HC'S WEEK 2 Flashcards

1
Q

Pack years is?

A

Aantal pakjes sigaretten per dag x aantal jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Relatieve risico is?

A

Het risico van de blootgestelde tov de niet-blootgestelde populatie
- hoe hoger de RR, hoe groter de sterkte van de relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Risicofactoren longkanker niet-roker?

A

Familiegeschiedenis
Meeroken
Luchtvervuiling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Risicofactoren longkanker voormalig rokers?

A

Leeftijd van stoppen
Emfyseem
Afwezigheid hooikoorts
Familiegeschiedenis
Luchtvervuiling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Risicofactoren longkanker rokers?

A

Packyears
Asbest en stof exposure
Emfyseem
Afwezigheid hooikoorts
Familiegeschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lokale symptomen van longtumor-groei?

A

Luchtweg: hoest, sputum, infectie, hemoptoë, dyspneu
Pleuravocht: dyspneu, hoest, pijn
Pleura/ingroei thoraxwand: pijn
Ingroei n. recurrens: heesheid
Oesophagus compressie: passagestoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk syndroom krijg je als vena cava geobstrueerd is door de tumor?

A

Vena cava superior syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken vena cava superior syndroom?

A

Thrombose & tumorthrombi
Lichaam gaat collateralen maken
In ochtend ogen niet goed openen
Hoofdpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Klachten van sulcus superior tumor?

A

Syndroom van Horner: als verdrukking sympathische innervatie
Schouderpijn: als ingroei in plexus brachialis
Miosis
Ptosis
Anhydrosis
Enoftalmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken van het Pancoast syndroom?

A

Oorzaak = sulcus superior tumor
Pijn in schouder uitstralend naar (boven)arm
Syndroom van Horner
Zwakte en atrofie van handmusculatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Lichamelijk onderzoek longcarcinoom?

A

Gewichtsverlies >10% in afgelopen 3 maanden
Lymfadenopathie: supraclaviculair en axillair
Heesheid
Vena cava superior syndroom
Hepatomegalie
Kloppijn op wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Radiologische presentatie van longcarcinoom?

A

Nodules: solide/niet-solide
Dense massa
Atelectase
Pleuravocht
Infiltraat
Lymfeklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Soorten thoracale weefseldiagnostiek?

A

Sputum cytologie
Bronchus aspiraat, bronchiale brushing
Punctie: transbronchiaal, transthoracaal, transoesophageaal
Bronchiaal biopt
VATS
Thoracotomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is EUS (endoscopic ultrasound system)(= punctie via slokdarm)?

A

Linkszijdige deel bovenste deel mediastinum
Subcarinale klier
Onderste deel mediastinum bdz
Linker en rechter bijnier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is EBUS (endobronchial ultrasound system)(= punctie via trachea)?

A

Bovenste deel mediastinum bdz
Subcarinale klieren
Hilaire klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Contra-indicaties van transthoracale punctie?

A

Respiratoire insufficiëntie
Monolong
Pulmonale hypertensie
Stollingsstoornissen

17
Q

Wanneer spreek je bij longkanker van een uitzaaiing?

A

Als de klieruitzaaiing ergens anders zit dan in het mediastinum

18
Q

Voorkeurslocaties metastasering longcarcinoom?

A

Brein
Lever
Bijnieren
botten

19
Q

Stadiëring van longkanker?

A

I = lokaal
II = lokaal
III = lokaal gevorderd
IV = uitgezaaid

20
Q

Behandeling NSCLC op grond van stadiëring - stadium I?

A

Operatie –> curatief

21
Q

Behandeling NSCLC op grond van stadiëring - stadium II?

A

Operatie + adjuvante chemotherapie (+ immunotherapie)

22
Q

Behandeling NSCLC op grond van stadiëring - stadium III?

A

Chemo-radiotherapie + immunotherapie (adjuvant) –> multimodaliteit

23
Q

Behandeling NSCLC op grond van stadiëring - stadium IV?

A

Chemotherapie en/of immunotherapie
Of gerichte behandeling/systeemtherapie

24
Q

Prognose is?

A

Wat is de voorspelde overleving bij een bepaalde behandeling?

25
Q

Predictie is?

A

Voorspellen of iemand al dan niet beter gaat reageren op een behandeling

26
Q

Onderverdeling longcarcinoom?

A

Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC)
- plaveiselcelcarcinoom
- adenocarcinoom
- grootcellig carcinoom
Kleincellig longcarcinoom (SCLC)

27
Q

Algemene kenmerken plaveiselcel carcinoom?

A

40-45% van NSCLC
Centraal, meestal groter dan 4 cm
Centraal verval/cavitatie
Man > vrouw
Zeer sterke relatie met roken

28
Q

Microscopische kenmerken van plaveiselcel carcinoom?

A

Vaak necrotisch
Verhoorning
Desmosomen
GEEN buisvorming
GEEN slijm

29
Q

Wat is de precursor afwijking van het plaveiselcelcarcinoom?

A

Squameuze metaplasie

30
Q

Algemene kenmerken adenocarcinoom?

A

40% van NSCLC
Perifeer
Vrouw > man
Jongere leeftijd
10-30% EGFR-mutatie, 30% KRAS-mutatie

31
Q

Microscopische kenmerken van adenocarcinoom?

A

Buizen
Slijm (intracytoplasmatisch)
GEEN desmosomen
GEEN verhoorning
Klier differentiatie

32
Q

Wat is de precursor afwijking van het adenocarcinoom?

A

Als < 5 mm = atypische adenomateuze hyperplasie (AAH)
Als > 5 mm = adenocarcinoom in situ (AIS) of ‘lepidisch type’ adenocarcinoom

33
Q

Algemene kenmerken grootcellig longcarcinoom?

A

10% van NSCLC
Overal in de long
Roken +++
Plaveiselcellige/adeno-differentiatie detecteerbaar

34
Q

Microscopische kenmerken grootcellig longcarcinoom?

A

Middelgrote tot grote cellen
Vergrofd chromatine
Nucleoli duidelijk zichtbaar
Scherpe celgrenzen
GEEN buisvorming/slijmvorming/verhoorning/desmosomen

35
Q

Welk subtype van het grootcellig longcarcinoom bestaat er?

A

Grootcellig neuro-endocrien longcarcinoom

36
Q

Algemene kenmerken kleincellig longcarcinoom?

A

15-20% van primaire bronchuscarcinomen
Centraal
Roken +++
Neuro-endocrien
Zeer agressief
Vaak met paraneoplastisch syndroom
Behandeling systeemtherapie

37
Q

Microscopische kenmerken kleincellig longcarcinoom?

A

Kleine tot middelgrote cellen
Monomorfe cellen
(Zeer) hoge kern-cytoplasma ratio
Egaal vergrofd chromatine
Geen of onopvallende nucleoli
GEEN buisvorming/slijmvorming/verhoorning/desmosomen