HC's Week 2 Flashcards
Wat is de definitie van een epileptische aanval?
= tijdelijk optreden van symptomen door abnormale excessieve of synchrone neuronale activiteit in de hersenen
= klinische manifestatie van een plotselinge kortdurende functiestoornis van de hersenen ten gevolge van excessieve of synchroon optredende activiteit van cerebrale neuronen in de grijze stof
Noem 3 voorwaarden om de diagnose epilepsie te stellen
- > 2 ongeprovoceerde (of reflexmatige) aanvallen met een interval van > 24 uur
- 1 ongeprovoceerde (of reflexmatige) aanval met een herhalingskans van min. 60% in 10 jr
- er is sprake van een epilepsiesyndroom
Wat zijn de 4 punten van het classificatiesysteem volgens de International League against Epilepsy?
- Aanvalsbeschrijving (semiologie)
- Aanvalsclassificatie
- Epilepsie syndroom classificatie
- Etiologie
Welke 7 punten/aspecten moet je bekijken/beschrijven bij een epileptische aanval?
- Bewustzijn/gewaarwording
- Motorische verschijnselen (eenvoudig vs complex)
- Autonome verschijnselen
- Postictale verschijnselen
- Sensorische verschijnselen
- Emotionele verschijnselen
- Cognitieve verschijnselen
Wat vraag je in de anamnese bij verdenking op een epileptische aanval?
- vooraf: omstandigheden? hoe begon de aanval? wat ging eraan vooraf?
- tijdens: wat kan pt zich herinneren? wat zagen omstanders? duur?
- erna: moe? pijn? verward?
- algemeen: eerder gehad? steeds hetzelfde?
Noem 6 DD’s die kunnen lijken op een epileptische aanval
Wegrakingen met/zonder motorische verschijnselen
- syncope: cardiaal, vasovagaal, reflex, POTS
- metabool/intoxicatie
- psychogeen
- kataplexie
- transient global amnesia
- acuut symptomatisch: trauma/stroke/onttrekking
Noem 8 DD’s van een epileptische aanval bij kinderen
- slaap myoclonieën
- breath holding spell/reflex anoxic seizure
- tics
- motor stereotypieën
- aandachtstekort/dromen
- zelfstimulatie
- tonic upgaze in childhood
- migraine varianten
Wat is het verschil tussen een focaal en gegeneraliseerd begin van een epileptische aanval?
Focaal begin = aanval start in 1 punt in de hersenen
- schokkingen aan contralaterale kant
Gegeneraliseerd begin = geen verschil in schokkingen links en rechts
Welke 3 opties zijn er bij de basis aanvalsclassificatie van epilepsie?
- focaal begin
- gegeneraliseerd begin
- onbekend begin
Noem 4 kenmerken van een focaal begin van een epileptische aanval
- intacte/verminderde gewaarwording
- motorisch begin
- niet-motorisch begin
- focaal naar bilateraal tonisch-clonisch
Noem 2 kenmerken van een gegeneraliseerd begin van een epileptische aanval
- motorisch
- tonisch-clonisch
- motorisch overig
- niet-motorisch (absence)
Noem 3 kenmerken van een onbekend begin van een epileptische aanval
- motorisch
- tonisch-clonisch
- motorisch overig
- niet motorisch
- niet te classificeren
Noem 6 mogelijke vormen van etiologie bij epilepsie
- structureel
- genetisch
- infectieus
- metabool
- auto-immuun
- onbekend
Wat zijn 3 kenmerken van een psychogene aanval?
- vaak paniekaanvallen
- vaker strekken
- ogen dichtknijpen (bij epilepsie juist ogen open)
Wat is een breath holding spell bij kinderen?
Kind ademt niet meer (dus zuurstoftekort) tijdens heftige emotie zoals huilen, waardoor het kind daarna wegvalt en een aanval krijgt
Wat zijn 3 mogelijkheden van diagnostiek bij een EEG?
- Bepalen herhalingsrisico na eerste aanval
- Tijdens aanval bepalen of deze epileptisch is
- Epilepsiesyndroom diagnose
Noem 6 kenmerken van een koortsstuip/febriele epileptische aanval
- kind 6 mnd-6 jr
- aanval tijdens koortsverhoging > 38 graden
- niet bekend met epilepsie
- herhalingsrisico 30%, na 2 aanvallen 50%
- paracetamol (anti-epileptica niet zinvol)
- coupeermedicatie wel zinvol
Noem 3 kenmerken van Childhood Absence Epilepsy
- Korte wegrakingen zonder postictale fase
- uitlokken door hyperventilatie
- Gegeneraliseerde aanval zonder motorische
verschijnselen: typische absence - Klassieke absences op kinderleeftijd o.b.v:
- leeftijd
- geen grote ontwikkelingsproblemen/normaal iq
- EEG beeld met 3 Hz piek-golf complexen
DUS allerlei soorten afwezigheden zijn geen (klassieke) absences
Noem 7 redenen waarom classificatie van epilepsie belangrijk is
- Geen onterechte medicatie
- Voorlichting over prognose (herhalingsrisico)
- Gerichte leefstijl adviezen
- Wettelijke voorschriften (rijbewijs, beroep)
- Gericht aanvullend onderzoek
- Beste keuze voor behandeling
- Counseling van familie en patiënt bij kinderwens
Wat is een TIA (transient ischemic attack)?
Kortdurende, voorbijgaande aanvallen van neurologische uitvalsverschijnselen die worden veroorzaakt door een tijdelijke, focale stoornis in de bloedvoorziening
Wat gebeurt er in de hersenen tijdens een focale epileptische aanval?
Ontstaat door hypersynchrone neuronale activiteit in een deel van de hersenschors: een grote groep cellen gaat synchroon salvo’s actiepotentialen afvuren
Wat houdt de prikkelbaarheid/excitability van een zenuwcel in?
Prikkelbaarheid is de maat voor de neiging van zenuwcellen om actiepotentialen te genereren
Wat is dan het probleem bij epilepsie betreft prikkelbaarheid?
Bij epilepsie is de prikkelbaarheid van sommige zenuwcellen abnormaal hoog, waardoor het te makkelijk wordt om actiepotentialen te genereren
Hoe ontstaat deze abnormale prikkelbaarheid dan bij epilepsie? Noem 2 mogelijke mechanismen
- Epileptische neuronen: kanalopathieën = mutaties die leiden tot veranderde functie van ionkanalen
- Epileptische neuronale netwerken: balans tussen excitatie en inhibitie is verstoord
Welke 3 aspecten bepalen de prikkelbaarheid van 1 neuron?
- ion-concentraties: Na, K, Cl, Ca, Mg
- ionkanalen
- synaptische inputs
Welke 2 dingen zijn nodig voor het genereren van een potentiaalverschil?
Potentiaalverschil = concentratieverschil + selectief doorlaatbare membraan
Welke 2 krachten zijn betrokken bij kalium?
- chemische kracht: kalium van hoge naar lage concentratie
- elektrische kracht: kalium aangetrokken door negatieve lading (bijv. Cl-)
Onder welke omstandigheid is er een evenwichtspotentiaal van kalium?
Als de chemische kracht en de elektrische kracht in evenwicht zijn
Waarmee kan je een potentiaalverschil berekenen?
Met de Nernst vergelijking
Wat is de Nernstpotentiaal voor K+?
Ek = evenwichtspotentiaal voor K+
= potentiaal waarbij de netto K+ stroom 0 is
Wat gebeurt er met de intracellulaire concentraties van ionen als gevolg van de werking van de Na+/K+-ATPase?
- intracellulaire K-concentratie omhoog
- extracellulaire Na-concentratie omhoog
Hierdoor is de evenwichtspotentiaal voor K+ negatief en voor Na+ positief, dit maakt het mogelijk dat een cel actiepotentialen vuurt.
Wanneer hoge permeabiliteit van Kalium?
- rustpotentiaal
- repolarisatie-fase na actiepotentiaal
Wanneer hoge permeabiliteit van Natrium?
- depolarisatiefase
- actiepotentiaal
Welke vergelijking (dus niet Nernst) gebruik je als er geleidbaarheid is voor meerdere ionen?
De Goldman (GHK) vergelijking
Wat is dan de membraanpotentiaal?
Het gewogen gemiddelde van de bijdrage van de verschillende ionen
Wat is permeabiliteit?
Hoe gemakkelijk een ion de membraan kan passeren
Wat houdt een grotere permeabiliteit in?
Des te groter de permeabiliteit, des te dichter komt de membraanpotentiaal bij de evenwichtspotentiaal voor dat ion
Beschrijf de 6 stappen van een actiepotentiaal
- Natriumkanalen open
- Depolarisatie (++) omdat Na+ de cel in komt
- Natriumkanalen sluiten
- Kaliumkanalen open
- Repolarisatie (–) omdat K+ de cel uit
- Beëindiging actiepotentialen
Hoe kan het dat er bij depolarisatie meer Na+ de cel in gaat?
Door een kortdurende toename van geleidbaarheid van het membraan voor Na+ omdat Na-kanalen open gaan
= sodium conductance
Wat zijn de 3 individuele onderdelen van een kaliumkanaal?
- transmembraansegmenten (S1-S6)
- P-loop
- intracellulaire loops
Noem 3 eigenschappen van spanningsafhankelijke ionkanalen
- selectiviteit: Na-kanaal laat alleen Na door
- conductantie: als kanaal open, maar aantal ionen/seconde er doorheen
- activatie, deactivatie en evt. inactivatie o.i.v. membraanpotentiaal
Wat is de functie van de P-loop van het kaliumkanaal?
De P-loop is belangrijk voor de selectiviteit van het kanaal
Wat is de functie van de intracellulaire loops van het kaliumkanaal?
Intracellulaire loops zijn belangrijk voor inactivatie van het kanaal
Hebben alle transmembraansegmenten van een kaliumkanaal dezelfde functie?
Nee, verschillende functies:
- (S1-)S4 = belang voor spanningsafhankelijkheid
- + membraan = S-segmenten naar buiten
- S5-S6 belangrijk voor openen en sluiten kanaal
Bij wat voor soorten prikkels zijn kaliumkanalen geactiveerd en gedeactiveerd?
Activatie = bij depolarisatie (cel ++)
Deactivatie = bij repolarisatie (cel –)
Wat gebeurt er met kaliumkanalen bij depolarisatie:
- met S4
- met S5 en S6?
- Cel depolariseert (++)
- neg. geladen aminozuren van S4 worden afgestoten door de gedepolariseerde cel
- Kaliumkanalen open getrokken door S5 en S6
- K+ ionen kunnen naar buiten stromen
- Kaliumkanaal is geactiveerd en open
Hoe kan het dat natriumkanalen worden geïnactiveerd op een moment dat er nog wel een prikkel bestaat voor de kanalen om te openen (+ membraanpotentiaal)?
Aan de intracellulaire segmenten van een Na-kanaal zit een inactivation gate.
Als deze bindt aan de binnenkant van het kanaal wordt deze verstopt & kunnen geen Na-ionen meer passeren = geïnactiveerde toestand
Wat is de refractaire periode?
= periode vlak na actiepotentiaal waarbij de cel verminderd of zelfs helemaal niet meer prikkelbaar is
–> er kan tijdelijk geen nieuwe AP ontstaan
Wat zijn 2 oorzaken van de refractaire periode?
- Natriumkanalen moeten herstellen van inactivatie
= inactivation gate nog niet weg - Kaliumkanalen staan nog open (cel –), want deze
sluiten langzaam
Met welke methode kan je de spanningsafhankelijkheid van een ionkanaal meten?
Met de voltage clamp methode
Neemt de natriumconductantie/geleidbaarheid toe bij meer of minder polarisatie?
Hogere polarisatie = hogere geleidbaarheid natrium
Wat is de omkeerpotentiaal?
Dit is het punt waar de membraanpotentiaal van een ion gelijk is aan het evenwichtspotentiaal van dat ion. Er is dan geen drijvende kracht en dus ook geen lopende stroom.
Noem 2 redenen van het klinische belang van synaptische transmissie
- meeste hersenziekten uiten zich als een stoornis in de (chemische) synaptische transmissie
- meeste centraal werkende geneesmiddelen werken in op het niveau van de synaps
Wat meet een EEG?
= synchrone synaptische potentialen
= optelsom van potentiaalverschillen van apicale
dendrieten tussen de neuronen
Buiten cel negatief omdat positieve ionen de cel in stromen = dipool
Hoe kan je de tonische fase van het insult identificeren op een EEG?
- langdurige, plateau-depolarisatie
- snel vuren over langere tijd
–> spier verstijft hierdoor = tonische fase
Hoe kan je de clonische fase van het insult identificeren op een EEG?
- ritmische ‘bursts’ met actiepotentialen
= trekkingen
Welke 2 soorten synapsen zijn er?
- elektrische synapsen
- chemische synapsen
Via welke route wordt informatie doorgegeven bij een elektrisch synaps?
- Presynaptisch neuron
- Gap junction presynaptisch neuron
- Gap junction postsynaptisch neuron
- Postsynaptisch neuron
Hoe worden gap junction kanalen opgebouwd?
- 6 subunits (= connexines) vormen 1 connexon
- 1 connexon = 1 hemi-channel = half kanaal
- 1 gap junction kanaal = 2 connexonen = 12 subunits
Noem 5 kenmerken van gap junction kanalen
- weinig selectief
- transmissie = bi-directioneel
- korte delay van stroom-doorgave
- geen drempel = kleinste membraanpotentiaal
verschil leidt tot een stroompje - geblokkeerd door halothaan (= inhalatie
anestheticum)
Wat zijn 4 voordelen/pluspunten van het feit dat elektrische synapsen werken via gap junctions?
- synchronisatie neuronale netwerken
- synaps niet uitputbaar
- synaps niet afhankelijk van neurotransmitter
- generatie ‘fast ripples’ = zeer snelle hypersynchrone
oscillaties
Op welke specifieke plek van het neuron wordt de actiepotentiaal gegenereerd?
Initieel segment = echte begin axon, hier veel natriumkanalen
Bevindt zich bij de axonheuvel = begin van het axon
Wat zijn dendrieten?
De plek waar de input voor de synapsen binnenkomen
Op welke 3 plekken van een neuron kunnen input synapsen komen?
- axodendritisch = op dendrieten
- axosomatisch = op axonen
- axoaxonaal = op zenuweindiging
Wat is de functie van axo-axonale synapsen?
Veranderen neurotransmitterafgifte
Welke 3 SNARE eiwitten zijn belangrijk voor het klaar liggen van de vesicles?
- synaptobrevin (op vesicle zelf)
- syntaxin (op postsynaptische membraan)
- SNAP-25 (op postsynaptische membraan)
Wat is de functie van SNARE eiwitten?
Kunnen aan elkaar binden en dan als een ritssluiting de vesicle dicht bij membraan trekken
–> vesicle dokken aan het membraan zodat het kan fuseren
Wat is de functie van calcium, nadat het vesicle al gedokt is aan de plasmamembraan mbv de SNARE eiwitten?
Calcium is nodig om het vesicle te laten fuseren
In welke 3 stappen zorgt calcium dan dat het vesicle fuseert?
- bindt aan synaptotagmine
- lipidemembranen versmelten
- exocytose
Met welke 2 manieren worden neurotransmitters heropgenomen?
- gebruiken concentratiegradiënt (hoog naar laag)
- gebruiken energie die vrijkomt als natrium naar binnen stroomt: dan ook GABA, dopamine of glutamaat mee laten stromen
Welke processen vinden plaats bij de lokale productie van vesicles? (5)
- budding
- docking
- priming
- fusie
- budding
etc.
Wat zijn 3 kenmerken van een neurotransmitter?
- Moet aanwezig zijn in het presynaptische neuron
- Moet afgegeven worden na presynaptische depolarisatie
- Moeten specifieke receptoren voor de neurotransmitter aanwezig zijn op de postsynaptische cel
Noem de 4 groepen klassieke neurotransmitters
- acetylcholine
- aminozuren: glutamaat, aspartaat
- biogene aminen
- gassen
Welke groep neurotransmitters wordt ook wel niet-klassiek genoemd?
- neuropeptiden
Hoe snel werken biogene aminen?
Langzaam (minuten tot uren)
Op basis van welk kenmerk wordt het verschil tussen klassieke en niet-klassieke neurotransmitters gemaakt?
Klassiek = ‘clear’ vesicles
Niet-klassiek = ‘dense-core’ vesicles
Noem 5 voorbeelden van aminozuur neurotransmitters
- glutamaat
- aspartaat
- GABA = y-aminoboterzuur
- glycine
- D-serine
Noem 5 voorbeelden van biogene aminen neurotransmitters
- catecholaminen
- adrenaline
- noradrenaline
- dopamine
- serotonine
- histaminen
Noem 2 voorbeelden van purinen neurotransmitters?
- ATP
- adenosine
Welke 3 gassen zijn ook neurotransmitter?
- NO = stikstofmonoxide
- CO = koolstofmonoxide
- H2S = waterstofsulfide
Noem 2 voorbeelden van neuropeptiden neurotransmitters?
- endorfine
- substance P
Waar is acetylcholine o.a. te vinden & wat is hiervan de functie?
In neuromusculaire eindplaat: zorgt dat neuronen spieren kunnen aanzetten
Zijn glutamaat, GABA en glycine exciterende of inhiberende neurotransmitters?
Glutamaat = exciterend
GABA = inhiberend
Glycine = inhiberend
Wat is de overkoepelende functie van niet-klassieke neurotransmitters, biogene aminen en gassen?
= modulerende functie
Via welke soort receptor werkt acetylcholine?
Nicotine receptoren
(en G-eiwit gekoppelde muscarine receptoren (GPCR))
Voor welke 2 doeleinden kunnen acetylcholinesterase remmers gebruikt worden?
- bij myasthenia gravis (= tekort acetylcholine receptoren)
- insecticiden & neurotoxinen (leidt tot verlamming)
Noem 5 kenmerken van nicotine receptoren?
- voor ACh in neuromusculaire overgang
- target van spierrelaxantia
- 5 subunits
- kationkanaal
- even goed doorgankelijk voor K+ als Na+
Wordt glutamaat ook heropgenomen door de synaps?
Nee, wordt in plaats daarvan opgenomen door de glia, waar er eerst glutamine van wordt gemaakt omdat glutamaat zo toxisch is, voordat glutamine weer wordt opgenomen door de zenuwcel
= glutamaat-glutamine cyclus
Welke receptoren zijn betrokken bij de neurotransmitter glutamaat?
- ligand gestuurde (NMDA, AMPA, KA; kationkanalen) receptoren
- G-eiwit gekoppelde (metabotrope) receptoren
GABA en glycine zijn beide remmende neurotransmitters. Wat is wel een verschil tussen die twee?
GABA met name in de voorhersenen
Glycine belangrijker in het ruggenmerg
Worden glycine en GABA ook heropgenomen? Zo ja, door welke cellen?
Ja, door o.a. glia-cellen
Vervolgens door specifieke transporter weer heropgenomen in presynaptische cel
Welke neurotransmitter wordt het meeste gebruikt door interneuronen?
GABA
Welke receptoren worden gebruikt voor GABA?
- ligand-gestuurde receptoren (GABAa, chloridekanaal)
= target van benzodiazepines, alcohol, barbituraten en
anaesthetica - G-eiwit gekoppelde (GABAb) receptoren
Welke receptoren worden gebruikt voor glycine?
- ligand-gestuurde receptoren (chloridekanaal)
- G-eiwit gekoppelde (metabotrope) receptor
Van welke 2 gegevens hangt de verandering van de membraanpotentiaal af?
- stroom
- weerstand
DUS als meer kanalen open = lagere weerstand = minder effect stroom op membraanpotentiaal
Wat gebeurt er globaal in de hersenen tijdens een insult?
- samenspel remmende interneuronen en stimulerende neuronen
- beiden nemen toe in activiteit
- uiteindelijk wint excitatie, o.a. doordat chloor ophoopt
Wat zijn de algemene en concrete doelen van anti-epileptica die je wilt bereiken met behandeling?
Algemeen = herstellen verstoorde balans tussen excitatie en inhibitie
Concreet
- langdurige depolarisatie voorkomen
- hoog-frequent, synchroon vuurgedrag voorkomen
[Basismechanismen anti-epileptica] Noem 6 manieren waarop anti-epileptica de prikkelbaarheid verminderen
- modulatie spannings-afhankelijke ionkanalen
- versterken inhibitie
- remmen excitatie
- remmen transmitterafgifte
- remmen metabolisme
- corrigeren gendefect
Welke 3 opties heb je als je spannings-afhankelijke ionkanalen wilt moduleren met anti-epileptica?
- remmen Na+ kanalen: fenytoine, carbamazepine, etc.
- remming Ca2+ kanalen: ethosuximide (+ gabapentin)
- openen van K+ kanalen: retigabine
Welke 3 opties heb je als je inhibitie wilt versterken met anti-epileptica?
- versterken werking GABAa receptor: benzodiazepines, barbituraten
- verhogen GABA-concentratie: vigabatrine, tiagabine
- verhogen serotoninewerking: fenfluramine
Welke 2 opties heb je als je excitatie wilt remmen met anti-epileptica?
- remmen AMPA receptor: perempanel
- remmen NMDA receptor: felbamaat
Waarmee kan je transmitterafgifte remmen met anti-epileptica?
Levetiracetam/brivaracetam
Waarmee kan je het metabolisme remmen met anti-epileptica?
Stiripentol: o.a. LDH antagonist
In welke 3 toestanden kan een natriumkanaal zich bevinden?
- rust (dicht): voor activatie door depolarisatie
- geactiveerd (open)
- geinactiveerd (dicht): door inactivation gate
Door welke 3 effecten remmen fenytoïne, carbamazepine en lamotrigine de Na-kanalen?
Ze verminderen de tijd dat de kanalen open staan door:
- remmen activatie (activatiecurve naar rechts)
- versnelde inactivatie
- vertraagd herstel van inactivatie
Door te binden aan het open kanaal, met als gevolg een ‘use-dependent block’
Wat is het effect van benzodiazepines op GABAa receptorkanalen?
- toename GABA stromen
- verhoogt affiniteit GABA voor receptor
Hoe zorgt tiagabine voor een verhoging van de GABA concentratie?
Tiagabine remt de GABA transporter die in de membraan zit DUS duurt het langer voordat GABA heropgenomen wordt vanuit synaptische spleet
= versterkte inhibitie
Hoe zorgt vigabatrine voor een verhoging van de GABA concentratie?
Vigabatrine remt de afbraak van GABA in de mitochondriën, er blijft dan meer GABA in het cytoplasma en de vesicles en dus wordt er meer afgegeven
Wat zijn 3 diagnostische functies van een EEG?
- Bepalen herhalingsrisico na 1e aanval
- Tijdens aanval bepalen of deze epileptisch is
- Epilepsiesyndroom diagnose
Noem 2 oorzaken van epilepsie bij kinderen
- 30-40% is genetisch
- focale corticale dysplasie van de hersenen
Vanaf welke aanvalsduur bestaat er een dreigende status epilepticus en moet je noodmedicatie toedienen?
Als aanval > 5 minuten duurt
MAAR duren meestal niet langer dan 3 minuten
In welke 3 gevallen/beelden geef je geen anti-epileptica?
- koortsstuipen
- acute, kortdurende symptomatische aanvallen
- gelegenheidsinsult
Bij welke 3 syndromen moet je het gebruik van anti-epileptica afwegen (omdat aanvallen met leefregels ook te voorkomen zijn)?
- Rolandische epilepsie/kinderepilepsie met centrotemporele pieken (BCECTS)
- panayiotopoulos syndroom
- fotosensibele epilepsie
In welke 2 gevallen geef je wel anti-epileptica?
- als diagnose zeker is: shared decision making
- bij epileptische encefalopathie
Noem 2 indicaties voor epilepsie chirurgie?
- 1 focus, goed te identificeren op EEG en het liefst op ook op een MRI
- veilig te reseceren
Waarom kan een ketogeen dieet werken in de hersenen?
Ketonen geven in de hersenen een kalmerend signaal
- meestal nml ketose door lage intake
= ook minder epilepsie
Noem 4 bijwerkingen/risico’s van het volgen van een ketogeen dieet?
- hypoglycemieën
- groeivertraging bij kinderen
- vitamine deficiëntie
- osteoporose
Wat is een laatste optie als behandeling van epilepsie?
Neuromodulatie: deep brain stimulation om remmende delen van de hersenen te stimuleren
OF nervus vagus stimulatie
Noem een relatief veel voorkomende genetische oorzaak van epilepsie
SCN2A-related epilepsie
- SCN = sodium-channel = natriumkanaal j
Wat is de pathofysiologie achter het syndroom van Dravet?
- Mutatie in SCN1A waardoor loss of function
- (Remmende) interneuronen aangedaan
- Inhibitie verzwakt
- Balans excitatie en inhibitie verstoord
- Ernstige vorm van epilepsie = Dravet
Wat zijn 2 mogelijke gevolgen van een missense mutatie in SCN2A?
- gain of function = meer natriumkanalen open als gevolg van langzamere inactivatie
- loss of function = minder natriumkanalen open als gevolg van versnelde inactivatie
Wat zijn 2 onderverdelingen van koortsstuipen?
- typisch = op zich staande diagnose
- atypisch = aandoeningen aan ten grondslag
- RIP
- trauma/bloeding
- meningitis
Welke 3 soorten aanvullend onderzoek doe je bij koortsstuipen?
- EEG
- MRI-scan
- algemeen neurologisch onderzoek
Wat is de definitie van een status epilepticus?
= een epileptische aanval die > 5 minuten duurt of bij > 2 kortere insulten waarbij het bewustzijn niet volledig herstelt
Noem 5 kenmerken van koortsconvulsies
- 2-5% alle kinderen
- meestal tussen 16 en 18 maanden
- in begin koortsepisode (50% = stuip 1e teken)
- genetische predispositie
- geen verhoogd risico op epilepsie
MAAR bij atypische koortsstuip wel onderzoeken
Wat zijn de 3 fases van een typische koortsconvulsie?
- Tonische fase
- Clonische fase
- Postictale fase