HC 4: samenwerking bij het diagnosticeren van een pulmonaal ziektebeeld Flashcards

1
Q

Wanneer een patiënt zich meldt met kortademigheid bij inspanning en regelmatig hoesten, wat willen we dan weten?

A
  • Wanneer is het begonnen?
  • Wat voor soort hoest is het?
  • Wanneer heeft u er last van? (bij trap lopen? hoest/bent u kortademig ‘s nachts?
  • Enkeloedeem?
  • Wordt het hoesten uitgelokt?
  • Roken?
    Rest is VAMIFaSa
  • Welke medicatie gebruikt u?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de DD bij volgend beeld:
- 65 jarige vrouw, dyspnoe d’effort, gewrichtklachten
- crepiteren bij auscultatie van beide longen
- afwijkende vingertoppen
- restrictief gestoorde longfunctie

A
  • interstitiële longziekte
  • infectie
  • maligniteit
  • hartfalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaken interstitiële longziekten?

A

Systemisch:
- Reumatisch
- Toxisch
- Andere oorzaken
‘Restricted to lung’
- Idiopatisch
- Beroepsmatig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zie je in het longwindow?

A

Duidelijke structuren in de longen (longparenchym, geen hart en botten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een HRCT?

A

High resolution computed tomography, hierin zie je subtiele afwijkingen en de secundaire lobuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn secundaire lobuli?

A

kleinste longeenheid omgeven door bindweefsel. In de wand zitten venen en lymfe, centraal zitten bronchi en arteriën (pulmonaal arteriën gekoppeld aan terminale bronchiolus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn secundaire lobuli?

A

kleinste longeenheid omgeven door bindweefsel. In de wand zitten venen en lymfe, centraal zitten bronchi en arteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe beoordeel je een longwindow?

A

Patroon:
- Nodulair
- Reticulair (streepjes/honing)
resolutie:
- Verhoogde densiteit –> consolidatie en matglas (glazig effect)
- Verlaagde densiteit (emfyseem)

Waar zitten de afwijkingen:
- apicaal, mid, basaal, diffuus
- Centraal/perifeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is kenmerkend in gebieden met matglas effect?

A
  • Tractie bronchiestasieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke DD past er bij matglas patroon en reticulatie?

A
  • Extrinsieke allergische alveolitis EAA
  • Niet specifieke interstitiële pneumonie NSIP
  • infectie
  • UIP
  • DIP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt ervoor gezorgd dat de druk over de acinus gelijk blijft

A

Er zitten poriën tussen de alveoli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een acinus?

A

Primaire lobuli, bevat rond de 2000 alveoli.
Een secundaire lobuli bevat meerder acinin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer zijn de grenzen van lobuli duidelijk zichtbaar?

A
  • Bij roken/luchtvervuiling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Volgens welke stappen bekijken je de histologie?

A
  • pleura
  • alveoli
  • interstitium, wanden van alveoli verbreed?
  • vaten, verdikt?
  • lymfebanen
  • luchtwegen, zowel groot als klein (infectie)
    Eerst overzicht dan detail
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is niet-specifieke interstitiële pneumonie NSIP?

A
  • Histologisch patroon, er ontstaat vaak ontsteking/fibrose ter plaatse van de acini van binnen naar buiten. Verdikte interstitiële ruimte.
    Zie je vaak bij medicamenteus/toxisch of collageen vasculaire ziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ontstaat usual interstitiele pneumonie UIP?

A

Histologisch patroon; Van buiten naar binnen, vanaf de pleura naar de bronchiale, zie je vaak bij IPF.

Verder zul je in het biopt ook pneumocyten en follikels zien.