HC'S WEEK 1 Flashcards
Indeling hematologische ziekten op 3 niveaus?
Cel/cellijn: myeloïd of lymfatisch
Orgaan: beenmerg, lymfeklier, milt/lever
Snelheid van ontstaan: acuut, chronisch
5 grote groepen hematologische ziekten?
Leukemie
Myeloproliferatieve ziekten
Myelodysplasie
Lymfomen
Multipel myeloom
Wat is leukemie?
Een maligne ontaarding van het beenmerg
Hoe maak je onderverdelingen binnen leukemie?
Myeloïd/lymfatisch
Acuut/chronisch
3 vormen binnen myeloproliferatieve ziekten?
Essentiële trombocytose: megakaryocyten
Polycythemia vera: erytroïde lijn
Myelofibrose: myeloïde lijn
Wat is myelodysplasie?
Een voorstadium van AML
Wat zijn lymfomen?
Maligne ontaarding in de lymfeklier
–> MAAR kan ook vanuit de milt
Hoe maak je onderverdelingen binnen lymfomen?
B-cel/T-cel
Hodgkin/Non-Hodgkin
Wat is multipel myeloom?
Maligne ontaarding van de plasmacel in het beenmerg
Indeling prognostische factoren bij AML?
Patiënt gebonden
Ziekte specifieke
Therapie gerelateerde
Patiëntgebonden prognostische factoren AML?
Leeftijd
Co-morbiditeiten/VG: HCT-CI score 1 t/m 3, conditie, performance status/WHO 0 t/m 4
Ziekte-specifieke prognostische factoren AML?
Cytogenetische afwijkingen: cytomorfologie, immunofenotypering, cytogenetica
Moleculaire afwijkingen/mutaties: NPM1, FLT3-ITD
Therapie-gerelateerde prognostische factoren AML?
Respons op behandeling: bereiken complete remissie (CR)
Minimale residuele ziekte (MRD): restziekte
Beenmerg morfologie van myelodysplastisch syndroom?
Hypercellulair
Vormafwijkingen/dysplasie in erytropoiese
Wat is MDS?
Een klonale aandoening van hematopoietische stamcellen/progenitorcellen
2 kenmerken van MDS?
- Ineffectieve hematopoiese –> cytopenie
- Neiging tot leukemische evolutie
Klinische presentatie van MDS
Asymptomatisch
Symptomatisch
- vermoeid en kortademig: anemie
- terugkerende infecties: neutropenie
- bloedingsneigingen: trombocytopenie
Hoe wordt MDS veroorzaakt?
Door (epi)genetische veranderingen in hematopoietische stamcellen/voorlopercellen: expositie carcinogenen, mutaties
2 vormen van MDS?
Primaire/de novo MDS: oorzaak onbekend, carcinogenen, erfelijk
Secundaire/therapiegerelateerde MDS: chemo- of radiotherapie
2 soorten chemo die MDS kunnen veroorzaken?
Alkylerende middelen: cyclofosfamide –> 5-15 jaar
Topoisomerase II remmers: antracyclinen & etoposide –> 1-2 jaar
2 vormen van epigenetische regulatie van genexpressie?
DNA methylering
Histon modificatie
2 mutaties die de oorzaak kunnen zijn van MDS?
Mutaties in splicing regulatoren
Mutaties in epigenetisch regulerende genen: verantwoordelijk voor ordening/vouwing van DNA –> bij MDS hypermethylering
Prognose van MDS geschat via?
IPSS-R = international prognostic scoring system - revised
Bij de IPSS-R wordt gekeken naar?
Cytogenetica
Percentage blasten in beenmerg
Hemoglobine
Trombocyten
Neutrofielen (ANC)
Karyotypes worden gedefinieerd als?
Heel goed: -Y, del(11q)
Goed: geen afwijkingen, dubbele del(5q)
Intermediair: del(7q), trisomie 8, trisomie 19, ins(17q)
Slecht: monosomie 7, complex karyotype (>3 afwijkingen), inv(3)
Heel slecht: 4 of meer afwijkingen
5 behandelingsopties bij MDS?
Supportive care: transfusies, groeifactoren
Immuunsuppressieve therapie
Intensieve chemotherapie: AML-protocol
Ziekte-modulerende middelen: azacitidine, lenalidomide
Allogene SCT: curatief
Bijwerkingen kankertherapie?
Vermoeidheid, misselijkheid, braken, verminderde eetlust, kaalheid, huidafwijkingen, lever/nierfunctiestoornissen, beenmergdepressie, mucositis, bloedingen
Een beenmergdepressie leidt tot?
Anemie: moe, bleek, POB, kortademig, hartkloppingen, duizelig
Trombopenie: bloedingen
Leukopenie: verminderde weerstand, terugkomende infecties
Supportive care bij anemie?
Bloedtransfusie
Supplementen: foliumzuur, ijzer, vitamines
EPO-behandeling
Supportive care bij leukopenie?
Granulocyten transfusie: tegen bacteriële infecties
G-CSF suppletie: niet effectief bij chemo
SDD-profylaxe (selectieve darm decontaminatie): voorkomen infecties
Supportive care bij trombopenie?
Trombocytentransfusie
TPO-behandeling: maar kan ook leiden tot proliferatie vd leukemiecellen
Indicaties trombocytentransfusie?
Afhankelijk van hoeveelheid trombocyten
Afhankelijk van eventuele ingreep
- profylaxe: > 10x109/L
- ingreep: > 50x109/L
- hoog risico: > 100x10*9/L
Afhankelijk van klachten
Indicaties erytrocytentransfusie?
Afhankelijk van ontstaan: acuut/chronisch
Afhankelijk van leeftijd
Afhankelijk van co-morbiditeiten
Afhankelijk van klachten
Bij acuut ontstane anemie gebruikt men de?
4-5-6 regel: bij welke patiënten is bloedtransfusie geïndiceerd als Hb onder de 4, onder de 5 of onder de 6 ligt
Universele bloeddonor?
O-negatief
Universele bloedontvanger?
AB-positief
Risico’s van supportive care?
Hemolytische transfusiereactie
Koorts
Allergische reactie
Overdracht ziekteverwekker
Ijzerstapeling
2 groepen maligne lymfomen?
Hodgkin lymfoom
Non-Hodgkin lymfoom
Microscopie van Hodgkin lymfoom?
Hodgkin/Reed Sternberg cellen = meerkernige, kwaadaardige reuscel
Ontstekingsachtergrond
Meestal sclerose
Immuno-histochemie Reed Sternberg cellen?
CD30 positief
CD15 positief
CD20 negatief –> B-cel markers
Aankleuring CD30 immuno-histochemie op?
Hodgkin lymfoom
T-cel lymfoom
Diffuus grootcellig B-cel lymfoom
Wat voor soort cellen zijn Reed Sternberg cellen?
Monoklonale B-lymfocyten met IgH herschikking
Bij welke lymfomen is er sprake van gemuteerde Ig-genen?
Diffuus grootcellig B-cel lymfoom
Folliculair lymfoom
Hodgkin lymfoom
Bij welk lymfoom is geen sprake van gemuteerde Ig-genen?
Mantelcellymfomen
Klinische indeling non-Hodgkin lymfoom op basis van lokatie?
Nodaal = in de lymfeklier
Extranodaal = in organen
Leukemisch = in het bloed: mantelcellymfoom
Klinische indeling non-Hodgkin lymfoom op basis van gedrag?
Indolent = chronisch: folliculair lymfoom, marginale zone lymfoom
Agressief = snel groeiend
Zeer agressief = zeer acuut: Burkitt lymfoom
WHO classificatie van NHL - 5 pijlers?
Morfologie: grootcellig/kleincellig
Fenotype (immunologie): B-cel, T-cel, NK-cel
Genotype (moleculair): genherschikking IgH, TCR, translocaties, mutaties
Fysiologische tegenhanger: ontwikkelingsstadium, voorloper of matuur
Klinische kenmerken: presentatie, beloop
T-cel marker?
CD5
B-cel marker?
CD10
CD20
Welke CD-marker maakt onderscheid tussen mantelcellymfoom en CLL?
CD23
Welke marker toont mantelcellymfoom aan?
Cycline D1
Kenmerken folliculair lymfoom?
Indolent
Veroorzaken vrijwel nooit pijn of andere klachten
Vaak gelokaliseerd in de hals
Chronische ziekte, levensverwachting 15-20 jaar
t(14;18) kan wijzen op 3 soorten lymfomen, welke?
Folliculair lymfoom
Burkitt lymfoom
MALT lymfoom
Behandeling folliculair lymfoom?
Anti-CD20 therapie = rituximab
Chemotherapie
Kenmerken Burkitt lymfoom?
Zeldzaam
Oudere kinderen en jongvolwassenen
Bulky ziekte = >10 cm
Hoog LDH en hoog urinezuur
Vaak extranodale lokalisaties
Verdubbelingstijd <24h
Reageert goed op intensieve chemotherapie
Kenmerken diffuus grootcellig B-cel lymfoom?
Pijnloze lymfeklierzwelling
Nodaal en extranodaal
Agressief
Klachten door lokalisatie
Kliniek lijkt op Burkitt lymfoom
Kan double-hit: MYC- en BCL-2 translocaties
Stadia non-Hodgkin lymfoom?
Stadium I =1 lymfklierstation/extralymfatisch orgaan
Stadium II = 2 of meer lymfklierstations/extralymfatische organen, nog aan één kant van diafragma
Stadium III = aandoening lymfklierstations/extralymfatische organen aan twee kanten van diafragma, gevorderd stadium
Stadium IV = gedissemineerde aandoening
Metastasering Hodgkin vs non-Hodgkin lymfomen?
NHL = hematogene metastasering
HL = lymfogene metastasering
Behandeling DLBCL?
CHOP-kuren
- cyclofosfamide: iv dag 1
- doxorubicine: iv dag 1
- vincristine: iv dag 1
- prednison: oraal, dagelijks
(- rituximab)
Wat is rituximab?
Een anti-CD20 monoclonale antistof
Welke 5 processen initieert rituximab?
CDC = complement gemedieerde cytolyse
ADCC = antistof-afhankelijke cel-gemedieerde celtoxiciteit
Apoptose = inductie directe celdood
ADP = antistof-afhankelijke fagocytose door macrofagen
Synergetisch effect cytostatica
Prognose DLBCL beoordeeld met de IPI score, slechte prognose als?
Leeftijd > 60 jaar
LDH > 1x normaalwaarde
Performance status > 2
Stadium III of IV
>1 extranodale laesie
Stamceltransplantatie voorbereiding?
Myeloablatieve chemotherapie: 6 dagen BEAM, 1 dag rust
Stamcelinfusie
4 weken opname
Wat houdt ‘primair refractair’ in?
Als men na 3 kuren R-CHOP geen partiële respons heeft
Als men na 6 kuren geen metabole remissie heeft
–> geen genezing, mediane overleving 7 maanden
Wat zijn CAR-T-cellen?
= geprogrammeerde T-cellen
CAR = chimeric antigeen receptor
Toxiciteit CAR-T-cel therapie - 5 hoofdgroepen?
Insertie van oncogenese
Cytokine releasing syndrome: expansie T-cellen = hoge koorts, veel cytokines en lage bloeddruk
Neurologische schade: verwardheid, delirium, coma, afasie
Allergie/anafylaxe voor CAR
‘On target, off-tumor’ toxicity: alle B-cellen aangepakt = hypoglobulinemie
Criteria voor multipel myeloom?
Klonale beenmerg plasmacelpopulatie > 10%
Één of meer myeloma defining events (MDE): CRAB-criteria
CRAB-criteria?
C = hypercalciëmie
R = nierfuctiestoornissen/proteïnurie
A = anemie
B = botlaesies
(Verhoogd risico op infecties)
Revised IMWG criteria voor diagnose symptomatisch MM?
Involved:Uninvolved serum free light chain ratio > 100
Plasmacel populatie > 60%
Meerdere laesies botten
Welke CD-marker is te vinden op de plasmacel?
CD38+
Hoog risico mutaties bij MM?
14q32
del(17p)
hyperdiploïd chromosomen
Prognostische markers MM?
Ziektelast: ISS (B2-microglobuline, albumine)
Ziektekarakteristieken: cytogenetisch profiel, genprofiel
Patiënt gerelateerde factoren: leeftijd, co-morbiditeit