HC 6 Flashcards
Wat is constructivisme?
Je hebt theorie nodig om wat er binnenkomt aan zintuigelijke informatie te kunnen classificeren. Dit houdt in dat de werkelijkheid onze eigen constructie wordt.
De feiten worden door ons gemaakt.
Wat is relativisme?
Constructivisme impliceert relativisme. Als je constructivisme accepteert, kun je wat waar is niet zomaar als gegeven accepteren. Wat waar is over de wereld is afhankelijk van de theorie die je hebt.
Relativisten gaan iets verder. De waarheid van een zin is afhankelijk van de feiten. Een zin is war relatief aan de geconstrueerde feiten.
Wie was Wittgenstein II en waar stond hij met zijn standpunten?
De betekenis van woorden is afhankelijk van de verwijzing. Het probleem daarmee is dat het hogere niet te verwijzen is naar iets en dat wordt dan betekenisloos.
Hij verdedigt het constructivisme en relativisme.
Wat is het verschil tussen Wittgenstein I en II?
WI: De betekenis van een woord is afhankelijk van de referentie. Van woorden die naar niks verwijzen kan je dus niks zeggen of het waar of onwaar is. omdat het niks betekent.
WII: De betekenis van een woord is afhankelijk van de context en hoe het woord gebruikt wordt.
Wat is de notie van taalspel en wat probeerde Wittgenstein II hiermee te zeggen?
Taalspel is niet alleen de taal, het gaat ook om de context waarin het gebruikt wordt. Voor wetenschap betekent God niets, maar voor een protestant wél. In een taalspel is het belangrijk dat er publieke regels zijn. Hij gaat tegen de notie van privé-taal, dat is volgens hem onmogelijk. Het is een taal die slechts door één persoon begrepen kan worden.
Wat zijn empirische argumenten voor privé-taal?
Premisse 1: betekenis is afhankelijk van referentie. Wittgenstein I deelde deze premisse nog.
Premisse 2: Psychologische termen verwijzen naar subjectieve toestanden.
Premisse 3: Inverted spectrum. Volgens empiristen zijn ervaringen de bron van kennis, maar je weet niet of mensen dezelfde ervaringen hebben. Conclusie, alleen ik weet waar mijn psychologische termen naar verwijzen.
Wat vindt Wittgenstein II van privétaal?
Hij gaat hier in tegen. Premissen en ervaring als bron van kennis is publiek toegankelijk. Taalspelen kennen publieke regels. Je moet kunnen zeggen tegen iemand dat ze een woord verkeerd gebruiken.
Als jij de betekenis bepaalt, dan word je onbegrijpelijk voor jezelf. Je moet constant zijn in woordgebruik.
Wat is het verschil tussen Logisch Positivisten, Popper en Kuhn?
LP en Popper waren normatief bezig en zochten een demarcatiecriterium.
Kuhn was descriptief bezig en wilde beschrijven hoe wetenschap zich ontwikkelde.
Waar stond Kuhn met zijn standpunten?
Hij verdedigt relativisme en constructivisme. We hebben een theorie nodig en dat heet een paradigma. Men kan het beeld van Kuhn van de verandering van wetenschap samenvatten in het volgende schema:
0: voorwetenschappelijke periode
1: paradigma (normale wetenschap)
2: vertrouwenscrisis (abnormale wetenschap)
3: revolutie –> nieuw paradigma (normale wetenschap 1, totdat er weer een crisis komt)
Wat is 0: voorwetenschappelijke periode?
Ongeorganiseerde verscheidenheid aan activiteiten. Er is geen structuur die de naam ‘wetenschap’ zou verdienen.
Wat is 1: paradigma (normale wetenschap)?
Een paradigma is geaccepteerd. De meeste wetenschappers brengen hun actieve leven door in deze periode. Het paradigma is nooit sluitend, er zijn altijd anomalieën. Deze problemen worden gepoogd opgelost te worden.
Volgens Kuhn worden bij overtuigingen geen vragen gesteld en is er sprake van dogmatisme.
Wat is 2: vertrouwenscrisis?
Wanneer er te veel problemen zijn met een paradigma, ontstaat een vertrouwenscrisis. Dit is het begin van abnormale wetenschap. De vraag is hoe je deze periode afsluit.
1e manier: terug naar het paradigma en oplossen van veel van de problemen
2e manier: via een wetenschappelijke revolutie
Wat is 3: revolutie?
Een crisis verergert zich als er een nieuw paradigma ontstaat. Het is een rivaal en wetenschappers gaan over naar de nieuwe.
Wat is het geocentrisch- en heliocentrisch paradigma?
Geocentrisch: de aarde staat in het middelpunt van het universum en de zon en de maan (Ptolomaeus).
Heliocentrisch: de zon staat in het middelpunt van het universum (Copernicus).
Wat moet je volgens Kuhn doen in een revolutie?
Je moet het paradigma enkel opgeven als er een alternatief is en het oude dan opgeven. Anders moet je verder gaan met het oude.