HC 7: ritme- en geleidingsstoornissen deel II Flashcards
Welke aritmiën zijn er?
Prevalentie is 2%:
- boezemfibrilleren 1-2/100, 5-15/100
- AVNRT 2,5/1000
- WPW 1-3/1000
- Romano Ward: 1/7000
- Brugada: 5/10.000
Koppel supraventriculair/ventriculair tachycardie aan breed en smalcomplex?
- Supraventriculair en smalcomplex tachycardie horen samen. Het is tachycardie van boven de ventrikels met smal QRS < 120 ms.
- Ventriculair en broedcomplex tachycardie horen samen > of = 120 ms QRS, is kwaadaardig
Waarom gaat een sinusknoop sneller vuren bij inademen dan bij uitademen?
Bij inademen is er negatieve druk in de thoraxkooi waardoor lucht wordt aangezogen, maar ook bloed. De veneuze return naar het hart is dan hoger dus gaat hart sneller werken.
Sinus knoop afwijkingen:
- Sick sinus syndroom: tachycardie-bradycardie en eandersom, chronische incompetentie (niet snel genoeg stijgen bij inspanning)
- SANRT
- IST
- POTS
Supraventriculaire/smal complex tachycardiën:
Atrium:
- sinus tachycardie
- atriale tachycardie
- boezem fibrilleren
- boezem flutter
AV-knoop:
- AV nodale re entry
- atrioventriculaire re-entry
Wat zie je bij AVNRT?
Av nodale re-entry. De langzame weg en snelle weg belanden in een cirkel. Door verschil in refractaire periode kan bij een overslag de langzame weg prikkel net op het goede punt in de andere weg zijn en dus daar naar boven, dan is de cirkel gevormd.
Hoe zoek je tachycardie?
P-toppen:
- Meer P dan QRS: atriale tachycardie of boezemflutter
- Evenveel P als QRS: samengevallen p en qrs = AVNRT, los = AVRT
Meer QRS dan P wijst op ventriculair probleem
Breedcomplex tachycardie?
- Supraventriculair met bundeltak geleidingsprobleem.
- Ventriculaire tachycardie
Ventriculaire tachycardie/stoornissen?
- Ventriculaire tachycardie: 100 slagen per minuut
- ventriculaire flutter: geen p-toppen of qrs.
- polymorphic VT: spoelvormig geen output
- ventrikkel fibrilleren: dood