HC 5: de pariëtaalkwab Flashcards

1
Q

pariëtaalkwab verdelen in 2:

A
  1. primary somatosensory cortex
  2. posterior parietal cortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 onderdelen van de posterior parietal cortex

A
  1. secondary somatosensory cortex
  2. polymodal cortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

primaire somatosensorische cortex stuurt info naar secondaire somatosensorische area voor

A

verdere verwerking van taststimuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar worden taststimuli verwerkt?

A

in de secondaire somatosensorische area

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

primaire somatosensorische cortex stuurt info naar primaire motor cortex en premotor cortex voor

A

feedback over positie van ledematen tijdens motorische actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

primaire somatosensorische cortex stuurt info naar posterior parietal cortex voor

A

ondersteuning voor sensorimotor transformation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sensorimotor transformation

A
  • integratie van bewegingen (onder invloed van visuele dorsal stream met somatosensorische feedback van deze bewegingen
    -posterior zone vergelijkt de kopie van bewegingsplan met somatisensorische feedback van S1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

posterior zone krijgt input van M1 en premotercortex, voor

A

uitvoeren van correcte beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

efference copy

A

posterior zone krijgt kopie van uitgaande bewegingssignaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar zit ruimtelijke navigatie gecodeerd?

A

posterior cingulate gyri

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet de posterior cingulate gyri?

A

ruimtelijke navigatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

posterior parietal zone stuurt naar M1 en premotor cortex voor

A

sturingen van bewegingen (“how” pathway)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

posterior parietal zone stuurt naar frontale eyefields voor

A

sturen van oogbewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

posterior parietal zone stuurt naar dorsolaterale prefrontale cortex voor

A

werkgeheugen voor ruimtelijke locaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

posterior parietal zone stuurt naar hippocampus voor

A

lange termijngeheugen voor ruimtelijke infromatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

posterior parietal zone stuurt naar paralimbische cortex voor

A

vormen van lange termijnherinneringen en ruimtelijke navigatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

bijdrages van de pariëtaalkwab aan gedrag:

A
  1. somatosensorisch
  2. ruimtelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

waar in pariëtaalkwab zit somatosensorisch gedrag?

A

anterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

waar in pariëtaalkwab zit ruimtelijk gedrag?

A

posterior

20
Q

posterieure pariëtale cortex helpt met

A
  1. sturen van bewegingen
  2. mentale beelden van ruimtelijke objecten
21
Q

welk deel van de pariëtale cortex helpt met het sturen van bewegingen?

A

posterieure deel

22
Q

welk deel van de pariëtale cortex helpt met mentale beelden van ruimtelijke objecten?

A

posterieure deel

23
Q

anterieur of posterieur: mentale manipulatie van objecten?

A

posterieur

24
Q

anterieur of posterieur: Gebrekkige herkenning voorwerpen op de tast

A

anterieur

25
Q

anterieur of posterieur: Woorden achterstevoren zien of ondersteboven

A

posterieur

26
Q

anterieur of posterieur: Tactiele stimulus niet ‘voelen’ maar wel lokaliseren

A

anterieur

27
Q

waar heb je laesie met numb touch?

A

primaire en/of secundaire somatosensorische cortex

28
Q

numb touch

A

somatosensorische stimulus niet bewust voelen, maar wel kunnen localiseren

29
Q

waar heb je een laesie bij Astereognosis?

A

primaire en/of secundaire somatosensorische cortex

30
Q

astereognosis

A

slechte herkenning van voorwerpen op de tast

31
Q

waar heb je een laesie bij asomatognosia?

A

primaire en/of secundaire somatosensorische cortex, rechtszijdig

32
Q

asomatognosie

A

verlies van kennis of gevoel van het eigen lichaam
of lichamelijke conditie

33
Q

laesie in rechtszijdige posterieure pariëtale cortex, waar heb je last van misschien?

A

neglect

34
Q

waar heb je een laesie bij neglect?

A

rechtszijdige posterior pariëtale cortex

35
Q

waar kan je last van hebben bij laesie in posterieure pariëtale cortex?

A
  1. optische ataxie
  2. syndroom van Balint
  3. manipulatie/rotatie van objecten
  4. apraxie
  5. agrafie
  6. acalculie/dyscalculie
  7. links/rechts verwarring
36
Q

optische ataxie

A

problemen met visueel gestuurde reikproblemen

37
Q

waar laesie met optische ataxie?

A

posterior parietal cortex

38
Q

syndroom van balint

A

combinatie van
(a) optic ataxia,
(b) problemen met fixatie van visuele stimulus, en
(c) beperking van de aandacht tot één object in de ruimte (simultaanagnosia van ruimtelijke locaties)

39
Q

waar laesie bij syndroom van balint?

A

posterior parietal cortex

40
Q

apraxie

A
  • stoornis in het uitvoeren van aangeleerde en doelgerichte bewegingen/acties
  • 2 soorten
41
Q

soorten apraxie

A
  1. constructieve apraxie
  2. ideomotorische apraxie
42
Q

constructieve apraxie

A

problemen met ruimtelijke taken, zoals bouwen tekenen puzzelen, knippen

43
Q

ideomotorische apraxie

A

problemen met het imiteren of maken van gebaren of een reeks bewegingen

44
Q

waar laesie bij apraxie?

A

posterior parietal cortex

45
Q

agrafie

A

problemen met schrijven (L-zijdige laesie)

46
Q

primaire functie van posterieure pariëtale cortex?

A

ruimtelijke cognitie