HC 8: ritme- en geleidingsstoornissen deel III Flashcards
Onderscheid irregulariteit?
- Regulair ritme met binnenin irregulariteit
- Volstrekte chaos
Wat zie je bij atrium fibrilleren?
Volstrekte chaos, ectopische plekken in boezems gaan vuren. Je ziet geen p-toppen meer alleen gekriebel op de basislijn.
Komt voor bij ouderen want afwijkingen nodig in de fibrotisering van de boezems
Wat zijn de klachten van boezemfibrilleren?
30% van de gevallen asymptomatisch
- dyspnoe
- pijn op de borst
- palpitaties
Bij lang AF:
- algemeen onwelbevinden
- vermoeidheid
- verminderde inspanning
Wat zie je bij lichamelijk onderzoek van atriumfibrilleren?
Onregelmatig ritme met pols deficiënt. In pols ander ritme dan als je luistert nar hart, sommige slagen zijn niet krachtig genoeg om te voelen in de pols
Wat zijn de oorzaken van boezemfibrilleren?
- Verhoogde atriale druk
- Verhoogde atriale spiermassa
- Verhoogde infiltratie atria
Wat is het risico bij boezemfibrilleren?
Iedereen heeft risico op CVA door Left atrial appendage, linker hartzakje. Doordat het bloed in de atria niet meer stroomt
Hoe meet je het risico op CVA bij boezemfibrilleren?
CHA2DS2-VASc score, bij score boven de 1 worden DOACs aangeraden. Daarna HAS-bled score om het risico op bloeden te zien.
Hoe behandel je AF acuut?
Acuut:
- trigger (zoals onderliggend schildklierlijden) behandelen
- ventriculaire rate control
- cardioversie:
* met medicijnen: fleicanide, Ibutilide
* met shock: antistolling geven
Hoe behandel je AF op de lange termijn?
- Rate control (Frequentie): met medicijnen (bètablokker of calcium antagonist) of bundel van His ablatie met pacemaker
- Rhythm control (ritme): medicijnen, ablatie (pulmonaal venen), elektrocardioversie
Welke je verandert maakt niet uit, beide even hoge levensverwachting. Wel vinden mensen het fijn om een sinus ritme te hebben.
Onregelmatige hartslagen:
- Sinus arrhytmia
- sinus rhythm with PAC: ectopische foci in boezem
- sinus rhythm with PVC: ectopische foci in ventrikel. Duidelijk zichtbaar
Klasse anti-aritmica?
- Klasse II: bètablokkers (remmen de groei van de av knoop en tegen ritmestoornissen): atenolol, bisoprolol, propranolol, esmolol
- Klasse IV: calcium antagonisten: diltiazem en verapamil
- Klasse III: amiodarone en klasse V digoxine, remmen ritmestoornissen in het algemeen
Wat doe je met ablatie?
Met katheter kan je het hart in op zoek met metingen naar weefsel dat geleid of een accessoire bundel/tweede pathway en die kan je dan wegbranden
Hoe werkt temporary pacing?
- Transcutaan (via huid)
- Transveneus (via de bloedbaan)
Single chamber system?
1 draad naar de kamer meet daar of er een prikkel is of niet en geeft dan een stoot. Bij sinusknoop dysfunctie en chronisch AF.
Dual chamber system?
1 draad in de boezem en 1 in de kamer. Je kan als AV knoop fungeren, bij een prikkel in de atria komt er naderhand ook een prikkel in de ventrikels. Bij een av blok kan je zo het ritme van de sinusknoop volgen. Je kan namelijk zien of er een prikkel is in de boezem en of die aankomt in de kamers