HC 11.3 - Longfunctie en interstitiële afwijkingen Flashcards
1
Q
Kenmerken obstructieve longziekte (3)
A
- luchtwegvernauwing
- F/V-curve is concaaf
- FEV1/FVC < 0,7
2
Q
Kenmerken restrictieve longziekte (4)
A
- verminderd longvolume
- verschuiving F/V-curve naar rechts
- smalle en kleine curve
- TLC te klein
(FEV1 daalt, FER normaal of hoger)
3
Q
Oorzaken restrictief syndroom (3)
A
- intrinsieke oorzaken
- extrinsieke oorzaken
- neuromusculaire ziekte
4
Q
Gevolgen longfibrose
A
- long stug –> FRC daalt
- TLC, FRC, RV en VC dalen
(- teugvolume daalt –> AF hoger)
5
Q
Effect fibrose diffusiecapaciteit (V = (A x D x 𝚫p)/T
A
A daalt door restrictie
T stijgt
6
Q
Waar zegt TLCO (transfer factor) iets over?
A
over oppervlakte (A) en dikte membraan (T)
7
Q
Diffusiestoornis + V’/Q’ mismatch –>
A
gaswisselingsstoornis
8
Q
2 soorten inspanningstesten
A
- CPET (op fiets) - max inspanningstest
- 6 min wandeltest
9
Q
Wat wordt bijgehouden bij inspanningstest?
A
Borgscore
- maat kortademigheid en vermoeidheid
- afgenomen voor en na test
10
Q
Ademarbeid =
ademarbeid bij fibrose
A
elastische + stromingsarbeid
elastische ↑ + stromingsarbeid normaal
11
Q
Wat gebeurt alle waarden metingen restrictie ILD?
A
alles daalt, verhoudingen normaal of verhoogd