HC 3 Flashcards
wat als er geen duidelijke materiële wet van toepassing is
RS (die eventueel toepassing maakt van gewoonterecht en algemene rechtsbeginselen). indien materiële wet noch RS oplossing bieden: RL nakijken( vorige uitspraken, tijdschriften,…)
welke uitspraken wegen het meeste door RS
Uitspraken van hogere rechtsprekende organen wegen meer door dan die van lagere en Vaste RS weegt zwaarder door dan alleenstaande uitspraak
welke RL weegt het zwaarste door
Visie van hoogleraar/ expert weegt meer door dan visie van toevallig commentator en Eensgezinde RL heeft meer invloed dan een alleenstaande visie
wat is een wetsconflict
wanneer 2 materiële wetten elkaar tegenspreken
waar vinden we een hiërarchie terug en is deze afdwingbaar
Piramidale opbouw van de gezagsorganisatie: hiërarchie van de overheden
De door de overheden uitgevaardigde normen hebben dezelfde piramidale verhouding, i.e. de hiërarchie der normenDeze hiërarchie is afdwingbaar: er zijn ‘bewakers’
Constitutionele staat (GW)
een staat met een grondwet
Democratische staat (WM)
er zijn verkozen mensen in het parlement
Federale staat (W=D=O)
waar de macht om over een bepaalt territorium en op de mensen er in beslissingen te maken ( soevereiniteit) verdeeld is tussen federaal en deelstaten
Gedecentraliseerde staat
een staat met gemeenten en provincies zijn autonoom
waar en hoeveel kracht heeft een norm van gemeenschappen en gewesten
Binnen het grondgebied van de betrokken deelstaat en Binnen de aan de betrokken deelstaat toegekende bevoegdheden (cfr. gedeelde soevereiniteit) ( bv. onderwijs voor de Vlaamse gemeenschap)
Als ze zich aan deze regels houden dan heeft deze norm evenveel kracht als een federale
wat zijn internationale normen
Internationale verdragen (schriftelijke internationale overeenkomsten) gesloten tussen 2 (bilateraal) of meerdere (multilateraal) staten en/ of internationale organisaties
EN
Beslissingen van internationale organisaties
wanneer hebben internationale normen en plat is de hiërarchie
als ze normen bevatten echter rechten en plichten voor de onderdanen/ rechtssubjecten van de contracterende of aangesloten staten
EN
bovendien directe/ rechtstreekse werking hebben
hebben alle internationale normen een plaats in de hiërarchie van materiële wetten
nee, Sommige internationale normen scheppen enkel rechten en plichten voor contracterende( de staten die de overeenkomst hebben gesloten) of bij organisatie aangesloten staten (dus geen algemeen verbindende gedragsregels) bv. een overeenkomst tussen 2 staten om info uit te wisselen
wat zijn de 2 criterium voor rechtstreekse werking
subjectief criterium: Het was de bedoeling van de partijen rechten en plichten op te leggen aan rechtssubjecten
objectief criterium: Rechten en plichten moeten duidelijk omschreven zijn, zodat ze rechtstreeks inroepbaar zijn voor nationale rechtscolleges = is de regel inhoudelijk zo goed beschreven dat een rechter onmiddellijk weet wat hij er mee moet doen
wanneer moet je wel en niet een advies vragen aan de raad van staten
wel :
als het om formele wetgeving gaat
* bij wetsontwerpen moet je advies vragen tenzij er hoogdringendheid kan worden aangenomen
als het om reglementaire besluiten gaat
* Verplicht advies vragen voor alle reglementaire besluiten, tenzij er hoogdringendheid kan worden aangenomen
niet:
* voor een wetsvoorstel moet je geen advies vragen, tenzij 1/3 van het parlementb het vraagt