HC 5: myocardiale revascularisatie Flashcards

1
Q

Historie interventie cardiologie:

A

1927: angiografie
1958: coronair angiografie
Seldinger techniek: 1962 en 1967 (met speciale katheter dus specifiek coronair angiografie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Evolutie van stents?

A
  • Bermetal stent BMS 1987: veroorzaakte proliferatie van gladde spiercellen
  • Drug eluting stent: medicijn tegen proliferatie gladde spiercellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt een drug eluting stent?

A

Stent met een coat van een medicijn, wat inwerkt op de celcyclus en ervoor zorgt dat gladde spiercellen, maar ook andere cellen zoals endotheelcellen stoppen met delen.
De stent moet eerst wel omgeven worden met endotheel duurt 3-6 maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Risico’s van PCI?

A
  • Vasculaire complicatie dus een bloeding.
  • Myocardinfarct
  • CVA
  • Overlijden: meervatslijden, comorbiditeit, hartfalen
  • allergische reactie: daarom antihistamine en prednison geven. Acuut adrenaline
  • nierinsufficiëntie max 200 cc contrast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vasculaire complicaties?

A
  • arteriële trombose
  • distale embolisatie
  • bloeding/hematoom
  • pseudo-aneurysma, kan gestopt worden met trombine
  • AV-fistel, verbinding arterie en vene kan leiden tot hartfalen (in femoralis)
  • occlusie van radialis
  • dissectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

PCI of CABG, afhankelijk van?

A
  • Complexiteit stenose
  • leeftijd
  • diabetes
  • nierinsufficiëntie

Je kiest bij 1 of 2 vatslijden voor PCI, tenzij proximale LAD stenose.
Bij een hoofdstamstenose/3 vatslijden met lage Syntax ook PCI, andere gevallen CABG.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer doe je een PCI?

A
  • Bij 1 of 2 vatslijden met geen stenose in de proximale LAD
  • Bij 3 vatslijden met een lage syntax
  • Bij hoofdstamstenose met lage syntax.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer katheteriseer je bij ACS?

A

Binnen 24 uur bij NSTEMI, tenzij er hemodynamische instabiliteit is (shock, vtvf) dan zo snel mogelijk.
Bij stemi zo snel mogelijk in ieder geval binnen 12 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke antiplaatjes geef je?

A

Altijd aspirine.
Clopidogrel bij stabiel coronair lijden
Prasugrel bij acuut coronair syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Golden five bij ACS:

A
  • Aspirine
  • Perindopril (ace remmer)
  • prasugrel/ticagrelor (trombocytenaggregatie)
  • metoprolol (betablokker)
  • atovastatine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly