HC.2: Pathologische technieken bij diagnose van kanker Flashcards
Biopt nemen en verwerken
De dermatoloog (of chirurg/huisarts) doet een excisie en stuurt dit naar een pathologie laboratorium in een containertje met formaline
Formaline oplossing
Weefsel degradeert door enzymen en inwerking van microben. Formaline stopt dit. Weefsel zonder fixatie is te zacht om heel dun te snijden; formaline crosslinkt eiwitten zodat weefsel hard wordt
De standaard workflow van patiëntmateriaal op de pathologie
Ontvangst / fixeren
Doorvoeren / inbedden
FFPE cassette’s maken
Snijden van FFPE cassettes
Plakken vast laten hechten op glaasjes
Kleuren van preparaten
Ontvangst / fixeren
Uitpakken op het pathologie laboratorium
Excisie of biopt moet verwerkt worden (fixeren, solvent verandering, inbedden) ten behoeve van microscopie
Doorvoeren/inbedden
Kleine preparaten zijn bij aankomst al grotendeels gefixeerd. Grote preparaten na operaties gaan ongefixeerd naar het laboratorium. Aldaar eerst fixeren
Na fixatie solvent wisselen: hydrofiel –> hydrofoob. Meestal duurt dit enige uren. Daarna inbedden in paraffine
FFPE cassette’s maken
Paraffine stolt op in een metalen bakje en dit bakje plakt men bast aan de buitenkant van een cassette –> cassette bevat nu met formaline gefixeerd paraffine ingebed weefsel
FFPE: Formaline Fixed-Paraffine Embedded
Snijden van FFPE cassettes
Cassette met paraffine blok erop –> snijden op microtoom –> dunne plakjes paraffine met stukje van biopt –> lintjes van plakjes worden zo gemaakt
Plakken vast laten hechten op gaasjes
De paraffine plakjes met een stukje biopt op een glaasje plakken en vasthechten op een warme plaats. Paraffine kan weer verdwijnen
Nu heb je transparante coupes
Vormen van een biopt
Op geleide palpatie
Op geleide ultrasound
Op geleide MRI
Soms ‘blind’
Altijd multiple biopten
Vriescoupes
Een andere techniek die sneller is
Vriescoupes omzeilen de hele pathologie FFPE workflow
Gebeurt meestal pre-operatief om direct een snijdende specialist te kunnen informeren over de aard van iets wat aangetroffen wordt of over de eventuele radicaliteit van de ingreep
Het biopt wordt razendsnel bevroren en kan dan gesneden worden
Therapiecontrole
Pathologietechnieken kunnen ook bruikbaar zijn bij zogenoemde therapiecontrole. Soms is dat bijvoorbeeld een hernieuwd biopt na een behandeling. Vaker is de therapiecontrole van toepassing tijdens een grote chirurgische behandeling. Dan is ‘resectie’ de therapie van een kanker en dit resectie preparaat wordt nagekeken op een pathologie laboratorium. Bij chirurgische resecties is de diagnose vaak al bekend. De ingreep of resectie is de tweede stap
Cytologie
Cytologie wordt gebruikt als morfologische ondersteuning. Het gaat sneller en er is geen inbedding nodig. Bij cytologie kijk je naar losse cellen en bij een biopsie kijk je naar weefsels
Werking cytologie
- Op geleide palpatie
- Op geleide ultrasound
- Geen verdoving
- Duur: enkele tientallen seconden
Uitstrijkje
Andere gebieden zijn beter bereikbaar met borstel i.p.v. naald.
De afgestreken cellen worden dan op vloeistof gebracht
Hiervan wordt een preparaat gemaakt en gekleurd met speciale mix
Accessoire technieken
Immunohistochemie
- Typering kankers
Moleculaire technieken
Image and pattern recognition
Moleculaire technieken
Polymerase ketting reactie
In situ hybridisatie met probes
Array
Next generation sequencing