HC 6: Drugs, verslaving, stemming en geluk. Flashcards
Wat zijn Psychoactieve stoffen?
Psychoactieve stoffen zijn stoffen die de mentale toestand beïnvloeden. Denk aan: Cafeïne, wiet, sigarettem, alcohol, cocaïne, slaapmiddelen, angstmiddelen, paracetamol etc.
Wat is het verschil tussen stoornissen door middelen teweeggebracht en stoornissen in het gebruik van middelen?
- stoornissen door middelen teweeggebracht: afwijkende gedrgas patronen t.g.v. psychoactieve stoffen.
- stoornissen in het gebruik van middelen:Verslavingsstoornissen; patronen van inname van psychoactieve stoffen.
Wanneer spreken we van extreme intoxicatie?
Als het gevolg van de inname van psychoactieve stoffen levensbedreigend is door bijvoorbeeld: het veroorzaken van ademhalingsstoorissen of gedrag dat gevaalijke situatie oplevert.
Wanneer spreken we van Milde- of gematigde intoxicatie?
We spreken van Milde- of gematigde intoxicatie als: het gevolg van de inname van psychoactieve stoffen verwarring/concentratie vermindering, beoordelingsvermogen vermindert
Hoe kijk het DSM-5 naar verslavingsgedrag?
Het DSM-5 maakt een onderscheid tussen afhankelijkheid en verslaving.
Wat is het verschil tussen Afhankelijkheid en Verslaving volgens het DSM-5?
Afhankelijkheid:
1. Fysiolohische afhankelijkheid: als het lichaam door gebruik van middelen zodanig is veranderd dat het afhankelijk is geworden van een constate toevoer.
2. Psychologische afhankelijkheid: dwangmatig gebruik van door een psychologische behoefte bijvoorbeeld stress.
Verslaving: term voor dwangmatig gedrag niet gerelateerd aan psychoacieve middelen: Gokverslavingen, gameverslaving, seksverslaving
Verklaar verslavingsgedrag vanuit biologisch perspectief.
Biologisch perspectief: stelt dat gene een rol sprelen waarbij vergrote kans op verslavingsgedrag is als dit voorkomt in de familiegeschiedenis. Genen beïvloeden de werking van de neurotransmitterts.
Verklaar verslavingsgedrag vanuit Biochemische perspectief.
Biochemische perspectief stelt dat na langdurig gebruik van drugs het lichaam minder goed uitzichzelf dopamine en andere stimulerende hormonen vormt.
Verklaar verslavingsgedrag vanuit Leertheorie.
Leertheorie Stelt dat verslavingsgedrag is aangeleerd en dus ook afgeleerd kan worden. het stelt dat de omgeving bij verslaving een geconditioneerde respons (hunkering, wens) kan oproepen.
Verklaar verslavingsgedrag vanuit Cognitief perspectief
Cognitief perspectief stelt dat verslavings gedrag afhankelijk is van de stituatie waarin een persoon zich bevindt, de verwachtingen en de sociale druk die ze daarbij voelen zijn factoren die invloed hebben op het gebruik. Denk aan het one-drink effect.
Verklaar verslavingsgedrag vanuit sociaal-cultureel perspectief.
Het sociaal-cultueel perspectief bekijk naar de bredere maatschappelijke context van factoren. deze factoren dienen als Beschermende of risicofactoren.
Verklaar het onstaan van depressie vanuit biologisch perspectief.
Omdat genen de afgift van Serotonine in het bloed regelen en juist dit process bij depressie is verstoord, stelt het Biologisch perspectief dat mensen vanuit hun DNA een bepaalde kwestbaarheid hebben voor het onstaan van depressie.
Verklaar het onstaan van depressie vanuit Bio-chemische perpectief.
Het Bio-gemisch perspectief stelt dat er problemen zijn met de receptoren van de neurotransmitters. Maar ook de prefrontale contex en limbish systeem spelen een rol in het onstaan van depressie
Verklaar het onstaan van depressie vanuit psychodynamische theorie.
Frued stelt dat enerzijds dat depressie en sombeheidsgevoelens onstaan vanuit woede richting dierbaren die er niet (meer) zijn. Dit zorgt dat mensen naar binnen keren en de stemming wordt beïnvloed waardoor sombeheidsgevoelens onstaan.
Anderzijds Frued bipolaire stoornis met een constante verschuiving tussen het ego en het super ego.
Verklaar het onstaan van Depressie vanuit Humanistisch perspectief.
het humanistisch perspectief stelt dat mensen depressief worden als ze geen betekenis kunnen geven aan hun bestaan en geen authentieke keuzes kunnen maken die tot zelfvervulling leiden.