HC 8: Cohen en egalitair ethos Flashcards
Wat betoogt Gerald Cohen in zijn hoofdstuk ‘Justice, Incentives, and Selfishness’?
Cohen betoogt dat rechtvaardigheid niet alleen moet worden beoordeeld op basis van instellingen, maar ook op het gedrag en de ethiek van individuen. Hij stelt dat rechtvaardigheid ook een egalitair ethos vereist waarin individuen niet enkel handelen uit zelfzucht, maar uit een streven naar eerlijkheid en gelijkheid.
Hoe kan een informele sfeer bijdragen aan de ongelijke verdeling van welvaart?
Een informele sfeer kan zorgen voor ongelijke verdeling van welvaart door subtiele vooroordelen en discriminatie door onze normen en waarden gebaseerd op cultuur. Dit kan ertoe leiden dat bepaalde groepen minder toegang hebben tot economische kansen en middelen.
Wat is de definitie van egoïsme?
Egoïstisch zijn betekent hier dingen voor jezelf en voor degenen in iemands directe omgeving te verlangen, en geneigd wezen om op dat verlangen in te gaan, zelfs wanneer het gevolg is dat de een (veel) meer heeft dan de andere mensen, en anders hadden kunnen hebben
Leidt tot ongelijkheid
Wat is een sterke visie op egoïsme?
Vergelijkend, meer dan anderen willen
Wat is een zwakke visie op egoïsme?
Gerichtheid op bepalde hulpbronnen zonder belangen van anderen mee te laten tellen
Wat zijn de twee veronderstellingen over de onvermijdelijkheid van ongelijkheid als gevolg van egoïsme?
- Menselijke Natuur: Egoïsme wordt gezien als een natuurlijke eigenschap van de mens, wat leidt tot ongelijkheid.
- Sociologische Veronderstelling: Zelfs met een rechtvaardige basisstructuur leidt egoïsme tot ongelijkheid, omdat mensen vanuit hun cultuur egoïstisch handelen.
1. Cohen oneens, 2. Cohen eens
Wat zijn de twee soorten verdedigingen van economische ongelijkheid?
- Feitelijke Verdedigingen: Deze beroepen zich op de veronderstelde natuurlijke egoïstische aard van mensen en zien ongelijkheid als onvermijdelijk.
- Normatieve Verdedigingen: Deze omarmen bepaalde ongelijkheden als rechtvaardig op basis van meritocratie of economische prikkels.
Hoe bekritiseert Cohen Rawls’ idee van economische prikkels?
Cohen stelt dat de veronderstelling van Rawls, dat mensen alleen hun talenten ontwikkelen voor hogere inkomsten, problematisch is. Volgens Cohen is dit een keuze en geen natuur; mensen zouden zich ook kunnen inspannen vanuit een gevoel van rechtvaardigheid zonder extra beloning.
Wat zegt Cohen over de rol van de basisstructuur en de keuzes die binnen deze structuur worden gemaakt?
Cohen stelt dat niet alleen de basisstructuur belangrijk is voor rechtvaardigheid, maar ook de keuzes die mensen binnen deze structuur maken. Deze keuzes, zoals het streven naar hogere inkomens, zijn niet noodzakelijk en kunnen leiden tot ongelijkheid.
Hoe bekritiseert Cohen het idee dat economische beloningen noodzakelijk zijn voor de verbetering van de positie van de minstbedeelden?
In essentie stelt Cohen dat ongelijkheid niet een onvermijdelijk gevolg is van economische systemen, maar eerder een reflectie van egoïstische keuzes. Als getalenteerde individuen zouden handelen vanuit een gevoel van rechtvaardigheid en gelijkheid, zouden de minstbedeelden het beter kunnen hebben, zonder dat er grote inkomensverschillen nodig zijn. Cohen daagt hiermee Rawls’ idee uit dat ongelijkheden noodzakelijk zijn om de positie van de minstbedeelden te verbeteren.
Wat zijn de drie scenario’s volgens Cohen met betrekking tot inspanning en inkomensverschillen?
- Slechtste: Getalenteerden spannen zich niet in om hun talenten te ontwikkelen, iedereen verdient te weinig.
- Suboptimaal (Rawls): Getalenteerden spannen zich in vanwege economische prikkels, inkomensverschillen worden getemperd door het verschilbeginsel.
- Optimaal: Iedereen spant zich in zonder extra beloning te vragen, waardoor inkomensverschillen minimaal zijn.
Waarom is de basisstructuur volgens Cohen meer dan alleen formele regels?
Cohen stelt dat de basisstructuur niet alleen bestaat uit formele wetten en instellingen, maar ook uit de onderliggende waarden en normen, zoals broederschap. Hij benadrukt dat rechtvaardigheid ook afhankelijk is van de ethische en sociale keuzes die mensen maken binnen deze structuren.
Hoe staat broederschap in verhouding tot het verschilbeginsel volgens Cohen?
Cohen bekritiseert Rawls door te stellen dat het verschilbeginsel, zoals toegepast op de basisstructuur, geen broederschap bevordert. Volgens Cohen zou ware rechtvaardigheid gebaseerd moeten zijn op het principe dat mensen niet willen profiteren tenzij hun acties ook de belangen van de rest van de samenleving bevorderen. Het verschilbeginsel, in zijn puur structurele interpretatie, moedigt dit niet aan.
Hoe definieert Rawls waardigheid in zijn theorie van rechtvaardigheid?
Volgens Rawls wordt waardigheid gewaarborgd doordat de minstbedeelden zich in de best mogelijke positie bevinden dankzij het verschilbeginsel. Hij gelooft dat het systeem ervoor zorgt dat de minstbedeelden profiteren van de inkomens- en welvaartsverschillen.
Wat is Cohen’s kritiek op Rawls’ concept van waardigheid?
Cohen stelt dat Rawls’ idee van waardigheid gebrekkig is, omdat het afhankelijk is van het doorsijpelen van welvaart vanuit de hogere inkomensgroepen. Dit zorgt ervoor dat de minstbedeelden wachten op verbetering van bovenaf, wat volgens Cohen geen echte waardigheid biedt. Cohen benadrukt dat mensen meer zouden kunnen verdienen als getalenteerden niet alleen bezig waren met het maximaliseren van hun eigen inkomen.