HC.2: Handhaving cel integriteit en ATP turnover Flashcards
ATP turn-over
ATP –> ADP + Pi
ATP turn-over in hart
1/10s –> binnen 10 s alle ATP verbruikt
ATP verbruik
Vnl. in cytosol
- Acomyosine ATPase
- Ion transport
- Eiwit en RNA synthese
ATP aanmaak
In cytosol
- Creatinefosfaat
- Anaërobe glycolyse
In mitochondriën
- Aërobe glycolyse
- Vetzuuroxidatie
ATP synthese in hartspier in rust en bij inspanning
- 60-70% vetzuuroxidatie
- 30-40% glucose / glycogeen verbranding
ATP synthese in hartspier bij plotse toename in inspanning
Daling ATP
CPK reactie
Anaërobe glycolyse
Daarna: versnelling glucose + vetzuuroxidatie
OXPHOS
Oxydatieve fosforylering
Oxidatie: 1/2O2 + 2H+ –> H2O
Fosforylering: ADP + Pi –> ATP
NADH
Gaat via complex I, III en IV
1 NADH zorgt voor 10 H+
1 NADH produceert 2,5 ATP
FADH2
Gaat via complex II. III en IV
1 FADH2 zorgt voor 6 H+
1 FADH2 zorgt voor 1,5 ATP
H+ gradiënt
In rust is de potentiële energie maximaal; veel NADH en voldoende O2. Door ATP synthese neemt de potentiële energie af en kan er dus weer H+ gepompt worden. Daardoor kan elektronentransport van NADH en FADH2 naar O2 weer gebeuren
Beschikbaar ADP
De hoeveelheid beschikbaar ADP in de mitochondriale matrix is de snelheidsbepalende factor van de mitochondriale ademhaling. De hoeveelheid beschikbaar ADP is afhankelijk van ATP verbruik
AMP
ATP verbruik groter dan ATP resynthese
- Adenylaat kinase: 2 ADP –> ATP + AMP
- AMP is allosterische activator van fosforfructokinase en glycogeen fosforylase
- Versnelling glycolyse en glycogenolyse
- AMP activeert ook de vetzuuroxidatie
Adenosine
5’ nucleotidase: AMP –> adenosine + Pi
Adenosine –> vasodilatatie
Remming vetzuuroxidatie
Remming van de vetzuuroxidatie kan gunstig zijn voor angina pectoris en hartfalen patiënten
Bij de vetzuuroxidatie wordt per ATP meer zuurstof verbruikt dan bij glycolyse en glycogenolyse. Remming van de vetzuuroxidatie zorgt dat er meer glycolyse en glycogenolyse plaatsvindt.