HC.3 Geneesmiddelafbraak 1 Flashcards
Wat is farmacodynamiek?
Effecten van geneesmiddelen op het lichaam
Wat is farmacokinetiek?
Wat doet het lichaam met de geneesmiddelen. Bestudering van de lotgevallen van het geneesmiddel. 4 processen worden onderscheiden ADME
Waarvoor staat ADME?
- absorptie
- distributie = verdelen over het lichaam, het liefst op de werkende plek
- metabolisme
- eliminatie
Welke probleem kan een geneesmiddel tegenkomen in het maagdarmkanaal?
- Deel kan vernietigd worden door de lokale enzymen
- Bij de absorptie kan iets misgaan, stoffen moeten ongeladen en lipofiel zijn
- Wand vernietigd door enzymen
- In bloedbaan gaat het eerst alangs de lever (first pass effect) waar ook een deel vernietigd word
Wat vertelt de Henderson Hasselbach vergelijking ons?
Het vertelt ons of een stof geïoniseerd voorkomt of niet bij een bepaalde pH.
Wat bepaalt de opname van een geneesmiddel?
Ionisatiegraad (liefst ongeladen), vetoplosbaarheid, molecuulgrootte
Wat is de biologische beschikbaarheid?
Dat is het getal dat zegt hoeveel van het geneesmiddel er nou echt in de systemische circulatie komt. Oftewel fractie van de toegediende dosis die de systemische circulatie intact bereikt
Je vergelijkt vaak met intraveneus dan komt alles binnen namelijk
Wat kan invloed hebben op de biologische beschikbaarheid?
- Hoe makkelijk de pil uiteen valt in het maag darm kanaal
- Welke vulstoffen die bevat
- Wanneer die wordt ingenomen
Hoe dien je een geneesmiddel toe?
- Subcutaan, tijdelijk onder de huid verspreidt zich langzaam over de rest van het lichaam
- Intramusculair, tijdelijk in de spier
- intraveneus
- Oraal
- tablet onder de tong, sublinguacl
- inhaleren
- pleisters, transdermal patch opname via de huid
- rectaal
First passe effect speelt alleen een rol bij orale toediening.
Hoe bereken je de concentratie van het geneesmiddel eenmaal ingediend?
Dosis/volume
Hoe bereken je het verdelingsvolume?
Vd = hoeveelheid geneesmiddel in het lichaam / concentratie geneesmiddel in het bloed.
Een extreem hoge waarde boven de 42 (totale lichaamswater) zegt dat het geneesmiddel zich ook verdeelt in andere weefsels en dat de concentratie in het bloed niet representatief is voor andere plekken in het lichaam.
Hoe gaat een geneesmiddel door het lichaam?
- Vrij rond bewegen ene binden aan een receptor of enzym
- Aan eiwit gebonden zoals albumine, dan kan het niet binden aan receptoren en enzymen, het is tijdelijk inactief en kan niet gefiltreerd worden in de nier of afgebroken in de lever.
Als er minder albumine is is er meer vrije fractie waardoor iemand sneller een groter effect krijgt wat kan leiden tot gevaren.
Wat is competitie?
Meerdere geneesmiddelen willen binden aan albumine, hierdoor kan de vrije fractie van geneesmiddelen verschillen.
Wanneer neemt de vrije fractie van een geneesmiddel dus toe?
- Gelijktijdig gebruik van meerdere geneesmiddelen die aan eiwit binden
- nierinsufficientie (eiwitverlies)
- leverinsufficientie (minder eiwitaanmaak)
Wanneer verloopt metabolisme het best?
Wanneer middelen wateroplosbaar en geïoniseerd zijn