HC'S WEEK 5 Flashcards
Uit welke 2 aspecten is wetenschap opgebouwd?
Kennis
Methode: om betrouwbare kennis te verkrijgen
Wanneer is kennis wetenschappelijk?
Als deze via de wetenschappelijke methode verkregen is
Wat houdt autoriteitsbewijs in?
Als je iemand autoriteit geeft, mag je aannemen dat wat er gezegd wordt ook waar is
Wat zijn 3 belangrijke aspecten van de Westerse wetenschap?
Empirisch bewijs
Logica/logisch redeneren
Kritische houding
Wat houdt empirisch bewijs in?
Proefondervindelijk, gebaseerd op eigen ervaring (direct of indirect)
- is waarneembaar, herhaalbaar, meetbaar
- uitzondering = autoriteitsbewijs
Opbouw van de wetenschappelijke methode - 6 punten?
- Zinvolle vraag/belangrijk probleem
- Informatie verzamelen
- Hypothese/vraagstelling
- Testen/verifiëren
- Accepteren, afwijzen, wijzigen
- Publiceren
3 demonen van de wetenschap?
De dataduivel = data slecht gearchiveerd
Het replicatieprobleem = studieresultaten moeten door andere studies gecheckt worden
De verificatieramp = te hard proberen het gewenste resultaat te krijgen
4 aspecten van belang bij verzamelen van gegevens?
Compleetheid
Nauwkeurigheid
Reproduceerbaarheid
Validiteit
Wat is de oorzaak van toevallige meetfouten?
Door meetonnauwkeurigheid van instrument of waarnemer –> veroorzaken ‘ruis’
Wat is de oorzaak van systematische meetfouten?
Fouten in het meetinstrument
Wat is de oorzaak van differentiële systematische meetfouten?
In de ene groep wordt een andere systematische fout gemaakt dan in de andere groep
2 meetniveaus van variabelen?
Numerieke/kwantitatieve variabelen
= hoeveelheden
Categorische variabelen = groepen
2 soorten van numerieke variabelen?
Discreet = gehele getallen: aantal kinderen
Continu = reële getallen: lengte, gewicht
2 soorten van categorische variabelen?
Nominaal = geen ordening: geslacht, soort OK
Ordinaal = wel rangorde: ernst ziekte, stagering tumor
Waarom is meetniveau (soort variabele) van belang - 2 punten?
Bepaalt hoe gegevens gepresenteerd kunnen worden
- numerieke VB: gemiddelde, mediaan, SK, IQR, weergegeven in histogram of boxplot
- categorische VB: percentages, taartdiagram
Bepaalt hoe gegevens geanalyseerd moeten worden
- numerieke VB: t-test, lineaire regressie analyse
- categorische VB: chi-kwadraattoets, logistische regressie analyse
Wat kan onderzocht worden met een t-test?
Verschil tussen onafhankelijke groepen analyseren
Wat kan onderzocht worden met een lineaire regressie analyse?
Welke factoren de grootte van de daling bepalen
Categorische variabelen zijn vaak?
Dichotoom = twee mogelijke waarden
Wat kan onderzocht worden met een logistische regressie analyse?
Kan een dichotome uitkomstvariabele gerelateerd worden aan één of meer predictoren: uitkomst kan alleen 1 of 0 zijn en er wordt geprobeerd met de risicofactoren te voorspellen wat de uitkomst zou zijn
Wat is de variantie?
Een maat voor de spreiding van de betrokken waarden
Wortel van variantie = SD
Wat zijn populatieparameters?
Zijn onbekende numerieke karakteristieken van een populatie, worden altijd weergegeven in Griekse letters
Wat zijn kenmerken van een steekproef?
De steekproef is aselect (= random sampling)
Iedereen in de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef te komen
Bij een schatting uit een steekproef moet rekening worden gehouden met?
Een toevallige fout: niet te voorkomen steekproefvariabiliteit
Wat is bias/
Is een systemische fout en ontstaat door fouten of gebreken binnen een steekproef
Wat houdt inferentiële statistiek in?
Wat kunnen we, op basis van de steekproef, zeggen over de waarde van de onbekende populatieparameters
Schatten van steekproefgrootheden en hun parameters
Spreiding van het steekproef/populatiegemiddelde is afhankelijk van?
Spreiding van de individuele waarden: populatiestandaarddeviatie
Grootte van de steekproef
Wat is de standaard fout/standard error of the mean?
Geeft aan hoe verspreid het gemiddelde is
Wat zegt de 95% betrouwbaarheidsinterval?
Dat 95% van alle steekproeven het enige echte populatiegemiddelde bevat
Wat wordt aangenomen bij een nulhypothese?
Dat er niks veranderd of gebeurd
Wat is de centrale limiet stelling?
Als individuele scores in de populatie normaal verdeeld zijn: normaal verdeeld
Als individuele scores in de populatie NIET normaal verdeeld zijn & steekproef is redelijk groot (>30): bij benadering normaal verdeeld
Met toetsingsgrootheid Z
5 stappen van toetsing?
- Formuleer de nulhypothese
- Verzamel gegevens
- Bereken de toetsingsgrootheid
- Beoordeeld de waarde van de toetsingsgrootheid: aannemelijk? p-waarde?
- p-waarde > 0.05 = nulhypothese behouden
p-waarde < 0.05 = nulhypothese verwerpen
Wat houdt een type I fout in?
Is het geval als de nulhypothese verworpen wordt als deze werkelijk correct is
–> je zegt dat iets statistisch significant is, ookal is dit eigenlijk niet waar
Wat houdt een type II fout in?
Is het geval als de nulhypothese niet verworpen wordt als deze in werkelijkheid niet correct is
–> je zegt dat iets niet statistisch significant is, ookal is dit eigenlijk wel waar
Wat is een meta-analyse?
Een meta-analyse bestaat uit het middelen van de resultaten van verschillende onderzoeken. Er kan hierbij een dichotome uitkomst zijn
Welke effectmaten kunnen in een meta-analyse gebruikt worden?
Risk difference
Risk ratio
Odds ratio
–> samenvoegen/poolen in een forest plot
Het poolen van resultaten bij een meta-analyse kan gebeuren met 2 verschillende modellen, welke?
Fixed effects modellen
Random effects modellen
Hoe werkt het fixed effects model?
Alle studies hebben hetzelfde gemiddelde, maar er is sprake van toevalsfluctuatie welke andere geobserveerde waarden geeft
Variatie komt volgens FEM alleen door steekproefvariatie
Hoe werkt het random effects model?
Verdelingen van studies kunnen op verschillende plekken liggen door steekproefvariatie, MAAR OOK door verschillende onderzochte populaties, variaties in behandeling, etc.
–> ook tussenstudievariatie mogelijk
Tussen het FEM en het REM is een verschil in hoe zwaar geïncludeerde studies worden gewogen, hoe werkt dit?
FEM = weging adhv grootte van de studie
REM = weging adhv grootte van de studie & tussenstudie-variatie
Welke 2 functies heeft de prostaat?
Grootste deel van het volume van het ejaculaat maken
Produceren van eiwit PSA dat ejaculaat vloeibaarder maakt
Wat zijn de 3 meest voorkomende prostaataandoeningen?
- Benigne prostaat hyperplasie (BPH)
- Prostatitis
- Prostaatcarcinoom (PCA)
4 mogelijke manieren van detecteren PCA?
- PSA-test
- Rectaal toucher
- Transrectale echo
- Prostaatbiopt
Hoe werkt de Gleason score?
1e getal = meest voorkomende groeipatroon
2e getal = wat ook gezien wordt, maar minder
Totaalscore 1e getal + 2e getal
Hoe hoger hoe agressiever
In combinatie met ISUP score
Risicofactoren prognostisch voor agressieve tumoren?
Gleason score/ISUP
Hoogte PSA
Stadium T2-T4
Aantal positieve biopten
Aantal mm tumor in bipt
Secundaire groeipatronen: cribiforme groei & intraductale groei
Verhoogde kans op gemetastaseerd PCA als?
PSA > 20
Gleason Score > 4+3
Stadium T3 of hoger
Intraductale of cribiforme groei
Bijwerkingen van behandeling PCA?
Erectiele dysfunctie/impotentie: 30-100%
Stress-incontinentie: 10-50%
Urge klachten/vaak plassen
Urethrastrictuur
Radiatie-proctitis/cystitis: 5-10%
Fistels: 1%
Mortaliteit: <1%
2 opties voor als je PCA nog niet wilt behandelen?
Watchfull waiting: geen curatieve behandeling, palliatie als nodig
Active surveillance: regelmatige controles, uitstel curatieve behandeling totdat progressie van de tumor
Indicaties voor active surveillance bij PCA?
Gleason 3+3/3+4
Laag PSA
T1-T2 tumor
PCA curatieve behandelingsopties?
Radicale prostatectomie
Radiotherapie
- external beam
- brachytherapie
- stereotactie/cyberknife
Anders: IRE, protonen, cryotherapie, HIFU (high intensity focal ultrasonography)
Als recidief PCA - salvage behandelingen?
Uitwendige bestraling/external beam
Cyberknife
HIFU
Cryotherapie
Salvage prostatectomie/klierdissectie
De eerste keuze bij gemetastaseerd PCA is?
Hormoontherapie: androgeen deprivatie therapie (ADT)
- chemische castratie: antiandrogenen (bicalutamide), LHRH agonist/antagonist
- operatieve castratie
Werking androgeen deprivatie therapie (ADT)?
Uitschakelen van testosteron remt de tumorgroei, maar het werkt gemiddeld maar 18 maanden
Bijwerkingen androgeen deprivatie therapie (ADT)?
Lage energie
Opvliegers
Toename BMI
Osteoporose
Verlaagd libido
2 soorten hematurie?
Microhematurie = >3 erytrocyten in gezichtsveld, 2x bepaald
Macrohematurie = zichtbaar rode plas
Risicofactoren ontwikkelen blaascarcinoom?
Voorgeschiedenis: bestraling, chronisch UWI’s, verblijfskatheter
Medicatie: fenactine (pijnstiller), immuunsuppressie, cyclofosfamide
Intoxicaties: roken
Familie-anamnese: Balkan-nefropathie
Sociale anamnese: aromatische amines, verfindustrie, mijnwerkers
Aanvullend onderzoek bij blaascarcinoom?
Lab: bloedonderzoek (Hb, ureum, GFR, kreatinine), urinesediment, morfologie erytrocyten, kweek
Echo blaas en nieren
CT-scan urinewegen
UCS (uretrocytoscopie)
Op indicatie: X-BOZ, MRI, X-RUG/X-RPG
Aan de hand waarvan wordt de therapie van blaaskanker bepaald?
TUR: transurethrale resectie
Blaasbiopt
Behandelingsopties blaascarcinoom?
TUR/blaasbiopt
Blaasspoeling met chemo
Radicale cystectomie met urinedeviatie
(Chemo)radiotherapie
Chemotherapie
Immunotherapie
2 personen van belang bij transurethrale resectie (TUR)?
Operateur: aantal tumoren, grootte, radicaliteit, bimanueel toucher, eenmalige spoeling met chemotherapie
Patholoog: histologie, T-stadium, gradering, CIS, detrusor aanwezig, spierinvasie
Welke 2 ‘soorten’ blaascarcinoom zijn er?
Niet-spierinvasief blaascarcinoom
–> CT-urinewegen
Spierinvasief blaascarcinoom
–> CT-thorax/abdomen
Factoren die een rol spelen bij de kans op recidief blaascarcinoom zijn?
Aantal laesies: 1, 2-7, >8
Grootte: <3 vs >3
Primair of recidief
Recidief vrije interval: <1jr vs >1jr
Factoren die een rol spelen op de kans op progressie van blaascarcinoom zijn?
T-stadium: Ta vs T1
Gradering: G1, G2 of G3
Wel/geen CIS
Behandeling niet-spierinvasief blaascarcinoom bestaat uit een TUR met adjuvante intravesicale spoelingen - welke 2 verschillende spoelingen mogelijk?
Chemotherapie spoeling: mitomycine C/MCC of epirubicine
Immuuntherapie spoeling: BCG = geïnactiveerde tuberculose die massale immuunreactie induceert
OF eenmalig postoperatief chemo-spoeling bij low/intermediate risk
Onderhoudsspoelingen zijn afhankelijk van het risico op progressie geïndiceerd - 3 vormen?
Low-risk = 1 tumor <3cm: geen spoelingen, 5 jaar cytoscopieën
Intermediate risk = met hoge recidief frequentie: MMC
High risk = G3 of PT1 of CIS: re-TUR met aansl. BCG 1-3 jaar
Wanneer is een re-TUR geïndiceerd?
T1-tumor
Hooggradig
Behandelingsopties bij spierinvasief blaascarcinoom?
Cystectomie met urinedeviatie = gouden standaard
Chemotherapie
Radiotherapie
Chemoradiotherapie
Systemische immuuntherapie
Kenmerken radicale cystectomie met urinedeviatie?
Pelviene lymfeklierdissectie vd ileacale vaten
Bij mannen verwijdering van: blaas, sperma-blaasjes, prostaat, evt. urethra
Bij vrouwen: blaas, uterus, vaginareep, adnexen, urethra = voorste exenteratie
4 vormen van urinedeviatie?
Bricker (incontinente deviatie)
Continente orthotope deviatie (orthotope neoblaas)
Continente niet-orthotope deviatie (Indiana pouch)
Ureterocutaneostomie = ureter direct op huid geplaatst, alleen bij mononier
Kenmerken van Bricker/incontinente deviatie?
Urineafleiding (continu urineafvloed)
Stoma rechterkant onderbuik
Terminale ileum aan ureteren vast
–> complicaties: ileum, naadlekkage
Kenmerken van orthotope neoblaas/continente orthotope deviatie?
Nieuwe blaas gemaakt van terminale ileum
Vereisten voor mogelijkheid orthotope neoblaas?
Gemotiveerde patiënt
< 75 jaar
Adequate nierfunctie
Vermogen zelfkatheterisatie
Blaashals tumorvrij
Geen bestraling in bekken gehad
Complicaties van urinedeviaties?
Postoperatief: ileus, wondinfectie, UWI, abces, trombo-embolisch
Lange termijn: parastomale hernia, metabole acidose, nierinsufficiëntie, ureterstenose, littekenbreuk
Kenmerken van Indiana pouch/continente niet-orthotope deviatie?
Terminale ileum, colon ascendens en deel colon transversum ingezet als nieuwe blaas
Klep van Bauhin als continentie-functie
Neo-adjuvante chemotherapie bij blaascarcinoom?
Cisplatinum 3-4 kuren
Gevolgd door radicale cystectomie
Inductie behandeling chemotherapie bij blaascarcinoom?
Alleen bij respons ook lokale behandeling
Tumor lokaal lymfogeen gemetastaseerd
Primaire tumor met T4
Cisplatine/carboplatine
Palliatieve chemotherapie bij blaascarcinoom alleen als?
Goede conditie
Goede nierfunctie
Geen anemie
Geen lever- of botmetastasen
Prognostisch gunstige factoren
Wanneer interstitiële radiotherapie/brachytherapie geven?
Solitaire tumor <5cm
Klinisch stadium T2N0M0
Geen bijkomend CIS
Tumor niet op blaashals of trigonum
4 hallmarks of cancer die toepasbaar zijn op blaascarcinoom?
Veel mutaties
Genoom instabiel
Inflammatoire reacties
Vermijden van immuunrespons
–> geschikt voor immuuntherapie
Wat is heterogeniteit van een tumor?
Tumoren bestaan uit miljarden cellen die allemaal net iets anders zijn
1. Opstapeling van DNA afwijkingen
2. Selectie voor resistentie
Verzamelen van materiaal van patiënt kan gedaan worden middels?
Vloeibare biopsies: bloed, urine, speeksel, semen
FFPE: formaline-fixed paraffin-embedded
Ingevroren vers weefsel van de biobank
Levende biobank: organoïden en xenografts
3 soorten in vivo proefdier modellen?
Proefdiermodellen waarin spontaan kanker ontstaat: natuurlijke wijze
Proefdiermodellen waarbij kanker geïnduceerd kan worden: hormonen, carcinogene stoffen & transgene muizen
Proefdiermodellen waarbij exogeen kanker getransplanteerd kan worden: humane xenograft modellen
Voordelen van Patient Derived Xenografts?
Fysiologische omgeving
Puur menselijk tumormateriaal, geen contaminatie met normaal weefsel
Oneindige bron tumorweefsel
Manipulatie/behandeling van muizen
Nadelen van Patiënt Derived Xenografts?
Vers tumormateriaal niet altijd te verkrijgen
Muis-achtergrond
Geen immuunsysteem
Ethische aspecten
4 voorbeelden in vitro modellen voor kanker?
Cel-vrije modellen: transcriptie-translatie systemen
Primaire cel culturen
Geïmmortaliseerde cellen uit normaal weefsel en uit kanker
Computer modellen = in silico computer simulatie
Voordelen van in vitro systemen?
Gemakkelijk in gebruik
Puur menselijk tumormateriaal
Oneindige bron van tumorweefsel
Eenvoudige manipulatie/behandeling
Organ-on-chip systemen
Nadelen van in vitro systemen?
Vers tumormateriaal niet altijd makkelijk te verkrijgen
Verlies van heterogeniteit
Niet-fysiologische omgeving
Bijwerkingen prostaatbiopsie?
Meest frequent: hematurie
Meest ingrijpend: prostatitis
–> antibiotische profylaxe
Wat is te meten bij rectaal prostaatonderzoek?
Prostaatvolume/grootte
Afwijkingen/knobbels
Consistentie: hard, elastisch, vast-elastisch
Pijnlijkheid
Symmetrie
Wat vermelden de klassieke active surveillance inclusie criteria?
Een PSA < 10 ng/mL
Gleason Score < 7
Minder dan 3 positieve biopten
Behandelbaar voor eventuele invasieve interventie