HC 8 Flashcards

1
Q

wat houd publiciteit in voor een onroerend goed

A

Openbare registers van het kantoor Rechtszekerheid, Waarin authentieke akten worden overgeschreven, akten die worden opgesteld met de hulp van een notaris en die geregistreerd worden door die notaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat houd publiciteit in voor een roerend goed

A

bezit geldt als titel – de uiterlijk waarneembare toestand wordt vermoed de juridische toestand te zijn. –>er ontstaat een bewijs probleem, als het lijkt dat jij de eigenaar bent dan moet een ander al bewijzen dat het niet zo is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een roerend goed

A

alles wat je kan verplaatsen is een roerend goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een onroerend goed

A

iets dat je wel kan verplaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de 4 categorieën van onroerende goederen

A
  • Uit hun aard: door de natuur
  • Door incorporatie
  • Door bestemming
  • Door het voorwerp waarop ze betrekking hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat houd de verdeling uit hun aard van OG in

A

Kunnen o.b.v. hun fysieke aard (grond, delfstoffen (ertsen),…) niet verplaatst wordendoor hoe de natuur ze heeft gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat houd de verdeling door incorporatie (verbinding met de grond) van OG in

A

Natuurlijk (beplantingen, vruchten, …)vb. boom
Kunstmatig (gebouwen, maar ook: lambriseringen, rolkranen, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat houd de verdeling door bestemming van OG in

A

Fictie: RG wordt juridisch als OG beschouwd o.w.v. bestemming voor bepaald OG, het RG is nodig voor de uitbating van het OG
Typisch vb.: gereedschap en vee van landbouwbedrijf, machines in een fabriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat houd de verdeling door voorwerp waarop ze betrekking hebben van OG in

A

Rechten (zakelijke en vorderings-) die betrekking hebben op OG (onlichamelijke goederen), de rechten zelf zijn onroerend
Vb.: vruchtgebruik op een grond; rechtsvordering die strekt tot opeisen van OG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de 3 onderverdelingen binnen de roerende goederen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat houd de verdeling uit hun aard van RG in

A

Fysiek verplaatsbare zaken (vb.: fiets, auto, meubilair, …)
In zoverre niet onroerend geworden door incorporatie of bestemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat houd de verdeling door anticipatie van RG in

A

Vruchten, producten, grondstoffen, bouwmaterialen (OG uit hun aard of door incorporatie)bv. appels worden verkocht nog voor ze geplukt zijn, want appel word pas roerend na plukken Principe: roerend zodra incorporatie ophoudt
Fictie: juridisch toch reeds als roerend beschouwd, hoewel ze nog vastzitten aan bodemje doet alsof de appel al geplukt is ook al is dat niet zo
In het kader van een rechtshandeling (vb. verkoop of schenking), om formaliteiten verkoop OG te vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een lichamelijk voorwerp

A

Lichamelijke/ materiële voorwerpen: zintuiglijk waarneembaar, vast te nemen (vb. auto, tafel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een onlichamelijk voorwerp

A

Onlichamelijke/ immateriële voorwerpen: niet zintuiglijk waarneembaar (vb. cliënteel, auteursrechten op een liedje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een gebruiksgoed

A

Gebruiksgoederen: geen waardeverlies (vb. gereedschap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een verbruiksgoed

A

Verbruiksgoederen/consumptie goed: gaan teniet door eerste gebruik (vb. flesje melk

17
Q

wat is het verschil tussen een voorwerp buiten de handel en binnen de handel

A

In de handel: kunnen voorwerp zijn van rechtshandeling tussen rechtssubjecten
Buiten de handel: onvervreemdbaar; dienen voor publieke doeleinden

18
Q

wat is res nullius

A

= zaak van niemand
Kunnen eigenaar hebben, maar hebben er de facto/nu geen
Kunnen toegeëigend worden door eerste die er bezit van neemt–>bv. schelpjes op het strand

19
Q

wat is het verschil tussen eigenlijke zakelijke rechten en accessoire zakelijke rechten

A
  • Eigenlijke (zelfstandige) zakelijke rechten/ zakelijke hoofdrechten
    Betrekking op de zaak zelf
    Voortdurende uitoefening mogelijk
  • Accessoire (bijkomstige) zakelijke rechten/ zakelijke zekerheden
    Tot zekerheid van een vorderingsrecht
    Betrekking op geldwaarde van de zaak, hoeveel de zaak in geld waard is
    Eénmalige uitoefening
20
Q

wat houd eigendom zijn van iets in

A

Meest volledige zakelijke recht: alle bevoegdheden die men over zaak kan hebben (ius utendi, fruendi et abutendi)
Utendi: de zaak gebruiken, fruendi: het genot hebben/vruchten krijgen, abutendi: goed misbruiken/ kapot doen

21
Q

wat houd het subjectief en objectief bestandsdeel van aansprakelijkheid in

A

Het subjectief bestanddeel gaat kijken of er schuld bekwaamheid(minderjarigen onder de 7 jaar vanaf het nieuw regime 12 jaar , jaren des onderscheid) is en toe rekenbaarheid.
Het objectieve bestandsdeel bestaat uit In de schending van een wettelijke regel die bepaalt ze dragen oplicht of verbiedt of twee de schending van een algemene zorgvuldigheidsnorm die geld in het maatschappelijk verkeer. (= het gedrag van persoon 1 wordt vergeleken met het gedrag van een normaal voorzichtig en vooruitziend persoon in dezelfde omstandigheden)

22
Q

moet een kind schuld onbekwaam zijn voor de ouders verantwoordelijk te zijn?

A

nee want in het geval van de ouders gaat het over de foutloze aansprakelijkheid van een andere persoon. Omdat er geen fout is is er dus ook geen spraken van het subjectief gedeelte en daarbij ook het schuld bekwaamheid beginsel

23
Q

wat houd de equivalentietheorie in ?

A

De equivalentietheorie houdt in dat als er meer fouten zijn deze allemaal aan elkaar gelijk gesteld worden en word er gekeken of ze een rechtstreeks gevolg hebben op elkaar.

24
Q

wat houd de adequatie theorie in ?

A

houd in dat je bij de fout gaat kijken of de schade die daar uit is ontstaan redelijk voorzienbaar is

25
Q

wat houd de Efficiënte oorzaak in?

A

in deze gaat ze kijken naar welke de grootste fout was