindt deze zich
A
AQP-2 aan de apicale zijde van de verzamelbuis
5
Q
Aan welke kant zitten AQP 3 en 4?
A
basolateraal, aan de kant van het bloed
6
Q
Wat is de countercurrent multiplier?
A
opbouw van osmolaliteits gradiënt door de Lis van Henle
7
Q
hoe ontstaat hyponatriemie?
A
te veel water in lichaam (vaak te veel ADH)