HC 3: Jeugdigen met angststoornissen Flashcards

1
Q

Wanneer spreken we van een angststoonis?

A
  1. Discrepantie tussen de aanleiding en de omvat van de angst
  2. De angst blijft zelfs na verdwijnen van de angst
  3. Normaal functioneren wordt door de angst beperkt
  4. kind lijdt onder angst
  5. De angst is niet leeftijdsadequaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is er spraken van een fobie?

A

als er sprake is van (panische) angst bij het blootstellen aan specifieke voorwerp, situatie of de gedachte eraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer spreken we van separatie-angst?

A

Overdreven angst bij kinderen na 18 maanden als ze van hun gehechtheidspersoon worden gescheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een generaliserende angststoornis?

A

Er is praken van generaliserende angstoornissen als er niets aan de hand is maar iemand extreem bezorgd is een piekerd en daarbij:
* rustenloosheid
* Snel vemoeid
* Concentratieproblemen
* Prikkelbaarheid
* Spierspanning
* Slaapproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe noem je de stoornis waarin een persoon hardnekkig zwijgt in bepaalde situaties door angst.

A

Selectief mutisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer spreken we van een paniekstoornis?

A

Er is prake van een Paniekstoorns als een persoon regelmatige paniekaanvallen heeft (minimaal een maand). Paniek aanvallen zijn inteste angst met lichaamlijke of cognitieve verschijnselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een sociale-angstoornis?

A

Sociale-angstoornis is een heftige angst oor situaties waarin je sociaal moet functioneren, presteren of blootstaan aan het oordeel van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke twee angsten staan niet in het DSM-5

A

Faalangst
Schoolangst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken voor het onstaan van Angststoonissen?

A
  1. Erfelijkheid of temperament/persoonlijkheid
  2. Neurobiologie: Vreescicuit in de hernsenen is β€˜te’ gevoelig afgestemd; de route die plaats vind in de hersenen als je bangt bent worden snel aangezet.
  3. psychologisch:: Dysfunctionele cognities, geneigd zijn om sneller situaties met angst te intepreteren
  4. Gehechtheid en opvoedstijl:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke manier speelt de gehechtheid en de opvoedingsstijl een rol in het onstaan van angstoornissen?

A
  • Onveilige hechting: als het kind onveilig is gehecht gaat het vaak minder snel exploreren, waardoor ze geen gelegeheid krijgen om adequaten coppingsmechanismen te ontwikkelen.
  • opvoedingstijl (over)beschermde opvoedstijl ze houden het kind voor dat de wereld een gevaalijke plek is, waadood het kind niet leert omgaan met moelijke situaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe pak je als pedagoog een angststoornis aan?

A
  • Het serieus nemen
  • Troost
  • Praat er over
  • Help met kleine stappen
  • Toon vertrouwen
  • Geeft informatie
  • Geef complimenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly