HC 2: pathogenese van longfibrose Flashcards
Wat is het principe achter longfibrose?
Het is een soort verlittekening van de longen
Wanneer is longfibrose ook genetisch bepaald?
Als het vaker dan 2x in je familie voorkomt heeft het met verschillende genen te maken.
Waar hebben de genetische afwijkingen die IPF veroorzaken vaak mee te maken?
- DNA repair systeem en telomeren
- Surfactant
- Afweer
- Spindle assembly, de draden die bij mitose de cellen delen
- Desmosomen
- Mitochondriën
Welke cellen bevinden zich in de alveolus?
Type 2 pneumocyt:
- soort stamcel, bij beschadiging gaat het delen (proliferatie) of epitheliale regeneratie, kan type 1 cel worden
- Produceert surfactant, dun laagje lipiden wat oppervlaktespanning verlaagt.
Wat gebeurt er bij verkeerde surfactant productie/vouwing?
De cel (type 2 pneumocyt) zal of de productie aanjagen, of in apoptose gaan of meestel in senscens toestand (oude man). Dit betekent dat de cellen niet goed meer functioneren, ook wel ER stress
Hoe leiden telomeren tot longfibrose?
Telomeren beschermen het DNA, wanneer deze te kort zijn (bv door slechte werking telomerase) zullen jonge mensen sneller verouderen wat leidt tot veel problemen in alle systemen in je lichaam.
Hoe ontstaat epitheelschade?
- roken
- werkgerelateerd
- virale infecties
- microbioom
- microaspiratie
- inflammatie, antigeen
- medicatie
- mechanisch
Wanneer krijg je longfibrose?
Als je aanleg en beschadiging hebt ontstaat een netwerk van fibroblasten
Wat ontstaat er in een fibrotische long?
- Een stijve lang (door verlittekening)
- Een kleinere long/restrictie door myofibroblasten (trekken samen)
–> Ademen wordt zwaarder en diffusie/zuurstofopname gaat achteruit.
Waar zit veel fibrose bij IPF?
Subpleuraal en basaal
Hoe kan fibrose zichzelf verergeren?
Bij een trekkracht komen cytokines vrij die leiden tot fibrose. Er zitten normale cellen vast aan het fibrotische deel, als er trekkracht ontstaat verspreid de fibrose.
Welke 4 dingen zijn belangrijk bij longfibrose?
- Type 2 cellen senescent, korte telomeren –> kunnen niet goed repareren
- Beschadiging van het longepitheel (roken, auto-immuun, medicatie), waar type 2 niets meer aan kan doen
- Fibroblasten –> myofibroblasten –> collageen
- Fibrose: door tractie/pro-fibrotische factoren nog meer fibrose
Eerste twee behandelingen tegen fibrose?
- Nintedanib
- Pirfenidone
