HC'S WEEK 4 Flashcards
Symptomen gastro-intestinale tumoren?
Algemeen: moeheid, gewichtsverlies, pijn
Obstructie lumen: misselijkheid, braken
Bloedverlies: melena
Meest voorkomende symptomen oesofaguscarcinoom?
Dysfagie
Retrosternale pijn
Gewichtsverlies
Minst voorkomende symptomen oesofaguscarcinoom?
Bloedbraken
Melena
Heesheid
Hikklachten
Symptomen maagcarcinoom (afh. van locatie in maag)?
Proximaal: dysfagie, bloedverlies, gewichtsverlies
Niet-proximaal: verminderde eetlust, snel vol gevoel, misselijkheid, braken, gewichtsverlies, pijn
Symptomen colorectaal carcinoom?
Vaak: veranderd defaecatiepatroon, bloedverlies en buikpijn
Minder vaak: ileus, gewichtsverlies, vermoeidheid, loze aandrang
Symptomen pancreascarcinoom?
Rugpijn (doorborend)
Gewichtsverlies
Stille icterus
Symptomen galwegcarcinoom?
Icterus
Jeuk
Pijn
Verminderde eetlust
Gewichtsverlies
Voorkeursplaatsen uitzaaiingen gastro-intestinale tumor?
Longen en lever
Minder naar de botten
Symptomen van metastasen?
Gewichtsverlies, vermoeidheid, pijn
Lever: referred pijn
Longen: kortademig, hemoptoe, pijn
Botten: pijn, zenuwuitval
4 soorten diagnostiek van gastro-intestinale tumoren?
Bloedonderzoek: anemie, eiwitten
Endoscopie
Radiologisch
Nucleair
Gouden standaard diagnostisering van oesofaguscarcinoom?
Gastroscopie met biopten
TNM-stadiering van oesofaguscarcinoom mbv?
T-stadiering: (radiaire) endo-echografie
N-stadiering: (radiaire) endo-echografie, echo hals, (PET-)CT
M-stadiering: CT- of PET-scan, endosonografie, echo halsklieren
Gouden standaard diagnostisering van maagcarcinoom?
Gastroscopie met biopten
TNM-stadiering van maagcarcinoom mbv?
CT-scan thorax-abdomen
Gouden standaard diagnostisering colorectaal carcinoom?
Colonoscopie met biopten
TNM-stadiering coloncarcinoom?
T-stadiering: postoperatief
N-stadiering: postoperatief
M-stadiering: CT-scan thorax-abdomen
TNM-stadiering rectum carcinoom?
T-stadiering: MRI
N-stadiering: MRI
M-stadiering: CT-scan thorax-abdomen
Behandeling coloncarcinoom?
Operatie, eventueel gevolgd door chemotherapie
Behandeling rectaal carcinoom?
Vooraf chemo-radiotherapie gevolgd door operatie
Diagnosemogelijkheden pancreascarcinoom?
CT-scan (stadiering)
Endo-echografie met FNA/FNB
Endosonografie met biopten
Operatief/kijkoperatie
Alarmsymptomen waarvoor verdenking oesofaguscarcinoom?
Hematemesis (bloedbraken)
Melena
Braken
Dysfagie/passageklachten
Odynogafie (pijn bij eten)
Persisterend hikken
Foetor ex ore (slechte adem)
Ongewild gewichtsverlies
Anemie
Behandeling slokdarmkanker?
Slokdarmresectie –> curatief: niet bij cT4b en M1, niet palliatief
Histologische types van slokdarmcarcinoom?
Plaveiselcelcarcinoom
Adenocarcinoom
Melanoom
Sarcoom
Gastro-intetinale stromaceltumor (GIST)
Risicofactoren plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm?
Roken, alcohol
Corrosie
Radiotherapie
KNO tumor
Achalasie (pylorusspier verdikt)
Afkomst
Kenmerken adenocarcinoom (Barrett) van de slokdarm?
Ontstaat door reflux (GERD) door verminderde werking sfincter (LES)
Distaal of bij maagovergang
Is metaplasie van plaveiselepitheel naar slijmbekerepitheel
Endoscopisch duidelijk
Risicofactoren ontwikkelen adenocarcinoom slokdarm?
Barrett
Obesitas
Roken
Radiotherapie
5 stappen ontwikkeling van Barrett naar adenocarcinoom?
- Metaplasie
- Onzekere dysplasie
- Laaggradige dysplasie
- Hooggradige dysplasie
- Adenocarcinoom
Palliatieve behandeling slokdarmkanker?
LVW > 3 maanden: radiotherapie voor dysfagie
LVW < 3 maanden: stent
Curatieve behandeling van slokdarmkanker?
Neo-adjuvante chemoradiotherapie gevolgd door slokdarmresectie
Neo-adjuvante chemotherapie gevolgd door slokdarmresectie
Direct opereren
Definitieve chemoradiotherapie of radiotherapie
2 opties voor continuiteitshertel na slokdarmresectie?
- Buismaag
- Coloninterpositie
2 operatietypes van de slokdarm?
Transhiatale resectie = puur om tumor te verwijderen
Transthoracale resectie = ook lymfeklieren mee verwijderen
Welke slokdarm operatie wanneer?
Hoog-mid oesophagus gelegen tumoren: transthoracaal en cervicale naad
Hoog mediastinale lymfeklieren: altijd transthoracaal
Meer tumorinfiltratie maag: kortere buismaag, intrathoracale naad
Bestraling bovenste mediastinum: cervicale naad
Morbiditeiten van slokdarmchirurgie?
Wondinfectie
Nabloeding
Naadlekkage
Atriumfibrilleren
Pneumothorax
Atelectase
Pneumonie
Chyluslekkage
Stembandparese
Waar staat pCR voor?
Pathologisch complete respons = geen vitale tumor in resectiepreparaat
Wanneer adjuvante chemotherapie bij coloncarcinoom?
Bij ongunstig stadium 2
Bij stadium 3 (pTxn1M0)
3 soorten colonresecties?
Hemicolectomie links/rechts
Colon transversum resectie
Sigmoidresectie
Complicaties van colectomie?
Naadlekkage
Wondinfectie
Platzbauch
Ileus
Gastroparese
2 behandelingsstrategieen van rectumcarcinoom?
Operatie zonder voorbehandeling: lokaal, resectie tumor en klieren
Operatie met voorbehandeling
- kort: radiotherapie 5x5 Gy –> voorkomen lokaal recidief
- lang: chemoradiotherapie –> voorkomen lokaal recidief & kleineren tumor voor radicale resectie
Wat houdt lokale behandeling van het rectumcarcinoom in?
TEM = transanale endoscopische microchirurgie
- bij in situ carcinomen & ‘gunstige’ T1-carcinomen
TME = totale mesorectale excisie = rectumresectie incl mesorectale vet en locoregionale klieren
- andere tumoren: cT1-T4
Voordelen en nadelen Watch&Wait strategie bij rectumcarcinoom?
Voordelen: mogelijk geen rectumresectie en geen stoma
Nadelen: intensieve follow-up met MRI en scopien, 25% recidief na < 2 jaar
3 chirurgische behandelingen van rectumcarcinoom?
Low anterior resectie (LAR): mid-proximaal-distaal RC
Abdominoperineale resectie (APR): distaal RC
Exenteratie: T4/lokaal recidief RC
Wat houdt een abdominoperineale resectie (APR) in?
Low anterior resectie (LAR) + anus/sphincter/bekkenbodem
- buikwond & perineale wond
- altijd eindstandig colostoma
Wat houdt een exenteratie in?
Resectie van meerdere orgaan-compartimenten in het kleine bekken
- man 2 compartimenten: rectum & blaas/prostaat
- vrouw 3 compartimenten: rectum & blaas & uterus/cervix/vagina
Hoge morbiditeit
2 mogelijke momenten van ontstaan van metastasen?
Synchroon = al metastasen op moment van diagnose
Metachroon = metastasen tijdens follow-up van de behandeling
Beleid bij levermetastasen?
80% niet resectabel = palliatieve therapie
20% resectie/lokale behandeling mogelijk = leverresectie (gouden standaard)
Indicaties van resectie van levermetastasen?
<4 metastasen
Beperkt tot 1 helft vd lever
Geen synchrone metastasen
Geen extrahepatische metastasen
< 70 jaar
Radicale resectie mogelijk
Voldoende resterend functioneel leverweefsel (20-30%)
2 opties bij resectie van levermetastasen?
Anatomische resectie = resectie leverlobjes
Wig-resectie = resectie metastase + marge
3 andere opties voor behandeling levermetastasen?
Lokaal ablatieve technieken
- radiofrequente ablatie (RFA)
- microwave (MWA)
- irreversibele electroporatie (IRE)
Stereotactische radiotherapie
Systemische chemotherapie: inductie of palliatief
Indicaties van stereotactische radiotherapie
Resectie/lokale ablatie niet mogelijk door locatie of co-morbiditeit
Max. 8 cm
Max. 3 laesies
Opties behandeling colorectale longmetastasen?
Resectie: anatomisch of extra-anatomisch
Ablatie: wel kans pneumothorax
Stereotactische radiotherapie
Behandeling peritoneaalmetastasen?
HIPEC = hypertherme intraperitoneale chemotherapie
- buik spoelen met verhitte chemotherapie
- na resectie alle kleine tumoren
Meest voorkomende complicaties van peritoneaalmetastasen?
Langdurige gastroparese
Naadlekkage
Respiratoire insufficientie
Enterocutane fisteling
Wondproblematiek
Relatieve contra-indicaties HIPEC?
RCRI > 2: grote ingreep, ischemische hartziekte, hartfalen, cerebraal vaatlijden, IDDM, chronisch nierfalen, >75jr
Karnofsky < 80
FEV1 < 1L
Voordelen en nadelen van palliatieve behandeling CRC?
Voordelen: vermindering klachten, levensverlenging, verbetering QoL
Nadelen: tijd in ziekenhuis, bijwerkingen, kosten
Wat is de peri-operatieve behandeling van maagcarcinoom?
FLOT = fluoropyrimidines, leukoferin, oxaliplatin & toxatere
Voordelen en nadelen neo-adjuvante chemoradiatie (CRT) voor oesofaguscarcinoom?
Voordelen: overlevingswinst, verbetering passage, minder kans lokaal recidief
Nadelen: belasting
In stratum basale worden welke cellen gevormd?
Keratinocyten
Melanocyten
Wat maken melanocyten aan?
Eumelanine
Pheomelanine
Risicofactoren ontwikkelen huidkanker?
Leeftijd & geslacht
UV expositie
Dermato-oncologische voorgeschiedenis
Iatrogene factoren: immuunsuppressie, fototherapie, etc
Leeftstijl: roken, BMI, alcohol
Chronische ulcera
Huidtype
Genetica en virus infectie
Premaligne afwijkingen van plaveiselcelcarcinoom?
Actinische keratose
Morbus Bowen
Premaligne afwijkingen van melanoom?
Melanoma in situ
Lentigo maligna
Giant congenitale naevus
Kenmerken actinische keratosen (AKs)?
Cutane premaligniteit
Dysplasie van onderste laag van basaalmembraan
>50 jaar 30% mannen en 20% vrouwen
Beloop: persisteren, spontane regressie/invasieve groei tot PCC
Biomarker field cancerization (= zonneschade)
Kenmerken Morbus Bowen (MB)?
In situ/intra-epidermaal PCC
Meestal solitair, soms multipel
Afgrensbaar
Ook op slijmvliezen
Dysplasie door gehele epidermis heen
Therapie van AKs en MB?
Lokale destructie
Veldbehandeling
Vormen lokale destructie therapie AKs en MB?
Cryotherapie
Curettage/electrocoagulatie
Excisie (alleen MB)
Vormen veldbehandeling therapie AKs en MB?
Efudix creme (5-fluorouracil) = lokale chemotherapie
Aldara creme (imiquimod) = immuunmodulator
Fotodynamische therapie (PDT)
Dermabrasie/peeling
Voordelen en nadelen 5-fluorouracil/Efudix?
Voordeel: veldbehandeling door pt zelf
Nadelen: allergi, lokale reacties, therapietrouw
Nadelen imiquimod creme?
Systemische bijwerkingen
Lokale reactie
Beperkt oppervlak
Voordelen en nadelen fotodynamische therapie (PDT)?
Voordelen: fraaie genezing, therapietrouw
Nadelen: dagbehandeling, pijn
Anamnese bij AK?
UV-straling: cumulatief of intermitterend
Immunosuppressie
Klachten: pijn, snelle progressie
Dermato-oncologische voorgeschiedenis
Lichamelijk onderzoek bij AK?
Voorkeursplekken: zonblootstelling huid (aangezicht, oren, handrug, onderarmen, schedel, decollete)
Palperen
Wondjes, zwelling/induratie, pijn
Totale huid inspectie
Kenmerken lentigo maligna?
Intra-epidermaal/in situ melanoom
Mediane leeftijd 70 jaar
Op zon-blootgestelde huid, 74% in gelaat
Progressie naar melanoom 5%
Moeilijk klinisch afgrensbaar
Diagnostiek met dermatoscopie
Behandeling lentigo maligna?
Conventionele excisie met 5 mm marge
Histologische beoordeling gehele laesie
Kan al irradicaliteit bij 5 mm marge
Recidiefkans 7-20%
Wat houdt micrografisch gecontroleerde chirurgie (Breuningen) in?
Volledige beoordeling excisieranden
Weefselsparend
Pas sluiting bij radicaliteit
Recidiefkans 2-55%
MAAR grote defecten & uitgestelde sluiting
Beoordeling huidtumoren op basis van PROVOKE, waar staat dit voor?
P = plaats
R = rangschikking
O = omvang: aantal en grootte
V = vorm
O = omtrek: begrenzing scherp/vaag
K = kleur
E = efflorescentie: erytheem, macula, papel, tumor, plaque, ulcus, keratose, erose, teleangiectasie
Anamnese bij basaalcelcarcinoom?
Beloop
Klachten
UV-straling: intermitterend en cumulatief
Immunosuppressie
Dermato-oncologische voorgeschiedenis
Andere risicofactoren: genetisch, radiotherapie, lokaal trauma
Kenmerken basaalcel naevus syndroom?
= Gorlin-Goltz syndroom
Mutaties in het PTCH gen
Basaalcelcarcinomen vanaf jonge leeftijd
Preventie: beperking zon & röntgenstraling
Behandeling: vismodegib of sonidegib
–> bijwerkingen: smaakverlies, haaruitval, spierkrampen
Macroscopie basaalcelcarcinoom?
Kenmerkend: glazig, wasachtig, doorschijnend, parelmoerachtige glans
Vaak: centrale ulceratie, verheven blekere randen, teleangiectasieen, snel bloedend, niet genezend
Soms: atrofie, onscherpe begrenzing, gepigmenteerd
Lichamelijk onderzoek bij basaalcelcarcinoom?
Omvang tumor
Omliggende structuren
Indien in gelaat: inspectie H-zone
Totale huidinspectie
Op welke 3 manieren kunnen basaalcelcarcinomen groeien?
Oppervlakkig
Nodulair
Sprieterig
Voordelen en nadelen Moh’s micrografische chirurgie?
Voordelen: weefselsparend, hogere kans radicaliteit, lagere kans recidief
Nadelen: arbeidsintensief, kostbaarder dan excisie
Wanneer geen Moh’s micrografische chirurgie?
Melanoom/melanoom in situ
Genoeg ruimte voor conventionele excisie
Inoperabel
Wat zijn vismodegib en sonidegib?
Orale hedgehog inhibitors
–> gemetastaseerd/lokaal uitgebreid BCC waarvoor geen chirurgie of radiotherapie
Kenmerken plaveiselcelcarcinoom (PCC)?
Snelle groei binnen maanden, pijn
80% hoofd-hals gebied
Vaak veroorzaakt door chronische UV-blootstelling
Macroscopie plaveiselcelcarcinoom?
Kenmerkend: huidkleurige tot erythemateuze plaque/nodus/tumor met pijn
Vaak: schilferig/keratose, centrale ulceratie, omliggende AKs, snel bloedend, niet genezend
Risicofactoren ontstaan plaveiselcelcarcinoom?
Cumulatieve UV-straling
Arseen
Roken
Mannen > vrouwen
Huidtype I/II
Immuungecompromitteerd
Chronische huidontstekingen
2 typen genodermatosen?
Xeroderma Pigmentosum (XP)
- DNA repair stoornis
- autosomaal recessief
Albinisme (= geen/weinig melanine)
- meestal oculocutaan
- autosomaal recessief
Anamnese plaveiselcelcarcinoom?
UV-straling: cumulatief en intermitterend
Immunosuppressie
Klachten: pijn
Dermato-oncologische voorgeschiedenis
Anders: lokaal trauma, chronische wonden
Lichamelijk onderzoek bij plaveiselcelcarcinoom?
Omvang tumor
Aanwijzingen voor perineurale uitbreiding
Ingroei onderliggende structuren
Palpatie drainerende lymfklierstations
Totale huidinspectie
3 doelen van aangezichtsreconstructies?
Herstel (en behoud) van functie
Herstel van vorm
Minimale donormorbiditeit
Wat is het esthetische unit principe?
Esthetische/anatomisch gerelateerde regionen: unieke huidskleur, textuur, dikte, haar, mobiliteit, onderhuids vet, spier, etc
Centrale units: neus, lippen, oogleden
Perifere units: wangen, voorhoofd, kin
7 principes van aangezichtsreconstructies?
- Reconstrueer (sub)units
- Verander defect: locatie, vorm, grootte, diepte
- Littekens op grenzen van units of in huidplooi
- Kies ideaal donorweefsel: replice like with like
- Vervang missende weefsels exact qua volume, diepte en ‘outline’
- Indien nodig stadiëren van ingreep
- Overeenkomst qua contour, huidskleur en textuur het meest belangrijk!
3 technieken aangezichtsreconstructies?
- Primaire sluiting
- Huidtransplantaat
- Lokale lap
2 opties bij huidtransplantaat?
- Split skin graft = epidermis + deel dermis
- Full thickness graft = epidermis + dermis
Wat houdt een ‘lokale lap’ behandeling in bij aangezichtsreconstructie?
Weefselverplaatsing van donorplaats naar wond met eigen bloedvoorziening
Indicaties ‘lokale lap’ reconstructie?
Radicale excisie histoligisch bewezen
Primaire sluiting te veel spanning, niet mogelijk of verstoring anatomie gezicht
2 typen van lokale lappen?
Pivotal
Advancement = unidimensionale verplaatsing van weefsel
Voorbeelden van pivotal lokale lappen?
Transpositie lappen: Z-plastiek, bi-lobed lap, rhomboid lap
Rotatie lappen
Voorbeelden van advancement lappen?
Uni- of bipedicled
V-Y of Y-V
Eiland lappen
Wat is een indicatie voor Z-plastiek?
Verleggen of verlengen van een litteken of defect