HC's WEEK 4 Flashcards
Noem 9 risicofactoren voor een prolaps
- vaginale bevalling
- groot kind > 4000 gram
- meerdere pariteiten
- hoog BMI
- positieve familieanamnese
- zwaar lichamelijk werk
- hysterectomie
- eerdere prolaps chirurgie
- obstructief longlijden & roken
Welke 2 anatomische onderdelen van het pelvis ondersteunen de bekken organen?
- Bekkenbodemspieren = stevige laag waarop organen rusten
- Endopelviene fascie = bindweefsel ophangsysteem aan de bekkenzijwanden
Uit welke 3 spieren bestaat de m. levator ani?
- M. puborectalis = sling rond rectum
- M. pubococcygeus
- M. ileococcygeus = horizontaal verloop
Door welke 2 neurale delen wordt de m. levator ani geïnnerveerd?
- segment S3
- n. pudendus
Hoe wordt de endopelviene fascie ook wel genoemd?
Diafragma urogenitale
Geef 3 kenmerken van het diafragma urogenitale/endopelviene fascie
- vlakke plaat tussen beide rami inferiores ossis pubis & beide rami ossis ischii
- vult hiatus levatorius als het ware op
- 3 openingen: urethra, vagina en rectum
Welke 3 levels kunnen in het pelvis onderscheiden worden?
1 = hoogte baarmoederhals & lig. sacrouteriene
2 = tussen baarmoederhals & uitmonding vagina
(cervicale fascie & fascie t.h.v. septum cavum douglasi)
3 = rectovaginale fascie
Welke 2 bindweefsel structuren zorgen voor passieve ondersteuning en kunnen daarom bij een bevalling makkelijk kapot gaan?
- rectovaginaal septum
- pubocervicale fascie
Noem 2 functies van de bekkenbodem
- afsluitmechanisme
- ondersteuning van de organen en daardoor minder stress op de ligamenten
Wat zijn 2 mechanismen die kunnen plaatsvinden in de bekkenbodem die kunnen leiden tot prolaps (en incontinentie)?
- relaxatie/beschadiging spieren = alle kracht op ligamenten = schade bindweefsel = prolaps
- neuromusculaire schade = prolaps en incontinentie
Noem 4 vormen van prolaps
- cystocele = voorste compartiment
- topprolaps/descensus uteri
- enterocele
- rectocele
Wat is een verzakking?
Effect van organen op onderliggend weefsel dat aanleiding geeft tot abnormale gevoelens en zichtbare zwellingen
Noem 8 symptomen van een prolaps/verzakking
- zwaar gevoel
- toename eind van de dag
- dyspareunie
- lage rugpijn
- stress incontinentie
- urinale/faecale urgentie
- incomplete lediging blaas/darmen
- seksuele disfunctie
Noem de 3 onderdelen bij gestandaardiseerde anamnese bij verdenking op prolaps
- voorgeschiedenis
- pariteit
- klachten: prolaps, mictie, defaecatie, seksualiteit
Welke 2 tabellen kunnen gebruikt worden om de ernst van een prolaps uit te vragen?
- UDI 6
- PFIQ
Noem 4 behandelingsopties bij een prolaps
- niets doen
- pessarium/ring
- fysiotherapie
- operatie met/zonder mesh
Welke 3 groepen klachten behoren tot ovariumcarcinoom diagnose?
- geen klachten
- aspecifieke klachten
- vage gastro-intestinale klachten
- toename buikomvang: metastasen waardoor
ascites - mictie- of defaecatieproblemen
- acute buik door ruptuur van cyste/steeldraai
Wat zijn 2 risicofactoren voor het krijgen van een ovariumcarcinoom?
- minder ovulaties krijgen
- pil
- meerdere zwangerschappen
- genmutaties (10-15%): BRCA1/2, Lynch
Noem 4 bevindingen bij ovariumcarcinoom bij echo onderzoek
- cysteus/solide
- uni- of multiloculair
- septae
- proliferaties
- ascites
- +/- doppler
Welke 6 onderdelen moeten bij CT scan worden onderzocht bij verdenking op een ovariumcarcinoom?
- omentum
- klieren
- kleine bekken
- cardiophrenische hoek
- lever
- longen
Noem 2 onderdelen van laboratorium onderzoek die gedaan moeten worden bij verdenking op een ovariumcarcinoom
- algemeen lab
- markers CA125, CEA, A1FP, hCG, LDH, inhibine A/B, oestradiol, AMH
Noem 4 histologische onderverdelingen van ovariumcarcinomen
- laaggradig endometrioid
- graad 3 endometrioid
- clear cell (heldercellig)
- sereus ovarium carcinoom
= 80% vd ovarium carcinomen
Noem 3 mogelijke origines van ovariumcarcinomen
- eierstok zelf
- eileiders
- buikvlies (extraperitoneaal ovariumcarcinoom)
Door welke 3 oorzaken vindt er bij ovariumcarcinoom vroeg al intraperitoneale metastasering plaats?
- intraperitoneale lokalisatie van ovaria
- exfoliatieve groei
- versleping van tumorcellen
Van welke 4 aspecten is de prognose bij een ovariumcarcinoom afhankelijk?
- stadium
- (radicale) chirurgie
- chemotherapie
- mutatiestatus
Geef 3 kenmerken van een laaggradig ovariumcarcinoom
- meestal bij toeval gevonden, zelden klachten
- 75-90% genezing
- chirurgie en volledige stagering cruciaal
Wat is bij ovariumcarcinoom het doel van een stageringsoperatie?
Vaststellen of er (microscopische) uitzaaiingen zijn
Welke 7 acties kunnen gedaan worden bij een stageringsoperatie?
- snee- of kijkoperatie
- cytologische spoelvloeistof of ascites
- inspectie en palpatie hele buikholte
- uterus en adnex extirpatie
- omentectomie
- stageringsbiopten
- lymfklierdissectie
Wat is een uiterlijk kenmerk van een hooggradig (IIIC en IV) ovariumcarcinoom?
Sister Mary Joseph Nodule
= tumor te zien in de navel
Noem 6 prognostische factoren bij een ovariumcarcinoom
- conditie: Karnofsky index
- FIGO stadium
- tumorgraad
- grootte van restlaesies na chirurgie
- chemotherapie
- BRCA status
Wat is de standaardbehandeling bij een hoog stadium ovariumcarcinoom? (4)
- primaire of interval debulking chirurgie
- HIPEC (hypertherme intra-peritoneale chemotherapie)
- chemotherapie iv (carboplatin/taxol)
- Parp remmers, targeted therapy
Hoe zit het met de overleving bij een hoog stadium ovariumcarcinoom?
- na primaire/interval debulking & chemotherapie
= 75% klinisch complete remissie, 50-75% krijgt
recidief - mediane ziektevrije overleving = 18-24 mnd
- mediane overleving = 36-60 mnd
- mediane overleving na recidief = 24 mnd
Wat zijn risicofactoren voor de ontwikkeling van endometrium/baarmoederslijmvlieskanker? (10)
- hormoongebruik
- obesitas (vet = > oestrogeen)
- infertiliteit in VG
- nullipariteit
- late overgang
- hogere leeftijd
- diabetes
- hypertensie
- radiotherapie vh bekken
- erfelijk (Lynch)
Beschrijf de 4 T-stadia bij endometrium carcinoom
T1 = beperkt tot corpus
T2 = uitbreiding naar cervix
T3 = naar buikholte en/of schede
T4 = lokale uitbreiding naar blaas en/of rectum
Welke diagnostische onderzoeken kunnen gedaan worden bij verdenking op een endometrium carcinoom? (6)
- routine bloedonderzoek
- CAI25 vaak verhoogd bij extra-uteriene ziekte
- transvaginale echografie
- MRI of CT-scan op indicatie
- vrouwen < 70 routine onderzoek op risico Lynch
(- bepalen risicoprofiel obv moleculaire markers)
Wat is de meest aangewezen behandeling bij endometrium carcinoom?
Bijna altijd chirurgie
- uterus met adnexa
- totaal extirpatie
Welke aanvullende therapie kan gegeven worden bij een endometriumcarcinoom? (5)
- bestraling: inwendig (brachy) of uitwendig
- chemotherapie
- ? chemoradiatie
- hormoonbehandeling (alleen als laaggradig & hormoongevoelig)
- immunotherapie
Noem de 3 meest voorkomende klachten bij cervixcarcinoom
- bloedverlies
- veranderde afscheiding
- buikpijn
Wat zijn de diagnostische mogelijkheden bij verdenking op cervixcarcinoom? (2)
- cytologie en histologie: carcinoom Pap V
- colposcopie
Welke 2 groepen aanvullend onderzoek kunnen gedaan worden bij verdenking op cervixcarcinoom?
- lab: routine screenend onderzoek, tumormarkers SCC, CAI25
- beeldvormend onderzoek: (PET)CT-scan, MRI, X-thorax
Noem 3 doelen bij colposcopisch onderzoek
- beoordelen of het weefsel zichtbaar is
- kijken of er afwijkingen zichtbaar zijn
- bepalen plaats meest ernstige afwijking, waarvan biopt genomen kan worden
Beschrijf de 4 T-stadia bij cervixcarcinoom
T1 = beperkt tot baarmoedermond
T2 = ‘beperkte’ uitbreiding schede of naar opzij
T3 = uitbreiding onderste 1/3e schade of vast aan bekkenwand
T4 = uitbreiding naar blaas of rectum
Welke 4 dingen moet je je afvragen bij de stagering van een cervixcarcinoom?
- wat is het? aard en invasie
- waar zit het? lokaal, grootte
- groei het lokaal door?
- zijn er afstandsmetastasen?
Wat is de behandeling bij een CIN laesie (T1 cervixcarcinoom)?
LLETZ = large loop excistion transformation zone
= poliklinisch, genezing 6 weken, minimale invloed zwanger worden/blijven
Noem de 2 substadia bij een T1A stadium cervixcarcinoom
IA1 = infiltratie tot 3 mm
IA2 = infiltratie 3-5 mm
Wat zijn de behandelingsmogelijkheden bij een IA stadium cervixcarcinoom? (4)
- chirurgie: afhankelijk van kinderwens en lymfangio-invasieve groei
- conus
- simpele hysterectomie
- radicale hysterectomie
Beschrijf de aangewezen behandeling van stadium 1a, 1b en hoger
1a = alleen tumor weghalen
1b = tumor + parametrium + lymfeklieren weghalen
Hoger = radiotherapie naast chirurgie
Welk proces bepaalt bij cervixcarcinoom vooral de behandeling?
Het metastaseringspatroon (& dus kans lymfekliermetastasen)
Wat is de behandeling van cervixcarcinoom bij laag risico metastasen?
Conus uterus extirpatie
Wat is de behandeling van cervixcarcinoom bij gemiddeld risico metastasen?
Lokaal maar radicaal = Wertheim met klierdissectie
Wat is de behandeling van cervixcarcinoom bij een hoog risico op metastasen?
Chemoradiatie/radiotherapie
Wat houdt stadium IB in bij cervixcarcinoom?
Invasiediepte > 5mm, laesie gelimiteerd tot cervix uteri
In welke 3 substadia is stadium IB op te delen bij cervixcarcinoom?
IBi = invasief carcinoom, >5 mm diep OF stromale
invasie en <2 cm bij grootste dimensie
IBii = invasief carcinoom > 2 cm en < 4 cm bij
grootste dimensie
IBiii = invasief carcinoom > 4cm bij grootste
dimensie
Wat is de behandeling bij cervixcarcinoom met infiltratie > 5 mm, tumor max 4cm in doorsnede?
Radicale trachelectomie OF hysterectomie met pelviene lymfeklieren
Wat is een voorbeeld van een uterus sparende behandeling?
Trachelectomie na pelviene klierdissectie
WANT als pelviene klierdissectie positief dan trachelectomie eig geen zin meer want ziekte al te ver gevorderd
= verwijderen cervix met parametria, uterus blijft zelf in situ
Wat is een indicatie voor een uterus sparende behandeling?
Sterke kinderwens
Wat is een contra-indicatie voor een uterus sparende behandeling? (2)
Tumor > 2 cm
Technisch onmogelijk
Wat zijn 3 groepen van behandelingen mogelijk bij hogere stadia cervixcarcinomen?
- in- en uitwendige radiotherapie
- radiotherapie i.c.m. chemotherapie (chemoradiatie) of diepe hyperthermie
- soms na inductie chemotherapie
Wat is het doelgebied bij uitwendige radiotherapie (betreft cervixcarcinoom)?
- uterus en cervix
- bovenste 2/3e vagina
- parametria
- bekkenklieren (iliacaal, obturator loge)
- evt liezen
- evt para-aortale klieren
Wat is de dosis bij uitwendige radiotherapie (betreft cervixcarcinoom)?
45-50 Gy in 23-28 fracties van 1,8-2 Gy
Geef 4 kenmerken van inwendige radiotherapie behandeling bij cervixcarcinoom
- combinatie intra-uteriene katheter en tweetal ovoïden
- spinaal/epiduraal anesthesie
- dosis 3x 7 Gy in laatste weken vd uitwendige bestraling
- overall treatment time niet meer dan 7 weken
Welke 3 dingen kunnen nog toegevoegd worden aan radiotherapie behandeling bij cervixcarcinoom?
- wekelijks cisplatin als chemotherapie
- hyperthermie
- inductiechemotherapie gevolgd door RTH met hyperthermie
Noem 5 acute bijwerkingen van radiotherapie
- frequentere aandrang ontlasting, diarree, kramp
- frequentere mictie, branderigheid
- huidreactie, mucositis
- haaruitval lokaal
- vermoeidheid
Noem 5 latere bijwerkingen van radiotherapie
- ovariële disfunctie DUS substitutie
- darmschade: ileïtis terminalis, stricturen, proctitis
- blaasschade: urgentie, hematurie, fistel, necrose
- vermoeidheid
- osteoradionecrose sacrum
Welk model kan worden gebruikt om te communiceren over seksualiteit en dysfuncties?
PLISSIT model
- Permission (assessment): normaliseren &
erkennen seksualiteit
- Limited Information (education): geruststelling,
voorkomen chronische seksuele problemen
- Specific Suggestion (counseling): simpele
gedragsadviezen
- Intensive Therapy (referral): relatietherapie
Noem de 3 delen van de seksuele respons cyclus
Deel 1 = motivatie/zin in seks
Deel 2 = stimulatie tijdens seks
Deel 3 = voldoening na orgasme
Noem de 5 stadia van de seksuele respons cyclus
1 = verlangen
2 = opwinding
3 = plateau
4 = orgasme
5 = refractaire periode
Wanneer is er pas echt sprake van een seksuele disfunctie?
Pas als er bij voldoende stimulatie ook een disfunctie aanwezig is, voor > 6 maanden achter elkaar
Welke soort seksuele disfunctie kan plaatsvinden in de verlangen-fase van de seksuele respons cyclus?
Verminderde zin in seks/verlaagd libido
Welke soorten seksuele disfuncties kunnen plaatsvinden in de opwindingsfase van de seksuele respons cyclus? (4)
- lubricatie verlies
- erectiele disfunctie
- dyspareunie
- vaginisme
Welke soorten seksuele disfuncties kunnen plaatsvinden in de orgasme-fase van de seksuele respons cyclus? (4)
- anorgasmie
- aspermie en/of retrograde ejaculatie
- premature/vertraagde ejaculatie
- climacturie (urineverlies tijdens orgasme)
Welke soorten seksuele disfuncties kunnen plaatsvinden in de herstelfase van de seksuele respons cyclus? (5)
- dyssatisfactie
- pijn
- dyspareunie
- pirapisme (langdurige erectie)
- PSAD (persistent sexual arousal disorder)
Welke 6 aspecten moeten tijdens anamnese bij een mogelijke seksuele disfunctie altijd uitgevraagd worden?
- duur: levenslang (primair) of verworven (secundair)
- context: gegeneraliseerd, situationeel (partner, solo, etc.)
- tijdslijn
- repertoire
- last: mild, matig of ernstig
- oorzaak: vasculair, neurogeen, endocrien, psychogeen, mix, iatrogeen
Wat is de eerste klacht die zal optreden in het geval van een laag testosterongehalte bij de man?
Verminderd libido
Noem 8 oorzaken die voor zenuwproblematiek kunnen zorgen
- dwarslaesie
- CVA
- M. Parkinson
- multiple sclerose
- hersentrauma
- epilepsie
- perifere neuropathie
- iatrogeen: chirurgie kleine bekken
Noem 5 kenmerken van morbus Peyronie
- trekhaakvormige penis, dorsale kromstand
- 40-70 jaar
- lengteverlies & pijn bij coïtus
- kromstand in erectiestand, pijn bij erectie
- palpabele plaque (wss littekenweefsel)
Noem 4 risicofactoren voor morbus Peyronie
- roken
- DM
- Dupuytren
- peniel trauma
Welke 4 aspecten behoren tot het biopsychosociale model betreft seksualiteit en ziekte?
- normen: maatschappij, geloof, cultuur
- biologische factoren: gevolg ziekte (in)direct, gevolg behandeling
- psychosociale factoren: lichaamsbeeld, aanpassingsvermogen, eigen betekenis seks
- sociale factoren: rationele vaardigheden, levensfase, relationele setting, partner factoren
Noem 9 effecten van kanker op seksualiteit
- vermoeidheid
- pijn
- angst
- depressie
- zelfbeeld
- anatomie
- conditie
- therapie bijwerkingen
- partner
Welke 6 aspecten zijn volgens Bancroft belangrijk voor seksualiteit?
- cognitie
- bewustzijn respons
- perifere opwinding
- genitale responsen
- ruggenmergcentra
- limbisch systeem
Noem 6 mogelijke groepen van seksuele problemen
- seksuele disfuncties
- seksuele belevingsproblemen
- seksuele relatieproblemen
- seksuele aanpassingsproblemen
- praktische seksuele problemen
- seksuele integratieproblemen
Noem 12 middelen die negatief effect hebben op erectie vormen of opwindingsfase
- beta-blokkers (metoprolol)
- anti-aritmia
- antipsychotica
- 5a-reductase remmers
- spironolacton
- amlodipine
- anelapril
- oxycodon
- hydrochloorthiazide
- anti-epileptica
- aromatase remmers
- HIV medicatie
Welke groep medicatie heeft invloed op lubricatieklachten (opwindingsfase)?
Anticholinergica
Welke 5 groepen medicatie hebben invloed op zin in seks (verlangensfase)?
- GnRH agonist/antagonist
- SSRI
- staties
- 5a-reductasee remmers
- anticonceptiva
Welke 2 groepen medicatie hebben invloed op ejaculatie of orgasme?
- a-blokkers (tamsulosine) –> retrograde ejaculatie
- SSRIs
Beschrijf kenmerken van seksuele problemen bij kanker
- 40-100% van kanker patiënten ervaren mate van seksuele disfunctie
- problemen verdwijnen niet altijd na behandeling
- belangrijke factor voor kwaliteit van leven
Noem 6 mogelijke gevolgen van chemo/hormonale therapie tegen kanker bij de man?
- erectiele disfunctie
- verminderd libido
- ejaculatieklachten
- gynaecomastie
- penis/testis atrofie
- infertiliteit
Noem 4 mogelijke gevolgen van bestraling/brachytherapie tegen kanker bij de man?
- mictieklachten
- erectieklachten
- darmklachten
- penis/testis atrofie
Noem 7 mogelijke gevolgen van chirurgie tegen kanker bij de man?
- mictieklachten
- erectieklachten
- body image
- pijn
- ejaculatieklachten
- penis verkorting
- peniele kromstand
Noem 9 seksuele klachten die kunnen ontstaan na een RALP (zenuwsparende prostaat operatie)
- minder zin in seks door erectie- en orgasmeklachten
- neurogene erectieklachten door letstel
- aspermie vanwege wegnemen vesicula seminalis (= droog orgasme)
- climacturie door wegnemen prostaat & sphincter insufficiëntie
- anorgasmie
- veranderd orgasmegevoel
- kleinere penis
- teleurstelling door verminderd seksueel functioneren
- pijn door bekkenbodem hypotonie
Noem 8 seksuele klachten die kunnen ontstaan na colorectale chirurgie
- negatief zelfbeeld
- angst voor afwijzing door partner
- verlies van seksueel verlangen
- erectiele dysfunctie (37-75%)
- ejaculatie klachten (20-50%)
- anorgasmie (6-15%)
- veranderde subjectieve orgasme beleving
- fertiliteitsklachten
Noem 2 risicofactoren voor seksuele klachten na colorectale chirugie
- stoma
- peri- en postoperatieve complicaties
Noem 5 seksuele klachten die kunnen ontstaan na een RPLND (retro-peritoneale lymfnode dissection)
- beschadiging autonome zenuwen in para-aortale regio
- anejaculatie/retrograde ejaculatie (tot 100%)
- zenuw-sparende procedure = 20% ejaculatie klachten
- aspermie (droog orgasme)
- veranderde subjectieve orgasme beleving
Noem 10 mogelijke gevolgen van chemo/hormoontherapie bij vrouwen
- irregulaire menses
- vroege menopauze
- hot flashes/opvliegers
- slapeloosheid
- prikkelbaarheid
- depressie
- vaginale droogheid
- dyspareunie
- infertiliteit
- verminderd libido
Noem 11 mogelijke gevolgen van bestraling/brachytherapie bij vrouwen
- bekken fibrose
- vaginale atrofie/stenose
- verlittekening
- verminderde lubricatie
- mictieklachten
- erytheem
- oedeem
- ulceratie
- verminderde elasticiteit vagina
- verkorting vagina
- toegenomen irritatie vagina
Noem 7 mogelijke gevolgen van een operatie ivm kanker bij vrouwen
- veranderd lichaamsbeeld
- darmklachten
- menopauze
- pijn
- verandering vaginale grootte
- verandering vaginale gevoeligheid
- tepel verlies
Noem 7 seksuele klachten na gynaecologische radiotherapie
- minder zin in seks door pijn door bekken fibrose
- minder zin in seks door ovarium disfunctie
- minder zin in seks door negatief zelfbeeld
- lubricatie klachten door vaatletsel
- vaginale stenose/verkorting door atrofie
- anorgasmie door pijn en atrofie vulva/vagina
- dissatisfactie door pijn of bloeding vagina en vulva epitheel
Welke 9 vragen stel je bij de anamnese van een 48-jarige vrouw bij onregelmatig veel bloedverlies?
- herkenbare cyclus? duur?
- duur en hevigheid bloedingen?
- postcoïtaal bloedverlies?
- medicatie? anticonceptie?
- verloskundige anamnese
- tekenen anemie?
- soa risico?
- climacteriële klachten?
- stollingsstoornis?
Wanneer geeft een myoom wel of geen bloedverlies?
Intracavum = wel bloedverlies
Subsereus (buitenkant cavum) = geen bloedverlies, hooguit wat buikpijn
Wat kan een oorzaak zijn van een doorbraakbloeding?
Sterk gestimuleerd endometrium door persisterend follikel (= langdurig oestrogeen productie met als gevolg langdurig opbouw van endometrium)
Hoe behandel je doorbraakbloedingen als gevolg van persisterend follikel?
Pregestativa (norethisterone) gedurende 10 dagen
Noem 6 kenmerken van een dominant follikel
- omschrijving: benigne aspect, gladwandig, helder
- premenopauzaal
- < 5 cm
- echo gemaakt op cyclusdag 13
- beleid = expectatief, geen follow-up nodig
- patiënt kan gerustgesteld worden
Noem 5 kenmerken van een corpus luteum met een bloeding
= corpus rubrum
- hemorragische, gladwandige cyste van 3,5 cm
- tweede helft cyclus
- benigne
- voor menopauze
Noem 4 kenmerken van een endometrioom
- homogeen gesluierde gladwandige cyste
- alleen behandeling bij klachten (dysmenorroe, chronische buikpijn)
- meestal ontdekt vóór menopauze
- jaarlijkse follow-up
Noem 6 kenmerken van een dermoïdcyste/teratoom
- gladwandige, inhomogene cyste met typische witte bal van talg
- gespecialiseerde gynaecologische echo
- in regel 0 klachten
- embryonaal wondergezwel
- kan op elke leeftijd ontdekt worden
- jaarlijkse follow-up
Noem 4 echoscopische kenmerken van een ovariumcarcinoom
- inhomogeen, grillig beeld
- niet-cyclische buikpijn
- toename buikomvang
- meestal na menopauze
Noem 4 leerpunten belangrijk bij de beoordeling van een adnexcyste
- premenopauzaal of postmenopauzaal
- afmetingen
- op welk moment in cyclus
- meeste cystes benigne, asymptomatisch, geassocieerd met cyclus en self-limiting
Noem 5 kenmerken van een hydrosalpinx
- lijk op een slak
- kan oorzaak chronische buikpijn zijn
- restant acuut stadium SOA (gonorroe, chlamydia)
- geassocieerd met sub/infertiliteit, vooral als bilateraal
- operatieve verwijdering alleen op indicatie
Noem 5 kenmerken van een extra-uteriene graviditeit
- normale uterus, leeg cavum
- zwangerschapsring/vruchtzak met embryo naast uterus, bijna altijd in tuba
- tubapathologie = risicofactor
- behandeling = tubectomie in semi-acute setting
- ruptuur kan levensbedreigend zijn door bloeding
Noem kenmerken van PCOS (polycysteus ovarium syndroom)
- oligomenorroe met cyclus 4 maanden
- geen buikpijnklachten
- > 20 follikels per ovarium